Koningin Victoria van Engeland




Foto: Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II

Geboorte


Koningin Victoria wordt op 24 mei 1819 in de Dining Room op Kensington Palace geboren als dochter van Edward Augustus van Kent (1767-1820)
en Prinses Marie Louise Victoire von Sachsen-Coburg-Saalfeld (1786-1861). Edward, hertog van Kent, was de vierde zoon van George III.

Het lijkt een vreemde keuze om geboren te worden in de Dining Room, maar hier zou warm water gemakkelijker uit de keuken kunnen worden opgewekt.
Ongewoon voor de tijd, werd ze ter wereld gebracht door een vrouwelijke arts, Charlotte Heidenreich von Siebold.
Deze zelfde arts hielp ook bij de bevalling van Victoria's eerste neef, later echtgenoot, Prins Albert.

Op 24 juni 1819 is Victoria gedoopt in de Cupola Room op Kensington Palace en kreeg ze de volgende namen: Alexandrina Victoria.


Foto: Royal Collection Trust/ © Her Majesty Queen Elizabeth II

Troonopvolging


Op het moment van haar geboorte trad Victoria's oom, de Prins van Wales, op als Regent in de laatste fase van de psychische ziekte van zijn vader
Koning George III. In 1818 was Koning George III doof, blind en krankzinnig. George III had 56 onwettige kinderen bij minnaressen die allen nooit
de troon zouden kunnen bestijgen. Op 29 januari 1820 overlijdt Koning George III en komt Koning George IV op de troon.
George IV was een onaangename en niet intelligente man.

Tegen 1818/1819 dreigde een opvolgingscrisis. In 1817 Prinses Charlotte, de enige dochter van George IV, bevallen van een doodgeboren zoon
en gestorven, zodat twee generaties erfgenamen van de troon in één tragische klap werden uitgeroeid. Dit leidde tot een wanhopige 'babyrace'
tussen ongehuwde broers van de koning om een legitieme erfgenaam te produceren.

Edward, Hertog van Kent, de vierde zoon van George III, huwde haastig met een Duitse weduwe, Marie Luise Victoire, douairière Hertogin van Leiningen.
Ze had twee kinderen uit haar vorige huwelijk, één daarvan was Prinses Feodora die Victoria's geliefde halfzus werd.
William, hertog van Clarence (later William IV) verliet zijn minnares om te trouwen met Prinses Adelaide van Saxe-Meiningen.

Marie Luise Victoire werd geboren in Coburg op 17 augustus 1786 in het Heilige Roomse Rijk van de Duitse Natie. Ze was de vierde dochter en het
zevende kind van Franz Frederick Anton, hertog van Saxe-Coburg-Saalfeld en gravin Augusta van Reuss-Ebersdorf. Een van haar broers was Ernest I,
hertog van Saksen-Coburg-Gotha (vader van Prins Albert), en een andere broer, Leopold (Koning Leopold 1 van België), trouwde in 1816 met
Prinses Charlotte van Wales, de enige legitieme dochter van de toekomstige Koning George IV, en erfgename vermoedelijk voor de Britse troon.

De Hertog en Hertogin van Kent woonden in Amor Bach in Beieren. De hertog van Kent en zijn zwangere hertogin snelden op 28 april 1819 terug naar Engeland,
waar hun dochter werd geboren in Kensington Palace. Hun baby dochter, Alexandrina Victoria, nam haar plaats in als potentiële erfgenaam van de troon.

Opvoeding


De Hertogin van Kent, haar moeder, gaf Victoria 6 maanden lang borstvoeding, wat erg ongewoon was in die tijd. Tijdens haar eerste paar maanden was
Victoria omringd door liefde en luxe. De plotselinge dood van haar vader aan een longontsteking in januari 1820 in hun verblijf Sidmouth in Devon,
toen Victoria slechts 8 maanden oud was, en de massa van schulden die hij achterliet, veranderde alles. Haar moeder bevond zich in moeilijke omstandigheden.
Koning Leopold I van België kocht de Hertogin van Kent vrij met behulp van lijfrente en waardoor ze mocht kunnen blijven wonen in Kensington Palace.

De stalmeester van haar overleden echtgenoot, Sir John Conroy, beweerde dat hij door de Hertog was gevraagd om voor de Hertogin te
zorgen en prominenter te worden in de levens van de Hertogin en Victoria.

In de 19de eeuw stierven er ongeveer 150 baby’s bij de geboorte. Mazelen, kinkhoest, roodvonk en cholera waren de ziektes bij kinderen waardoor
ze vaak de leeftijd van 5 jaar niet haalden. Ook kregen zuigelingen opium om ze te laten stoppen met huilen, met als gevolg dat ze geen eetlust
meer hadden en dus uitgehongerden.

Als kind was Victoria een sterk, mollig en gezond kind. Verder was ze opvliegend en opstandig. Als meisje had ze alles, behalve echte vrienden.
In 1828 huwde haar halfzuster Feodore. Vanaf dat moment was zij alleen omringd door volwassenen. Op 11 maart 1830 bladerde ze in Tables of the
Kings and Queen of England en ontdekte zo dat zij zelf derde in lijn was voor de troon. Drie maanden later stief haar oom Koning George IV op 26 juni 1830.
Toen kwam Koning William IV op de troon.


Foto: Victoria, Duchess van Kent met Prinses Victoria in 1821 door Sir William Beechey / Royal Collection Trust/ © Her Majesty Queen Elizabeth II

Victoria’s opvoeding verliep volgens een vast patroon. Na het ontbijt ging ze tot 10.00 uur naar buiten. Ze maakte een rit op haar ezel of reed met
haar kleine ponywagen in de tuinen van het paleis. De daarop volgende twee uur kreeg ze les van haar moeder geassisteerd door Lehzen. Om 14.00 uur
werd er een eenvoudige lunch geserveerd, die weer gevolgd werd tot lessen tot 16.00 uur. Daarna ging ze naar buiten voor wat beweging. Om 19.00 uur
volgde een eenvoudige maaltijd. Om 21.00 uur moest ze stipt naar bed.

Vanaf haar vierde jaar had haar moeder de eerwaarde George Davys in dienst, een geduldige en milde man, die de geestige jonge prinses spellingles
gaf tot ze de troon besteeg. De heer Stewart van de Westminster School bracht Victoria les in schrijven en rekenen. Mevrouw Bourdin gaf haar les
in dans en houding. Meneer Bernard Sale van de Koninklijke Kapel gaf haar muziekles. Richard Westall van de Koninklijke Academie gaf haar
schilder- en tekenles. Daarnaast kreeg ze Franse en Duitse les, later Latijn en Italiaans.

In 1835 kreeg Victoria zanglessen van Luigi Lablache, een Italiaanse operazanger van Franse en Ierse afkomst. Victoria was een intelligente leerling
die hield van alchemie en niet dol was op Latijn en anatomie. Victoria was als elfjarige bedachtzaam en welgemanierd. Erg gevoelig, maar ook impulsief
en gul en eigenwijs.

Feestdagen en vakanties werden tussen 1820-1830 doorgebracht in Ramsgate en andere badplaatsen. Ook ging Victoria vaak met Feodora naar haar
oom Koning Leopold I van België. Victoria’s Duitse oma Augusta van Saksen-Coburg-Saalfeld hield van Victoria maar was wel bang dat Victoria
een beetje te veel at en bijna ook altijd wat te snel.

In februari 1828 trouwde Feodora met Prins Ernest I, Prins van Hohenlohe-Langenburg, en kreeg 6 kinderen met hem.

Koning William gaf opdracht om Victoria les te geven in hof en ceremoniële etiquette en haar te trainen in gedrag
en sociale vaardigheden door de Hertogin van Northumberland en Barones Louise Lehzen.

Victoria kreeg af en toe de dochter van John Conroy op speelbezoek maar haar grootste tijd bracht ze alleen door met haar poppen: houten poppen,
papieren poppen, poppen van leer en dure wassen poppen uit Berlijn: in totaal 132 stuks. Barones Lehzen was Victoria’s beste maatje.
Haar andere geweldige vriendin en bondgenoot was haar kleine hond, Dash. Soms kleedde ze hem in een kleine broek aan.
Barones Lehzen maakten samen met Victoria kostuums voor Victoria's verzameling poppen en Victoria schreef verhalen.

In januari 1833 deed John Conroy de Hertogin van Kent een King Charles Spaniël cadeau met de naam Dash. Binnen een maand was het Victoria’s hondje geworden.
Op 20 december 1840 overleed Dash, 9 jaar oud. Na Dash volgde Sharp – een collie, Noble - de favoriete collie van de koningin, Hector - een hert hond,
Marco - dat was de eerste van haar vele Pomeranians, Turi – Pomeranians, Islay - een Skye terriër, Nero - een windhond, Eos - een windhond die
Prins Albert meegenomen heeft vanuit Duitsland, Waldemar de teckel.


Foto: Edwin Landseer / Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II


Foto: Edwin Landseer / Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II

Victoria hield een poppennotitieboek bij van wie ze het had gekregen, wat de naam van de pop was, wie de kleertjes had gemaakt – zij of Lehzen.
Victoria’s favorieten waren de eenvoudige houten, beweegbare popjes van 10 tot 20 cm met ‘kleine, scherpe neusjes en felrode wangetjes’ die in
haar poppenhuis paste. Toen Victoria veertien was borg ze al haar poppen op en bewaarde ze veilig in een doos, zelfs nog nadat ze de troon bestegen had.
Op haar veertiende had Victoria haar eerste Koninklijke Bal.

Victoria beweerde later dat ze zich eenzaam en onderdrukt voelde tijdens haar jeugd in Kensington Palace.

De Hertogin van Kent, wiens Engels slecht was, werd steeds meer afhankelijk en leunde steeds meer op de hulp van de stalmeester van haar overleden echtgenoot.

John Conroy was ambitieus en controlerend en zag een kans om zijn invloed in het koningshuis te vergroten. Als Victoria de troon zou erven voordat
ze 18 was, zou de hertogin Regent worden. Zijn plan was om de hertogin en Victoria onder zijn controle te brengen.

Hij stelde een reeks strenge regels op die bedoeld waren om de macht en positie van de moeder van Victoria te versterken,
die niet populair was in de bredere koninklijke familie. Deze regels werden bekend als het Kensington 'Systeem'.
Dit betekende dat Victoria relatief geïsoleerd opgroeide in Kensington Palace, hoewel ze constant onder toezicht stond,
zelfs niet in staat was naar beneden te lopen zonder iemands hand vast te houden voor het geval ze viel.

Het 'Systeem', zoals het werd genoemd, klinkt nogal wreed. Victoria kreeg een afkeer van Conroy en zijn poging om haar onder controle te houden.
Het systeem werkte echter in haar voordeel. Omdat ze zelden aan het hof was, werd Victoria niet geassocieerd met haar voorgangers - haar
impopulaire ooms George IV en William IV.

Victoria beschreef haar jeugd als eenzaam en ongelukkig, maar onderzoek door curatoren van Historic Royal Palaces suggereren dat
Victoria in haar latere leven haar jeugd slechter heeft herinnerd dan deze in werkelijkheid was.

Er is bewijs dat haar moeder van haar hield; Victoria genoot van uitstapjes naar de zee, het theater en haar geliefde ballet.
Het werd echter problematische verwennerij. Victoria gaf zelf toe dat ze verwend was en ‘heel erg verwend werd door iedereen’.


Foto: Richard Westall / Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II

Nadat vast stond dat Victoria Koning William zou opvolgen had de Hertogin van Kent geregeld dat er koninklijke tournees door het
land kwamen zodat het volk Victoria zou leren kennen. Ze schreef de vele indrukken van deze reizen op in haar dagboeken. Een van haar
eerste reizen door het Zwarte Land schokte haar. 'Het land is erg verlaten ... overal rokende en brandende kolenhopen, vermengd met
ellendige hutten en karren en kleine, haveloze kinderen.' Echter werden op den duur de reizen te vermoeiend voor haar en liep ze een
ernstige vorm van tyfus op, door hulp van Lehzen en de artsen kwam ze er weer boven op.

Toen Victoria 16 jaar was, was ze uitgegroeid tot een jonge vrouw. Na mate ze ouder werd, werd ze slanker. Ze gaf weinig om haar uiterlijk.


Foto: Alexandre-Jean Dubois Drahonet / Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II

Op 21 augustus 1837 tijdens het verjaardag diner van Koning William IV zei Koning William IV plotseling dat als hij overlijdt Victoria dan
op de troon kwam (de vader van Victoria was inmiddels al overleden). De moeder van Victoria werd dan geen regentes zoals John Conroy graag had gewild.
Tussen moeder en dochter werden de ruzies om de erfopvolging steeds erger.

Toen haar oom de koning eindelijk bij de dood leek te zijn, waren haar aanhangers opgetogen over het
vooruitzicht van een nieuwe start voor de monarchie. Ze werd gepresenteerd als 'The Nation's Hope'.


Foto: Sir George Hayter / Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II


Foto: Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II

Victoria wordt Koningin


Koning William IV werd in mei 1837 ernstig ziek en was toen ook al doof en begin juni 1837 werd duidelijk dat hij niet lang meer te leven had.
Op 20 juni 1837 sterft Koning William IV om in de vroegere uren van de dag. Op 20 juni 1837 werd Victoria om 6.00 uur gewekt door de heer Conyngham
(de Lord Chamberlain) en de Aartsbisschop van Canterbury om te horen dat ze koningin is geworden.


Foto: Henry Tanworth Wells / Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II

Victoria kleedde zich die dag in een zwarte rouwjurk, ter ere van haar oom. Wanhopig om zich los te maken van haar
moeder en Conroy, koos de 18 jarige kalm om haar eerste publieke optreden alleen te doen.

Ondanks dat ze fysiek klein was, maakte haar zelfverzekerde manier grote indruk op de mannen die waren verzameld tijdens de bijeenkomst
van de Toetredingsraad in de Red Saloon in het paleis. Zoals de Hertog van Wellington beschreef, 'ze vulde niet alleen haar stoel,
ze vulde de kamer.' Victoria beëdigde haar ooms en de leden van het Kabinet en de Geheime Raad. Hierna las zij haar allereerste verklaring voor.


Foto: David Wilkie / Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II

Victoria gaf opdracht om haar bed uit het vertrek van haar moeder te laten verwijderen. Victoria verwijderde John Conroy uit haar
hofhouding, die zich als privé secretaris van de nieuwe koningin zag, die later in 1841 naar het platteland verhuisde.

De jonge koningin stond om 8.00 uur op. Las in de bijbel en schreef rapporten tot 10.00 uur voor het ontbijt. Ze zag de ministers
van 11.00 tot 13.30 uur tot de lunch. Na de lunch reed ze een stevige rit te paard. Wanneer er tijd over was handelde de overige
post af. Het diner was om 20.00 uur.

Victoria was stellig in haar meningen. Victoria organiseerde veel diners, bals en recepties op Buckingham Palace en Windsor.

Victoria gaf opdracht voor de verhuizing van haar hofhouding naar Buckingham House wat ze later omdoopte tot Buckingham Palace.
Op 13 juli 1837 ruilde ze Kensington Palace in voor Buckingham Palace, later kreeg ze een hekel aan Buckingham Palace
door de slechte ventilatie en rokende schoorstenen

In haar eerste jaar als Koningin kwam de beweging onder de arbeidersklasse opgang voor democratie en tegen corruptie. De Telegraaf en de
spoorlijn tussen Manchester en Birmingham werden in het leven geroepen.

Op 28 juni 1838 vond de kroning van Victoria plaats in Westminster Abbey. Het was een 5 uur durende ceremonie.
Voordat ze in de kroningsstoel ging zitten om de bol, de scepter en de ring te ontvangen, de symbolen van het koninklijk gezag,
was ze gekleed in de supertunica, een geborduurd gewaad gemaakt van gouden stof. Een heleboel mensen waren naar Londen gevlogen,
zodat de straten vol stonden met toeschouwers, allemaal gretig om een glimp van de jonge koningin op te vangen. In het begin was ze
angstig maar naarmate de rit in de koets voortduurde, vervaagde haar angst. De kroon die Victoria droeg was niet de oude, drie kilo zware
van haar voorgangers, maar een veel kleinere kroon, die speciaal voor haar vervaardigd was. Op de kroningsdag waren de theaters gratis toegankelijk.
Er waren diners en gigantische vuurwerkshows.


Foto: Charles Robert Leslie / Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II


Foto: Sir George Hayter / Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II


Foto: Sir George Hayter / Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II


Foto: Thomas Sully / Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II


Foto: Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II


Foto: Press Association / https://twitter.com/RoyalFamily


Foto: Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II

Het inkomen dat Victoria ontving van de staat gaf haar de mogelijkheid om de schulden van haar vader af te lossen.

In haar eerste jaar als vorst zette Victoria nauwelijks een voet verkeerd.
Mensen keken uit naar een nieuw tijdperk. Doordat ze klein van stuk was, werd ze regelmatig onderschat.

In haar eigen woorden was ze vastbesloten om goed werk af te leveren. 'Ik zal mijn uiterste best doen om mijn plicht jegens mijn land na te komen',
schreef ze in haar dagboeken. 'Ik ben heel jong en misschien in veel, hoewel niet allemaal, onervaren, maar ik ben er zeker van dat maar heel
weinigen meer echte goede wil en meer echte begeerte hebben om te doen wat geschikt en juist is dan ik. Ondanks haar goede bedoelingen, vertrouwde
de jonge koningin te zwaar op enkele belangrijke ministers, voornamelijk Lord Melbourne, en maakte enkele ongelukkige fouten in het tweede jaar van
haar regering.

Toen de buik van de hofdame van haar moeder de Hertogin van Kent, Lady Flora Hastings begon op te zwellen dacht men binnen het hof dat zij in verwachting was.
Lady Flora Hastings en John Conroy hadden vaak gezamenlijke taken en er werd beweerd dat zij een verhouding hadden. Om de verdenkingen van Victoria en haar
hofdames weg te nemen werd arts James Clark aangewezen tot een medisch onderzoek bij Lady Flora. Lady Flora voelde zich in werkelijkheid al een tijdje niet
goed en klaagde over pijn in haar zij en hevige misselijkheid. Ze stemde uiteindelijk toe met het onderzoek. Het onderzoek op 17 februari 1839 toonde aan
dat ze nog volledig maagd was. De oorzaak van Lady Flora’s opgezette buik was een tumor op de lever. Op 23 februari 1839 bood Victoria, Lady Flora excuses aan.
Eind juni 1839 was Lady Flora doodziek en leed ze veel pijn. Op 27 juni 1839 bezocht Koningin Victoria Flora op. Op 5 juli 1839 Lady Flora met de Hertogin
van Kent knielend aan haar bed. Een autopsie, op Flora’s verzoek, bevestigde dat haar lever vergroot was en dat ze kanker had. Het had de populariteit van
Victoria geen goed gedaan. Het leerde Victoria om niet te luisteren naar roddels en om niet mee te doen aan roddels.

Omdat Victoria te weinig afwist van de slechte leef-en werkomstandigheden, omdat ze dit nooit heeft gekend, kon ze dit ook niet goed voorstellen
en verbeteren voor haar land. Victoria’s eerste premier was Lord Melbourne. Hij was haar mentor en was haar vaderlijke figuur, hij had veel invloed
op Victoria. Zij voelde liefde voor hem en later schaamde ze zich daarvoor. Eind 1838 voelde Victoria zich een tijd lang depressief.
In 1839 werd er een wet aangenomen waardoor vrouwen de voogdij konden krijgen over hun kinderen onder de 7 jaar.
In de tijd van Koningin Victoria waren er twee politieke partijen: de Tory’s (nu de Conservatieve Party) en de Whigs (nu de Liberal Democrats).
De Whigs werden geassocieerd met de stedelijke rijken en de niet kerkelijken. De Tory’s vertegenwoordigden de adel en andere landbezitters.
Victoria was opgevoed tot een whig aanhanger.

William Lamb, 2de burggraaf Melbourne was Victoria’s eerste minister. Hij was erg op Victoria gesteld en was te vertrouwen. Hij had een moeilijk
huwelijk gehad. Zijn vrouw ging vreemd. Ze hadden een dochter verloren. Ook hadden ze een epileptische en autistische zoon.
Later wilde zijn vrouw van hem scheiden.

Koningin Victoria leerde in 1832 paard rijden. Tot haar huwelijk met Prins Albert was dit één van haar favoriete buitenactiviteiten. Ze was een
bijzonder bedreven – bijna roekeloze- ruiter. Barones Lehzen en Lord Melbourne konden met moeite Victoria bij benen op de dagelijkse ritten te paard.

De productie- en textielindustrie bloeide op. Evenals de komst van de ijzer- en kolenindustrie. De stoomlocomotieven en de stoomboten kwamen op.
Ook werd de gasverlichting geïntroduceerd. Er was veel armoede en daarover schreef Charles Dickens. Victoria las de romans van Charles Dickens en
schrok van de verschrikkingen die Oliver Twist over de uithongering in werkhuizen en scholen schreef. Victoria wilde hier met Lord Melbourne over
praten, maar hij weigerde. De armen hadden te maken met lange werkdagen, slecht eten en ze woonden ook nog eens in overvolle, onhygiënische woonruimtes,
waardoor ze constant werden blootgesteld waren aan ziektes.

De nieuwe Armenwet in 1834 maakte een einde aan alle financiële ondersteuning van armen en voerde een systeem van Werkhuizen in.
In de Werkhuizen werden de mensen er vernederd en was het erg ellendig.

Regelmatig gaf Victoria geld uit aan goede doelen en bezocht ze instituten die haar aanspraken. Een van de eerste liefdadigheidsinstelling die ze
steunde was de Children’s Friend Society. De leefomstandigheden van de instelling was niet bepaald goed en na onderzoek en negatieve berichten
in de pers werd in 1841 de instelling opgeheven.

De trein zou het vervoer per postkoets al gauw gaan overnemen. In juli 1838 werd in Euston een nieuw station gebouwd. In september 1838 kon de
Grand Junction Railway Compagny de spoor verbinding tussen Birmingham en Londen openen. In 1841 was het spoornetwerk ver genoeg ontwikkeld om
betalende passagiers te kunnen vervoeren. Dit begon met de Great Western Railways, die een verbinding tussen Londen en Bristol aanbood.

Door de spoorwegen kon de post via de trein en hoefde niet meer via de postkoetsen. In november 1838 kreeg Victoria het genoegen om de eerste
zelfklevende postzegels te plakken op een poststuk, met haar afbeelding, wereldwijd de eerste in zijn soort.

In mei 1838 werd een People’s Charter (Volkshandvest) opgesteld waaruit de chartistenbeweging ontstond, die bestond tussen 1838 en 1860.
Er waren vaak protesten. De belangrijkste eis van het handvest was de invoering van het algemeen kiesrecht voor mannen boven de 21 jaar.


Foto: Press Association / The British Monarchy

Deze opmerkelijke jurk, gedragen door Koningin Victoria in 1851, werd ontworpen om kostuums te weerspiegelen aan het hof van Charles II,
bijna 200 jaar eerder. Het lijfje is versierd met zaadparels, terwijl het kant rond de schouders zorgvuldig is gekopieerd van 17e-eeuws
Venetiaans naaldpunt met verhoogde punt en waarschijnlijk in Ierland is gemaakt.


Foto: Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II


Foto: Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II


Foto: Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II


Foto: Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II


Foto: Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II / https://www.instagram.com/royalcollectiontrust/

Hobby’s Koningin Victoria


Koningin Victoria was een fervent amateur-kunstenaar en kreeg vanaf haar jeugd les in tekenen en schilderen. Haar output was productief, met meer
dan 4.000 van haar tekeningen, aquarellen, etsen en litho's nog steeds in de collectie, geproduceerd meer dan 60 jaar van haar bewind. Koningin
Victoria was ook een fervent dagboekschrijver en briefschrijver en haar interesse in kunst en kunstenaars gedurende haar hele leven blijkt uit
het uitgebreide archief van haar geschriften.

Koningin Victoria's verzameling en inbedrijfstelling van hedendaagse Britse en Europese kunst en fotografie bloeide op in samenwerking met haar echtgenoot,
Prins Albert. Hun gezamenlijke patronage van kunstenaars, ambachtslieden en beeldhouwers droeg bij aan een roemrijk tijdperk van kunst in Groot-Brittannië.


Foto: Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II


Foto: Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II


Foto: Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II


Foto: Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II


Foto: Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II


Foto: Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II


Foto: Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II


Foto: Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II

De Engelse Hofhouding


De Lord Chamberlain was de belangrijkste functie binnen de hofhouding. Hij ging over het huishoudelijk personeel dat bovengronds werkte
en dat serveerde of dienst had tijdens ceremonies en officiële functies en over de ambachtslieden die het interieur van de paleizen onderhielden.

De Lord Steward stond aan het hoofd van de huishouding die beneden werkten in de keukens, de voorraadkamer,
de bijkeukens, de bergruimtes en de washokken van het paleis.

De Master of the Horse was verantwoordelijk voor het onderhouden van de rijtuigen, in instrueerde de koetsiers en
organiseerde de stalling van en zorg voor de paarden. Ook de stalmeesters vielen onder zijn gezag.

Het onderhoud van de paleizen en het land eromheen behoord tot de afdeling Office of Woods and Forest.

Daarnaast waren er nog artsen, chirurgen, apothekers, beeldhouwers, schilders, kapelaans, fotografen, musici, tandartsen, inwonende
rattenvangers en schoorsteenvegers in dienst. Ook waren er kamerheren, bewakers, adjudanten, lakeien, pages en militair personeel.

Omdat er door de leidinggevenden niet goed onderling werd overlegd waren er voortdurend misverstanden.

De Mistress of Robes was verantwoordelijk voor de samenstelling van de werkroosters voor het totale aantal van 26 hofdames in
dienst van Koningin Victoria. Daarnaast had Victoria een garderobe dienstmeisje en een kamenierster.

De kamers van de hofhouding waren op last van Victoria slecht verwarmd, daarom wilden veel leden van de hofhouding vaak een
stevige wandeling maken, maar dat werd door Lord Melbourne verboden.

De hofdames en kamerheren aten altijd in gezelschap met de Koningin en daarna werden ze gevraagd om in de avond te blijven om haar gezelschap te houden.

Sinds Victoria op de troon zit, neemt het Britse Hof het naleven van het protocol nog serieuzer dan daarvoor. Victoria hecht waarde aan hofetiquette.

De eerste drie jaar genoot Victoria na jaren van isolatie van haar vrijheid. Ze omringde zich zelf de eerste drie jaar met mensen die ze leuk vond.

Gescheiden mensen werden niet toegelaten tot het hof, net zo min als niet adellijke echtgenotes van adellijke personen.

De belangrijkste hof ceremonies vonden plaats in het Londense seizoen, dat liep van mei tot juli.

Bij de Levées moesten de heren een militair uniform dragen. Als ze die niet hadden moesten ze een donkerrode pandjesjas dragen met een kniebroek,
een geborduurd vest van wit of crèmekleurige zijde en een kanten overhemd met ruches en lange witte zijden kousen. Daarbij dienden de heren een
zwaard te dragen een steek met randen die met gouddraad zijn afgezet. De heren moesten op de linkerknie knielen en de hand van de Koningin lichtjes kussen.

De Drwaing Rooms was voor Koninginnen of echtgenotes van Koningen. Jurken van de nieuwste mode waren een pre. Kanten hoofdsluiers of struisvogelveren
was de regel. Verder droeg men schitterende juwelen. Victoria woonde de Drawing Rooms niet bij in staatierobes maar in een rode japon met het insigne
en grootlint van de Orde van de Kousenband en op haar hoofd een diamanten tiara.

Prins Albert



Foto: William Edward Kilburn / Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II

Prins Albert (volledige naam Prins Franz August Karl Albert Emanuel) is geboren op 26 augustus 1819 als de jongere zoon van
Ernest I, Hertog van Saxe-Coburg-Saalfeld (later Saxe-Coburg-Gotha, (2 januari 1784 – 29 januari 1844) en Hertogin Louise
van Saxe-Coburg- Altenburg (21 december 1800). Hij bracht zijn jeugd door in Schloss Rosenau, het landgoed van zijn ouders
in de buurt van Coburg, en aan de hertogelijke paleizen in Coburg en Gotha. Zijn ouders waren getrouwd op 3 juli 1817.

Prins Albert heeft nog een oudere broer: Ernest II, Duke of Saxe-Coburg-Gotha (21 juni 1818 – 22 augustus 1893). Ernest
had vele minnaressen en minstens drie buitenechtelijke kinderen, voorafgaand aan zijn huwelijk met Alexandrine of Baden
leed Ernst aan een geslachtsziekte als gevolg van zijn vele aangelegenheden. Alexandrine was loyaal en toegewijd aan haar
echtgenoot, ondanks zijn ontrouw, en geloofde dat hun gebrek aan kinderen haar schuld was.

Het huwelijk van de ouders van Prins Albert was ongelukkig vanwege Ernest’ ontrouw en de drie buitenechtelijke kinderen.
Om wraak te nemen en vanwege eenzaamheid ging Louise ook vreemd. Na de geboorte van zijn zoons had hij genoeg van Louise
en in augustus 1824 werd ze uit het paleis verbannen. Louise kreeg St. Wendel, in het Vorstendom Lichtenberg als haar
nieuwe verblijfplaats en Louise werd gedwongen haar twee zonen achter te laten. Op 31 maart 1826 werd hun huwelijk
officieel ontbonden. Op 18 oktober 1826 huwt Louise stiekem in St. Wendel met Baron Alexander von Hanstein (9 juni 1804-
18 april 1884, later graaf van Pölzig en Beiersdrof). Op 30 augustus 1831 stierf de moeder van Albert aan baarmoederkanker.
Ernest hertrouwd op 23 december 1832 met Hertogin Marie of Württemberg (17 september 1799 – 24 september 1860). Ernest had
drie onwettige kinderen: Berta Ernestine von Schauenstein (26 januari 1817 - 15 augustus 1896) bij Sophie Fermepin de
Marteaux. En Ernst Albert en Robert Ferdinand, tweeling geboren in 1838 met Margaretha Braun.

Prins Albert ontving een brede opleiding, zowel aan Florschütz als aan de Universiteit van Bonn, die hij in 1837
en 1838 bijwoont. Prins Albert was nieuwsgierig, zelfverzekerd en had uitgesproken opvattingen. Hij toonde een
aanzienlijke aanleg in de natuurwetenschappen, talen, kunst en muziek, en zou een volleerde organist, zanger
en componist worden, evenals een amateurschilder. Ook kreeg Albert een training in schermen.

In 1838 - 1839 maakte Prins Albert een rondreis door Italië, Zuid-Duitsland en Zwitserland,
waarbij hij zijn schatten van kunst en architectuur en bezoekende kunstenaarsateliers
waardeerde, terwijl hij ook muziek studeerde en zanglessen volgde.

Hij richtte samen met zijn broer een natuurhistorisch museum op,
schreef poëzie en zamelde geld in voor een arm gezin in hun dorp.
Van zijn moeder erfde Albert haar vrolijkheid, gezond verstand en wijsheid.


Foto: Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II

Prins Albert heeft een diepe afschuw ontwikkeld voor ontrouw binnen het huwelijk, hij wilde dit dus zelf niet doen.
Prins Albert vertoonde aanzienlijke bekwaamheid in de natuurwetenschappen, talen, kunst en muziek. Prins Albert had ook
talent als organist, zanger en componist, maar ook als amateur kunstschilder. Van 1838-1839 maakte hij een rondleiding
in Italië, waar hij kunst en architectuur ontdekte terwijl hij ook muziekstudies en zanglessen bestudeerde.


Foto: Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II


Foto: Roger Fenton / Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II

Victoria's huwelijk met Prins Albert


In 1828, toen Victoria nog tien jaar moest worden werd er nagedacht over een goede echtgenoot, dit werd de kop ingedrukt door een artikel in The Times.
Halverwege 1830 werd er weer volop gezocht naar een kandidaat. In 1836 werd een serieuze poging gedaan door Victoria’s moeder en oom Leopold om een
geschikte man te zoeken. Een selectie van geschikte kandidaten werd op het paleis uitgenodigd. Victoria vond men alle niet goed.

Oom Leopold en de Hertogin van Kent begonnen plannen te maken om Ernest en Albert van Saxe-Coburg-Gotha uit te nodigen op het paleis.
De eerste ontmoeting tussen Victoria en Albert vond plaats op 18 mei 1836. Ze was zeer onder de indruk maar vond wel dat ze te jong was om te trouwen.

Na deze ontmoeting schreven Albert en Victoria elkaar brieven. Victoria vond dat ze beiden te jong waren en nog te onervaren om met elkaar te trouwen.
Ook vond ze Albert’s Engels niet zo goed. Oom Leopold liet baron Stockmar Engelse les geven aan Albert. In 1839 was Albert’s Engels goed genoeg.
Toch wilde Victoria nog wachten met trouwen.

Op 10 oktober 1839 bezochten Prins Albert en zijn broer Ernest op Windsor Castle Koningin Victoria op. Koningin Victoria was helemaal hotel de botel.
Albert was volwassen geworden en érg knap. Echter wilde ze niet meteen trouwen want ze vond haar leventje nu net zo prettig. Albert hield van Victoria
en wilde niet aan het lijntje worden gehouden. Op 13 oktober 1839 had ze haar mening over het huwelijk veranderd. Op 15 oktober 1839 deed Victoria een
huwelijksaanzoek aan Albert waarop hij meteen ja zei. De daarop volgende dagen gedroegen ze zich dolverliefde. Op 23 november 1839 heeft Victoria aan
de Geheime Raad bekend gemaakt dat ze in het huwelijk treed met Albert.

Een van de eerste geschenken die Prins Albert in november 1839 aan zijn verloofde stuurde, was een broche van goud en porselein. Het heeft de vorm
van een takje oranjebloesem. De brief met het geschenk zei: "Moge je met liefde denken aan je trouwe Albert als je het in je hand neemt".
Koningin Victoria had een plaquette toegevoegd aan de doos waarin de broche arriveerde.


Foto: Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II

Tijdens hun huwelijk gaf het paar elkaar geschenken, en veel van de geschenken van Prins Albert aan zijn vrouw werden geassocieerd met oranjebloesem.
In december 1845 schonk hij haar een tweede broche met oranjebloesem en bijpassende oorbellen, en op hun zesde huwelijksverjaardag in 1846 ging hij verder.
De Prins gaf een hoofdtooi gemaakt van bladgoud, witte porseleinen bloemen en groen geëmailleerde sinaasappels om de echte bloemenhoofdtooi te weerspiegelen
die Victoria droeg op haar trouwdag. De vier groene sinaasappels vertegenwoordigen hun vier oudste kinderen.
De Koningin was er blij mee en schreef: "het is zo'n mooie krans en zo'n lieve gedachte aan die van Albert".
Vervolgens droeg ze bij elk jubileum delen van de sieraden terwijl Prins Albert in leven was.


Foto: Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II

Het geloof van Prins Albert was een probleem: hij was orthodox luthers maar het merendeel van zijn familie was katholiek. De Anglicaanse Kerk is
protestant-christelijk. Het verbood in die tijd om met een katholiek te huwen. Deze wet is op 26 maart 2015 aangepast. Je mag sindsdien met een
katholiek huwen en tegelijk is de Salische wet afgeschaft.

Albert moest Ridder in de Orde van de Kousenband worden en een staatstoelage van 50.000 pond krijgen. De toelage werd uiteindelijk 30.000 pond
waar Victoria en Albert niet echt blij mee waren. Victoria wilde dat Prins Albert de titel Koning-gemaal zou krijgen, wat niet mocht van het parlement.
Het parlement weigerde Albert dezelfde koninklijke status te geven als Victoria en wees haar verzoek om hem in de Engelse adelstand te verheffen af.

In de weken voor haar bruiloft werd Victoria steeds zenuwachtiger. De liefde voor Albert zat diep maar dat gold ook voor haar liefde voor haar werk
en plichtsbesef. Victoria zal met Albert aan haar zijde meer werk verrichten dan ooit.

Vanuit Albert’s gezichtspunt was een huwelijk met Victoria niet slechts een kwestie van liefde, maar ook van plicht,
een missie om van nut te zijn, en iets waarbij een zekere zelfopoffering kwam kijken. Maar voor Victoria was de liefde echt alles.

Het huwelijk vond plaats op 10 februari 1840 in de Royal Chapel te St. James’s Palace. Het was de eerste koninklijke huwelijksceremonie
die werd georganiseerd met het plezier van het Londense publiek in gedachten. Ze reisde in een open rijtuig naar de Royal Chapel in het
St. James's Palace, zodat iedereen haar kon zien. Het was een indrukwekkende en eenvoudige huwelijksceremonie.

Prins Albert zag er prachtig uit in zijn uniform van Britse veldmaarschalk, met getailleerd rood jacquet en witte kniebroek.
Hij droeg het insigne van de Orde van de Kousenband in edelstenen gezet en vastgemaakt aan de twee satijnen rozetten op zijn rechterschouder,
de kousenband zelf om zijn knie gebonden.

Victoria’s trouwjurk was een witsatijnen jurk met kanten stroken, bijpassende kanten sluier en een eenvoudige krans van Oranjebloesems op het hoofd.
Ook had ze een satijnen sleep die bevestigd was aan haar middel. De jurk liet een deel van haar schouders en van haar borst vrij.

De bruidsmeisjes hadden witte rozen in hun haar en een eenvoudige witte, tule jurk ontworpen door Victoria.

Het was niet gebruikelijk om voor een bruid wit te dragen. Een keus voor wit was omdat ze dan beter zichtbaar zou zijn voor haar volk.
Ze zette met deze keuze een trend. De stof moest gemaakt worden met stof uit Groot-Brittannië. In dit geval witsatijn uit Spitalfields,
met brede stroken Honitonkant uit het plaatsje Beer in Devon over de rok en aan de mouwen. De jurk was gedecoreerd met sinaasappelbloesems
(een symbool van vruchtbaarheid) en daarbij droeg Victoria een halsketting en grote oorhangers van Turkse diamanten en een blauw saffieren
broche die Albert haar als huwelijkscadeau gegeven had. In haar eenvoudige bruidsboeketje waren mirtetakjes verwerkt – het symbool van de
eeuwigdurende liefde. Het patroon van de kant was afkomstig van de Schotse kunstenaar William Dyce, de jurk zelf werd gemaakt door hof
kleermaakster Mary Bettans.

Na de sobere ceremonie was er een bruiloftsbanket. Victoria had zich toen verkleed in een andere witte jurk, afgezet met zwanendons
en had een hoed opgezet. Na het banket reden ze naar Windsor Castle. In de volgende dagen waren de geliefden erg intiem.

Het huwelijk van Victoria - de witte jurk, de rijtuigrit door de straten, het zeer openbare karakter ervan - zette het patroon voor
elke volgende huwelijksceremonie in de hoofdlijn van afkomst binnen de koninklijke familie.

Een andere koninklijke bloementraditie die voortkomt uit Victoria en Albert is die van het mirte-takje, opgenomen in het boeket van elke koninklijke bruid sinds
de jaren 1850. Het takje komt uit een struik die in Osborne House is gekweekt uit een stek dat door Prins Albert vanuit Coburg is meegenomen naar zijn huis.

Victoria kon genieten van seks wat in die tijd ongewoon was. Seks was een verplichting wat hoorde bij de huwelijks staat in die tijd.
Er werd ook geen voorlichting gegeven. Prins Albert had alleen oog voor Victoria en ging niet vreemd, wat in die tijd ongewoon was voor een man.
Het laatste wat Victoria wilde was om heel snel zwanger te raken na haar huwelijk. Echter doordat er geen voorbehoedsmiddelen waren, was heel snel zwanger.


Foto: Sir George Hayter / Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II


Foto: Franz Xaver Winterhalter / Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II


Foto: Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II


Foto: Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II

In het begin van haar regering werd Koningin Victoria beïnvloed door twee mannen: haar eerste premier, Lord Melbourne, en daarna haar man, Prins Albert.

Victoria had vaak woede uitbarstingen die ze al sinds haar kindertijd had. Albert wilde dat ze haar emoties onder controle kreeg.
Victoria beloofde haar buiten in bedwang te houden.


Foto: Franz Xaver Winterhalter / Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II

Albert was niet anders dan veel mannen van zijn leeftijd, die aannamen dat een man de dominante rol in een huwelijk zou nemen. De bredere opvattingen
waren aan het veranderen wat een succesvol huwelijk opleverde: een schrijver vertelde haar vrouwelijke lezers destijds dat een gelukkige relatie gebaseerd
was op een belangrijke waarheid 'de superioriteit van je man als man'. De eerste zwangerschap van de koningin in 1840 hielp de situatie te verlichten.
Toen ze zich niet goed genoeg voelde, las Albert haar dagelijkse berichten van de regering aan haar voor. Naarmate de zwangerschap vorderde, plaatsten ze
hun bureaus naast elkaar in Buckingham Palace, zodat ze samen konden werken. Geleidelijk aan nam Albert meer controle, in feite Victoria's Private Secretary.

Bij elke geboorte was er een groep hooggeplaatste heren in een aangrenzende kamer verzameld. Na de geboorte kwam de verpleegster
de baby tonen aan de mannen om te kijken of de baby écht een koninklijke baby was.

Tijdens de 9 zwangerschappen gaf Victoria haar werk aan Albert, haar briljante, vertrouwde plaatsvervanger. Na de bevalling van de troonopvolger Albert Edward
leed Victoria een jaar lang aan een postnatale depressie. In de tijd van Victoria was de moedersterfte tijdens de bevalling extreem hoog. Tijdens haar
zwangerschappen was ze erg actief. Victoria en Albert deelden een interesse in het opvoeden en opvoeden van hun negen kinderen en gaven de wereld een
gelukkig gezinsbeeld. In tegenstelling tot veel aristocratische vaders van de periode, Albert speelde graag met zijn kinderen en bracht veel tijd met
hen door. 'Hij is zo aardig voor hen,' schreef Victoria, 'en ravotten met hen heerlijk.'

Koningin Victoria vond het geven van borstvoeding minderwaardig en afschuwelijk. Daarom werd er een Koninklijke Min aangesteld. Een min is een vrouw
die het kind van een ander (meestal tegen vergoeding) borstvoeding geeft. De min werd met zorg uitgezocht. Uiteraard moest zij kort van te voren zelf
een kind hebben gebaard. De smaak en het volume van de moedermelk werd beoordeeld. De min diende een goed karakter te hebben omdat men in een invloed
op het karakter van de zuigeling geloofde. Voor alle negen kinderen huurde Victoria een min in.

In de geschiedenis lieten vrouwen uit de adel en middenklasse hun baby voeden door een min. Later is een min uit de mode geraakt en begon men met
eigen borstvoeding of kunstvoeding. In 1866 is Nestlé de eerste ter wereld die oplosbaar babyvoedsel maakte als vervanging van moedermelk als het
moeders niet lukte om hun eigen kind te voeden. Hierbij benadrukte hij echter dat elke moeder die in staat was haar kind zelf te voeden dit moest doen.
De export van Nestlé ging over de hele wereld. De principes van de oprichter Nestlé worden nog altijd gevolgd want Nestlé vindt dat moedermelk de
ideale voeding voor de zuigeling blijft.


Foto: Sir Edwin Landseer / Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II


Foto: Franz Xaver Winterhalter / Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II

Victoria was een vertederende moeder. In haar dagboeken staan getuigenissen van haar genegenheid en liefde voor haar kinderen en van het
plezier dat ze beleefde met het spelen met hen. Ze leidde een gelukkig gezinsleven met Albert en de kinderen. Victoria beschreef haar kinderen
in brieven zoals ze de meeste mensen beschreef: op een botte, vaak harde manier. Ze behandelde haar kinderen streng. Soms vond ze haar kinderen
vervelend en soms gaven ze haar veel vreugde.

Feestdagen en verjaardagen werden gemarkeerd met grote opwinding, met scènes van vreugdevolle kerstdansen, bedacht door Albert,
die in de nieuwe geïllustreerde kranten verschijnen tot grote publieke verrukking.

Op 7 april 1853 bij haar achtste kind: Leopold, gebruikte Victoria voor het eerst chloroform. Dit voorbeeld was voor een hele generatie
vrouwen een stimulans om dit eerste pijn bestrijdingsmiddel voor kraamvrouwen te proberen. Het was een klein stapje op de lange weg die
vrouwen in de eeuw daarna zouden afleggen om controle te krijgen over hun eigen lichaam. Hun zoontje Leopold had hemofilie B, een aandoening
waarvan het gen door een van de ouders wordt overgedragen, maar zich alleen bij mannen uit. Drie van Victoria’s dochters zouden het gen
doorgeven met rampzalige gevolgen met namen voor het Russische Tsarenpaar.

Victoria en Albert kregen negen kinderen:

- Victoria (Vicky) Adelaide Mary Louise (21 november 1840- 5 augustus 1901) huwt met Koning Friedrich III van Duitsland.
Friedrich en Victoria kregen acht kinderen:
1. Wilhelm (27 januari 1859- 4 juni 1941)
2. Charlotte (24 juli 1860- 1 oktober 1919)
3. Heinrich (14 augustus 1862- 20 april 1929)
4. Sigismund (15 september 1864- 18 juni 1866)
5. Victoria (12 april 1866- 13 november 1929)
6. Waldemar (10 februari 1868- 27 maart 1879)
7. Sophie (14 juni 1870- 13 januari 1932)
8. Margarete (22 april 1872- 22 januari 1954)

- Albert Edward (9 november 1841- 6 mei 1910) huwt met Prinses Alexandra van Denemarken. Edward en Alexandra kregen zes kinderen:
1. Prins Albert Victor (8 januari 1864- 14 januari 1892)
2. Koning George V (3 juni 1865- 20 januari 1936)
3. Louise (20 februari 1867- 4 januari 1931)
4. Victoria (6 juli 1868- 3 december 1935)
5. Maud (26 november 1869- 20 november 1938)
6. Alexander John (6 april 1871- 7 april 1871)

- Alice Maud Mary (25 april 1843- 14 december 1878) huwt met Louis IV van Hessen-Darmstadt. Prinses Alice en Louis IV kregen zeven kinderen:
1. Prinses Victoria (5 april 1863 - 24 september 1950)
2. Prinses Elizabeth (1 november 1864 - 18 juli 1918)
3. Prinses Irene (11 juli 1866 - 11 november 1953)
4. Ernest Louis (25 november 1868 - 9 oktober 1937)
5. Prins Friedrich (7 oktober 1870 - 29 mei 1873), overleden na een val uit het raam.
6. Prinses Alix (6 juni 1872 - 17 juli 1918), gehuwd met Tsaar Nicholas II en heet voortaan: Alexandra Feodorovna.
7. Prinses Marie (24 mei 1874 - 16 november 1878), overleden aan difterie.

- Alfred Ernest Albert (6 augustus 1844- 30 juli 1900) huwt met Grootvorstin Maria Alexandrovna, enige dochter van tsaar Alexander II.
Alfred en Maria Alexandrovna kregen 6 kinderen:
1. Prins Alfred (15 oktober 1874 - 6 februari 1899)
2. Prinses Marie (29 oktober 1875 - 18 juli 1938)
3. Prinses Victoria Melita (25 november 1876 - 2 maart 1936), tweede huwelijk was met Kirill van Rusland.
4. Prinses Alexandra (1 september 1878 - 16 april 1942)
5. Dood geboren Zoon (13 oktober 1879 - 13 oktober 1879)
6. Prinses Beatrice (20 april 1884 - 13 juli 1966)

- Helena Augusta Victoria (25 mei 1846- 9 juni 1923) huwt met Christian van Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-Augustenburg.
Christian en Helena kregen zes kinderen:
1. Prins Christian Victor (14 april 1867 - 29 oktober 1900)
2. Prins Albert (28 februari 1869 - 27 april 1931)
3. Prinses Helena Victoria (3 mei 1870 - 13 maart 1948)
4. Prinses Marie Louise (12 augustus 1872 - 8 december 1956)
5. Prins Harold (12 mei 1876 - 20 mei 1876)
6. Dood geboren Zoon (7 mei 1877 - 7 mei 1877)

- Louise Caroline Alberta (18 maart 1848- 3 december 1939) huwt met John Campbell, 9th Duke of Argyll.
Louise en John kregen geen kinderen. Veel mensen dachten dat John homoseksueel was. Louise had een affaire met Joseph Edgar Boehm.

- Arthur William Patrick Albert (1 mei 1850- 16 januari 1942) huwt met Prinses Louise Margaretha van Pruisen. Arthur en Louise kregen drie kinderen:
1. Prinses Margaret (15 januari 1882 - 1 mei 1920) huwde met Koning Gustaf VI Adolf van Zweden.
2. Prins Arthur (13 januari 1883 - 12 september 1938)
3. Prinses Patricia (17 maart 1886 - 12 januari 1974)

- Leopold George Duncan Albert (7 april 1853- 24 maart 1884) huwt met Helena van Waldeck-Pyrmont (zus van Koningin Regentes Emma van Waldeck-Pyrmont).
Leopold en Helena kregen twee kinderen:
1. Prinses Alice (25 februari 1883 - 3 januari 1981)
2. Prins Charles (19 juli 1884 – 6 maart 1954)

- Beatrice Mary Victoria Feodore (14 april 1857- 26 oktober 1944) huwt met Henry van Battenberg. Prinses Beatrice en Prins Henry kregen vier kinderen:
1. Prins Alexander (3 november 1886 – 23 februari 1960)
2. Victoria Eugenie (24 oktober 1887 – 15 april 1969) huwde Koning Alfonso XIII van Spanje. Alfonso XIII is de overgrootvader van Koning Felipe VI van Spanje.
3. Prins Leopold (21 mei 1889 – 23 april 1922)
4. Prins Maurits (3 oktober 1891 – 27 oktober 1914)


Foto: Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II

Koningin Victoria had gevraagd of haar jongste dochter Beatrice en haar gezin bij Victoria zouden wonen en dat deed ze ook.

Albert en Victoria zagen de dynastieke huwelijken tussen hun kinderen en leden van de Europese Koningshuizen als extra waarborg voor vrede.

De ingrijpende gebeurtenissen aan het Duitse Hof zorgde ervoor dat Victoria’s en Albert’s plan voor de dynastieke huwelijken wankelden.

Koningin Victoria had een grote afschuw voor Rusland en wilde voorkomen dat haar kleinkinderen gingen trouwen met Russische verwanten.
Rusland was een groot rijk en wilde steeds meer gebied. Het Britse Rijk wilde ook steeds meer gebied. Regelmatig botste Rusland met Groot-Brittannië.
Koningin Victoria maakte zich zorgen over Ruslands expansionisme en autocratische karakter van de tsaar. De absolute macht van de tsaar werd daar
gezien als door God gegeven.

Als 13 jarige kreeg Victoria haar eerste dagboek. Op 31 juli 1832 schreef ze haar allereerste zin in het dagboek. Dit groeide uit in de
daarop 70 jaar in 141 dagboeken. Koningin Victoria had haar jongste dochter Prinses Beatrice gevraagd na haar dood haar dagboeken te publiceren,
dus begon Prinses Beatrice na de dood van haar moeder de dagboeken te lezen en bepaalde stukken te verwijderen. Pas in 1931 was ze klaar met de
141 boeken, die nu teruggebracht waren tot 111 dagboeken die nu in de Koninklijke Archieven in Windsor Castle liggen.

Victoria en haar dochter Vicky hadden een jarenlange briefwisseling met elkaar.


Foto: Arthur James Melhuish / Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II


Foto: Byrne & Co / Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II

De familie verdeelde hun tijd tussen Buckingham Palace, Windsor Castle, Balmoral en Osborne House. Landbouwwetenschap was een van zijn vele
belangen; hij studeerde nieuwe ontwikkelingen in de landbouw en moderniseerde de boerderijen in Windsor, Osborne en Balmoral.

Toen op 14 april 1857 hun negende kind Beatrice werd geboren adviseerde haar dokter haar om geen kinderen meer te krijgen.
Na 10 jaar huwelijk kwam er spanning in het huwelijk. Victoria werd kwaad over de last van het baren van kinderen.
Toch was het huwelijk nog steeds gelukkig waarin ze elkaar steunden.

Victoria en haar familie reisden en werden op een ongekende schaal gezien dankzij transportverbeteringen en andere technische veranderingen
zoals de verspreiding van kranten en de uitvinding van fotografie. Victoria was de eerste regeren monarch die gebruik maakte van treinen - zij
maakte haar eerste treinreis in 1842.

Victoria’s populariteit kwam voort uit haar alledaagsheid als moeder en haar onmiskenbare tevredenheid als echtgenote.
Albert was betrokken bij de opvoeding van de kinderen, maakte plezier met ze, leerde ze dingen. Victoria stond voor een liefdevol,
eenvoudig gezinsleven en niet voor buitensporigheid en laksheid. Dit heeft er mede voor gezorgd dat de monarchie in Groot-Brittannië
niet omver is geworpen. In 1848 waren er verschillende Europese Revoluties waarbij verschillende monarchieën om vielen. Een protest in
Groot-Brittannië is door een goede aanpak van de politie de kop ingedrukt.

Toen Victoria 40 jaar werd, werd ze slanker. Ze was blij dat ze eindelijk verlost was van de cyclus van kinderen krijgen
en ze genoot daarom extra van het eiland Whigt. Ze had hier een knecht John Brown, die ze later haar beste vriend zou noemen.
In de Schotse Hooglanden ondernamen Albert en Victoria lange tochten.

Ondanks de nieuwe ideeën van Victoria had ze ook een ouderwetse traditie: het uithuwelijken. Al haar 9 kinderen en 32 kleinkinderen werden
uitgehuwelijkt aan alle Europese Vorstenhuizen waardoor ze de bijnaam 'de Grootmoeder van Europa' kreeg.

In 1854 stierf John Conroy. De moeder van Victoria gaf toen aan haar dochter toe dat John Conroy tegen
Victoria lullig is geweest en daarmee was de vervreemding tussen moeder en dochter voorbij.


Foto: Bryan Edward Duppa en Gustav William Henry Mullins / Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II


Foto: Gustav William Henry Mullins en Roger Fenton / Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II


Foto: Gustav William Henry Mullins en Roger Fenton / Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II


Foto: Frances Sally Day / Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II


Foto: Roger Fenton (fotograaf) / Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II


Foto: Roger Fenton (fotograaf) en Carl Haag (colourist) / Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II


Foto: Leonida Caldesi / Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II


Foto: John Jabez Edwin Mayall / Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II


Foto: Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II


Foto: Dr Ernst Becker / Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II


Foto: Caldesi & Montecchi / Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II


Foto: Jabez Hughes / Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II / Prinses Alice, Kroonprinses Alexandra en Koningin Victoria.

De foto hieronder is gemaakt op 16 juli 1894 van Koningin Victoria (1819-1901), zittend, met het kind Prins Edward van York (1894-1972)
later de hertog van Windsor. Achter de Koningin staat Edward, Prins van Wales (1841-1910) later Koning Edward VII (links) en
Prins George of York (1865-1936), later Koning George V.


Foto: Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II

De groepsfoto hieronder is genomen op 5 augustus 1899 in Osborne House van vier generaties van de koninklijke familie, waaronder
Koningin Victoria (1819-1901); Koning Edward VII (1841-1910) toen Albert Edward, Prins van Wales; Koning George V (1865-1936) toen
Prins George, Hertog van York en Edward VIII, later de Hertog van Windsor (1894-1972) toen Prins Edward van York, die een zeemansoutfit droeg.


Foto: Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II

De groepsfoto hieronder is genomen in het huis van Osboune, waaronder Koningin Victoria (1819-1901); Koningin Mary (1867-1953) toen Prinses Mary,
Hertogin van York, Mary, Prinses Royal en gravin van Harewood (1897-1965) vasthield, toen Prinses Mary van York, op de schoot van de Hertogin;
Koning Edward VIII, later de Hertog van Windsor (1894-1972) toen Prins Edward van York; Prinses Margaret van Connaught (1882-1920);
Koning George V (1865-1936) toen Prins George, Hertog van York; Koning George VI (1895-1952) toen Prins Albert van York; Prins Arthur van Connaught (1883-1938);
Prinses Louise Margaret van Hertogin van Connaught (1860-1917); Prinses Patricia van Connaught (1886-1974); Prinses Marie Louise van Sleeswijk-Holstein
(1872-1956); Prins Leopold van Battenberg (1889-1922); Prins Alexander van Battenberg (1886-1960); Prins Maurits van Battenberg (1891-1914);
Prinses Beatrice van het Verenigd Koninkrijk (1857-1944); Victoria Eugenie van Battenberg (1887-1969);
Prinses Helena Victoria van Sleeswijk-Holstein (1870-1948), allen zittend aan een tafel in de tuin.


Foto: Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II


Foto: Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II

Op de foto hieronder zijn Koningin Victoria en familie in Coburg op 21 april 1894, bijeengekomen voor het huwelijk van
Prinses Victoria Melita van Saksen-Coburg en Gotha (1876-1936) en Ernest Louis, Groothertog van Hessen (1868-1937), beide
kleinkinderen van koningin Victoria. De bruiloft vond plaats op 19 april 1894. De groep bestaat uit leden van de Pruisische en
Russische koninklijke families. Deze foto is gemaakt door Koningin Victoria als onderdeel van haar reeks albums getiteld 'Portraits of Royal Children'.
Ze wordt omringd door afstammelingen uit heel Europa, verzameld voor het huwelijk van Prinses Victoria Melita van Saxe-Coburg en Gotha
(de dochter van Koningin Victoria's zoon, Alfred) en de groothertog van Hessen (de zoon van Koningin Victoria's dochter, Alice). Bij de Koningin
zit haar oudste dochter Victoria, nu Keizerin-Weduwe van Duitsland, met haar oudste zoon, Keizer Wilhelm II. De Prins van Wales (later koning Edward VII)
en tsaar Nicolaas II van Rusland zitten ook in de groep. Nicholas en Prinses Alix van Hessen, die naast hem stond, hadden hun verloving aangekondigd op
20 april 1894. De foto vertegenwoordigt de positie van Koningin Victoria als de 'grootmoeder' van Europa, op het moment voordat familieallianties
ineenstortten en Europa uiteindelijk in oorlog uitbarstte in 1914. Koningin Victoria schreef in haar dagboek voor 21 april 1894: "Ons hele familiefeest
werd gefotografeerd door zowel Engelse als Duitse fotografen. Veel groepen werden meegenomen, en sommigen van mij met Vicky en mijn 3 zonen, en William."


Foto: Eduard Uhlenhuth / Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II

Foto van Koningin Victoria juli-augustus 1900 in de tuin van Osborne met vier van haar achterkleinkinderen:
Prins Edward (1894-1972); Prins Albert (1895-1952); Prinses Mary (1897-1965) en Prins Henry of York (1900-1974).


Foto: Hughes & Mullins : Ryde, Isle of Wight / Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II

Portretten Koningin Victoria van Franz Xaver Winterhalter



Foto: Franz Xaver Winterhalter / Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II


Foto: Franz Xaver Winterhalter / Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II


Foto: Franz Xaver Winterhalter / Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II


Foto: Franz Xaver Winterhalter / Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II


Foto: Franz Xaver Winterhalter / Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II


Foto: Franz Xaver Winterhalter / Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II


Foto: Franz Xaver Winterhalter / Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II


Foto: Franz Xaver Winterhalter / Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II


Foto: Franz Xaver Winterhalter / Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II


Foto: Franz Xaver Winterhalter / Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II


Foto: Franz Xaver Winterhalter / Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II


Foto: Franz Xaver Winterhalter / Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II

Tartan jurk Koningin Victoria


De tartan jurk van Koningin Victoria is vanaf 6 februari 2020 te zien in het Palace of Holyroodhouse. Het geruite Schotse wollen stof van de jurk
is onlangs geïdentificeerd als MacDonnell of Glengarry tartan. Tartan stoffen waren populair in de 19e eeuw, en Koningin Victoria en Prins Albert
pleitten voor het dragen van tartan in hun eigen kleding en die van hun kinderen.


Foto: Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II


Foto: Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II


Foto: Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II


Foto: Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II


Foto: Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II

Victoria en Albert vieren Kerstmis


Koningin Victoria en Prins Albert huwden in februari 1840. Ze vierden elk van hun 20 Kerstmissen samen in Windsor Castle. Hun geschenken aan
familie en vrienden waren gerangschikt op tafels versierd met seizoensgebonden gebladerte en kleine individuele kerstbomen. Geschenken werden
uitgewisseld op kerstavond, 24 december, in overeenstemming met de Duitse traditie. De geschenken vierden plaatsen die ze het afgelopen jaar
hadden bezocht, de interesse van het paar in kunst en sieradenontwerp, en vaak met afbeeldingen van hun negen kinderen. Tegenwoordig handhaaft
de koninklijke familie de Duitse traditie van het uitwisselen van kerstcadeaus op kerstavond.

Ter gelegenheid van het 200-jarig jubileum van de geboorte van koningin Victoria en Prins Albert in 2019, biedt de Octagon Dining Room van
30 november 2019 - 5 januari 2020) een speciale weergave hebben van geschenken uitgewisseld tussen het koninklijke paar tijdens de vele
kerstdagen die ze samen op Windsor Castle hebben doorgebracht.


Foto: James Roberts / Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II


Foto: Dr Ernst Becker / Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II

Koningin Victoria en Prins Albert brachten vele kerstdagen door in Windsor, genietend van het winterseizoen.
Prins Albert was een volleerd schaatser en koningin Victoria vond het leuk om hem te zien ijshockeyen op het bevroren
meer in Frogmore House, dat ongeveer een mijl van Windsor Castle lag.

Koningin Victoria nam instructies in het schaatsen van een docent uit Eton, maar ze gaf er de
voorkeur aan om in een slee te worden geduwd die door Prins Albert was aangepast voor het ijs.


Foto: Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II

Deze gekleurde lithografie hieronder toont Koningin Victoria vergezeld door de Hertogin van Kent en de prinses Royal, in de slee
van de Koningin. Prins Albert rijdt de slee door het winterlandschap in Brighton - het Royal Pavilion is te zien aan de horizon.

De donkerrode en gouden slee is aan de binnenkant gevoerd met rood fluweel. Het wordt getrokken door twee paarden, hun harnassen
versierd met struisvogelpluimen en zilveren klokken van verschillende grootte, die drie verschillende tonen speelden.


Foto: Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II

Tijdens Kerstmis 1855 waren Groot-Brittannië, Frankrijk en Turkije verwikkeld in een oorlog met Rusland op het Krim-schiereiland.
Deze broche hieronder viert de geallieerde grootmachten van Groot-Brittannië en Frankrijk, hun respectieve vlaggen bezet met robijnen,
saffieren en diamanten, en Turkije, met haar wassende embleem bezet met smaragden. Alleen kerstavond in 1855 was vrij van oorlog voor
de koningin; zowel op eerste kerstdag als tweede kerstdag ontving ze militaire functionarissen om haar te raadplegen en te informeren
over de voortgang van het conflict. Van Prins Albert voor Koningin Victoria, Kerstmis 1855


Foto: Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II

Het oudste kind van Koningin Victoria en Prins Albert, Victoria, de Prinses Royal, was net twee geworden vóór Kerstmis 1842.
Deze broche beeldt haar af als een gevleugelde cherub en haar pose werd geïnspireerd door een schilderij van de Italiaanse
kunstenaar Raphael (1483-1520), die Prins Albert bezonder bewonderde. Van Prins Albert voor Koningin Victoria, Kerstmis 1842


Foto: Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II

Als een modieuze jongeman in de jaren 1840 zou Prins Albert een wandelstok hebben gebruikt als onderdeel van zijn formele kleding. Deze stok
hieronder werd hem gegeven door Koningin Victoria tijdens hun eerste kerst als een getrouwd stel. Ze was eind november bevallen van hun eerste
kind, Victoria, de Princess Royal, in Buckingham Palace en was slechts enkele dagen voorafgaand aan Kerstmis in Windsor Castle geweest.
Ze registreerde het gebrek aan tijd om dat jaar voorbereidingen te treffen voor kerstcadeaus in haar dagboek.
Van koningin Victoria voor Prins Albert, Kerstmis 1840


Foto: Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II

Prins Albert ontwierp deze armband hieronder voor zijn vrouw en presenteerde haar elke schakel toen hun negen kinderen vier jaar oud werden.
De vierde link toont Prins Alfred, bekend als Affie. Na de geboorte van zes kinderen was de armband lang genoeg om te dragen. Het echtpaar
zou nog drie kinderen krijgen, waarvan de drie miniaturen een apart gedeelte van de hoofdarmband vormen, die kunnen worden uitgewisseld met
de originele stukken. Van Prins Albert voor Koningin Victoria, Kerstmis 1848


Foto: Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II

Dit geschenk hieronder miste bijna het op tijd klaar zijn, "Arme lieve Albert was op een geweldige manier, bij zijn 2 belangrijkste cadeaus
voor mij dat ik niet was aangekomen, en ik had zo medelijden met zijn teleurstelling’ maar het kwam later die dag aan. Het beeld van de Prins
met harnas zou een van de favorieten van zijn vrouw worden, in vele vormen gereproduceerd, en een versie ervan werd naast haar bed in Osborne
House geplaatst. Deze armband werd de rest van haar leven regelmatig door de koningin gedragen. Van Prins Albert voor Koningin Victoria, Kerstmis 1844


Foto: Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II

Tegen Kerstmis 1842 was het echtpaar bijna drie jaar getrouwd en had een dochter, Victoria, die
net twee was geworden, en een zoon, Albert Edward, later koning Edward VII, van zes maanden.
Van Koningin Victoria voor Prins Albert, Kerstmis 1842


Foto: Sir Francis Grant / Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II

Dit onderstaande portret toont de vierjarige Prins van Wales, de erfgenaam van de Britse troon, zonder de symbolen van koninklijke status.
Zijn houding toont een zelfverzekerde jonge jongen, gekleed in een matrozenpakje dat door zijn moeder was gekocht. Het zonnige landschap
riep zomerherinneringen op aan Osborne House, de privéwoning van de koninklijke familie op het Isle of Wight, of hun zomertour in dat
jaar van Cornwall en de Scilly-eilanden, waarbij de jonge prins met zijn vader graag specimens zeewier had verzameld.
Van Prins Albert voor Koningin Victoria, Kerstmis 1846


Foto: Franz Xaver Winterhalter / Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II

Het koninklijke echtpaar huurde het Balmoral-landgoed voor het eerst in 1848 en kocht het in 1850. Bij hun eerste bezoek registreerde de
Koningin haar indruk: "Het is een mooi klein kasteel, in de oude Schotse stijl ... Vooraan zijn een mooi gazon en een tuin, met een hoge
beboste heuvel achter, en aan de achterkant is er een bos. De heuvels stijgen rondom." Dit schilderij toont het oude kasteel dat later
werd afgebroken en herbouwd. Balmoral blijft in koninklijk bezit en Koningin Elizabeth II brengt meestal de zomermaanden door in het kasteel.
Van Koningin Victoria voor Prins Albert, Kerstmis 1848


Foto: James Giles / Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II

Sommige kerstgeschenken weerspiegelden koninklijke werkbezoeken die het afgelopen jaar werden uitgevoerd. In september 1846 reisden de
Koningin, prins Albert en hun twee oudste kinderen over de Kanaaleilanden en de kust van Cornwall op het koninklijke jacht Victoria en Albert.
De Koningin werd getroffen door de schoonheid van de zee die dag, en de "hoeveelheden Cornish Pilchard Fishermen, in hun nieuwsgierige grote boten,
die rond en rond bleven draaien." Van Koningin Victoria voor Prins Albert, Kerstmis 1846


Foto: Clarkson Stanfield / Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II

Koningin Victoria bezocht Ierland in augustus 1849. Op een middag kon Prins Albert alleen de winkels van Dublin bezoeken en maakte van de
gelegenheid gebruik om twee vergelijkbare broches te bestellen, gebaseerd op de Keltische voorbeelden uit de negende en tiende eeuw.
Deze werd dat jaar als kerstcadeau gegeven. De broche hieronder weerspiegelt de interesse van het koninklijk paar in de geschiedenis
en de steun van Prins Albert voor eigentijds sieradenontwerp. Van Prins Albert voor Koningin Victoria, Kerstmis 1849


Foto: Edmund Johnson / Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II

Victoria en Albert werken samen


De Krimoorlog vond plaats van oktober 1853 tot februari 1856.

Albert bleek vol zelfvertrouwen te zijn en wenste gehoord en gerespecteerd te worden. Prins Albert was een zeer intelligente man, met een sociaal geweten.
Victoria en Albert hielden allebei van macht: Victoria had vrijheid als Koningin, Albert wilde veranderingen tot stand brengen, leiding geven en invloed
uitoefenen. Hierdoor waren er ook conflicten tussen beiden. Albert was vastbesloten om een uniek krachtige rol als Prins-gemaal uit te spelen, waarbij
hij de leiding had over veel van de toezeggingen van zijn vrouw.

Albert raakte geobsedeerd dat barones Lehzen zijn vrouw beïnvloedde, zo overtuigde hij Victoria ervan haar oude gouvernante terug naar Duitsland te sturen.
Zonder Lehzen en haar goede vriend, voormalige premier Melbourne (overleden in 1842), raakte de koningin volledig afhankelijk van Albert.

Victoria en Albert's familie groeiden op tegen een achtergrond van een wereld gekenmerkt door radicale en ongekende verandering.
Haar heerschappij luidde een tijdperk van enorme technologische vooruitgang en legendarische bouwprestaties in.

Het was een tijdperk van innovatie. De grandioze constructie zoals de Clifton Suspension Bridge, 's werelds eerste, werd gebouwd
door Isambard Kingdom Brunel en voltooid in 1864.

Groot-Brittannië was een bruisende, commerciële, welvarende plaats, hoewel met een schokkende donkere onderwereld van armoede, vervuiling en sloppenwijken.

Ondanks een straffend systeem van straffen en strenge armoedewetten, moord, verkrachting, prostitutie, diefstal, wijdverspreide bedelarij
en terrorisme, waren ze allemaal onderdeel van de hectische ontwikkeling van Groot-Brittannië in de 19e eeuw.

Victoria zelf was diep sociaal conservatief en dacht dat mensen zouden moeten blijven in de sociale klassen waarin zij waren geboren.
Ze zei ooit dat het idee om vrouwen de stem te geven een 'gekke en slechte dwaasheid' was.

De oosterse kwestie, was een vraagstuk wat er met de grondgebieden van het Ottomaanse Rijk gedaan moest worden, wanneer deze uit elkaar spatte.
Vooral ging dit conflict tussen Engeland en Rusland. In 1877 wist Rusland de Turken vernietigend te verslaan, maar werd teruggefloten door
Oostenrijk-Hongarije, Duitsland en Engeland. Dit leidde bijna tot een oorlog die Duitsland echter door bemiddeling wist te voorkomen, door
het Congres van Berlijn, het land werd onderling verdeeld.

Van 1840 tot 1882 werden zeven pogingen gedaan om Koningin Victoria te vermoorden. Ze reageerde onverstoorbaar en dapper maar innerlijk was zij ontdaan.
Haar moedige houding ten opzichte van deze moordpogingen heeft haar populariteit sterk versterkt. Het betrof voornamelijk daden van geestelijk instabiele
aandacht zoekers, die geen enkele intentie hadden om de Koningin écht te doden.

In 1840 werd Prins Albert geridderd als Knight of the Garter en richtte de Privy Counsellor op.
In 1857 kreeg Prins Albert de officiële titel van Prins Consort.

Koningin Victoria en Prins Albert begonnen de bekende praktijk van koninklijke bezoeken, ontmoeten leden van het publiek
en leerden over hun werk in plaatsen zoals fabrieken en ziekenhuizen.

Eind 1840 was Prins Albert opgenomen in de hofhouding. Eind 1842 was Prins Albert particulier secretaris van Victoria geworden.
Hij werd lid van de Geheime Raad en werd regent voor als Victoria vroegtijdig zou overlijden. Prins Albert las staatsstukken en adviseerde Victoria.
Samen met Victoria las hij de geschiedenis van Groot-Brittannië. Prins Albert hielp Victoria met te leren boven de partijen te staan. Hiermee zorgde
Albert dat er een opstand tegen de kroon werd voorkomen. Prins Albert wilde dat de hofhouding niet politiek gericht was.

De problemen die Albert in Groot-Brittannië het meest bezighielden waren: Leger hervormingen, onderwijs, slavernij, arbeidsomstandigheden en
buitenlandse betrekkingen (handel). Hij correspondeerde vrij met staatshoofden – met een aantal was hij natuurlijk verwant - over diplomatieke
en politieke kwesties. In Binnenlandse Zaken werd de invloed van Prins Albert uitgeoefend in de richting van het humanisme en gematigde hervorming.
Hij sprak zich uit tegen de slavernij en kinderarbeid, en was instrumenteel in het veiligstellen van de afschaffing van de duelleren tussen legerofficieren
en kreeg het voor elkaar dat de Graanwetten werden afgeschaft. Prins Alberts sterkte punten waren: bezorgdheid, attendheid, intelligentie en tederheid.
Muziek, kunst, huisvesting en architectuur lagen Albert aan het hart.

In 1833 was er door een wet een einde gekomen aan de slavernij in het gehele Britse Rijk. Op 1 juni 1840 werd Prins Albert voorzitter van de
Society for the Extinction of the Slave Traffic and the Civilisation of Africa. Op 12 t/m 23 juni 1840 vond de Wereld Antislavernijconventie
plaats waar Albert een toespraak hield.

Prins Albert nam plaats in allerlei organisaties zoals: The Royal Agricultural Society, Philharmonic Society, British Association,
Society for Improving the Condition of the Laboring Classes, Statistical Congress of All Nations Conference, National Education Conference,
Dublin Exhibition, The Great Exhibition, Society of The Arts, Society for the Extinction of Slavery, The Royal Commission for Fine Arts.

The 1819 Cotton Mills and Factories Act: stelde dat geen kinderen jonger dan 9 jaar in dienst zouden zijn en dat kinderen van 9 tot 16 jaar
beperkt waren tot 12 uur per dag. Het gold alleen voor de katoenindustrie, maar betrof alle kinderen, of ze nu een leerling waren of niet.

Cotton Mills Regulation Act 1825: De wet van Hobhouse van 1825 bepaalt de limiet van 11.00 tot 15.00 uur werken. Labour in Cotton Mills Act 1831
(Hobhouse's Act): Nachtwerk was verboden voor iedereen onder de 21 jaar in de katoenfabrieken. De beperking van de werkuren tot twaalf jaar
werden nu aangepast tot de leeftijd van achttien.

Labour of Children, etc., in Factories Act 1833 (Althorp's Act): was een poging om een reguliere werkdag vast te stellen in de textielproductie.
De wet had de volgende bepalingen:
- Kinderen jonger dan 9 jaar konden niet worden gebruikt voor de vervaardiging van textiel (behalve in zijdefabrieken).
- Kinderen jonger dan 18 jaar mogen niet 's nachts werken (dat wil zeggen na 20.30 uur en vóór 5.30 uur).
- Kinderen (leeftijd 9-13) mogen niet langer dan 8 uur werken met een lunchpauze van een uur.
- Kinderen (van 9-13 jaar) konden alleen worden aangenomen als ze een diploma van de schoolmeester in hun bezit hadden.
- Kinderen (leeftijd 14-18) mogen niet meer dan 12 uur per dag werken met een lunchpauze van een uur.
- Voorziet in routine-inspecties van fabrieken en het opzetten van een fabrieksinspectie.

The Cool Mines Act van 1842 verbood jongens en meisjes van onder de 10 jaar te werken in de mijnen.

Graham's Factory Education Bill (1843): De kinderen moesten goed onderwijs krijgen voordat ze gingen werken in de fabrieken.

Factories Act 1844 (Graham's factory act):
- Kinderen van 9-13 jaar kunnen 9 uur per dag werken met een lunchpauze.
- Leeftijden moeten worden geverifieerd door chirurgen.
- Vrouwen en jongeren werkten nu hetzelfde aantal uren. Ze konden gedurende de week niet meer dan 12 uur per dag werken,
inclusief anderhalf uur voor maaltijden en 9 uur op zondag.
- Machines moesten een beveiliging hebben. Kinderen en jongeren mochten niet in de buurt komen van gevaarlijke machines.
- Kinderen en vrouwen mochten geen bewegende machines reinigen.
- Accidentele sterfte moet aan een chirurg worden gemeld en worden onderzocht; het resultaat van het onderzoek moet worden gemeld aan een fabrieksinspecteur.
- Fabriekseigenaren moeten fabrieken om de veertien maanden met kalk wassen.
- Grondige gegevens over de bepalingen van de wet moeten worden bijgehouden en op verzoek aan de inspecteur worden getoond.
- Een samenvatting van de gewijzigde wet moet in de fabriek worden opgehangen om gemakkelijk te kunnen worden gelezen.

Factory Act 1847: er werd een 10 uur durende werkdag geïntroduceerd.

The Factory and Workshop Act 1878:
- Nu is de fabriekscode van toepassing op alle transacties.
- Geen enkel kind onder de leeftijd van 10 mag worden ingezet in de fabrieken.
- Verplichte educatie voor kinderen tot 10 jaar oud.
- 10-14-jarigen konden maar een halve dag werken.
- Vrouwen moesten niet meer dan 56 uur per week werken.

Koningin Victoria maakte zich zorgen over het welzijn van weeskinderen, gewonde militairen en van slachtoffers van seksueel geweld.
Albert onderschatte Victoria’s intelligentie, uithoudingsvermogen en kracht. In de 19de eeuw dachten mannen dat vrouwen niet veel konden.

Prins Albert introduceerde in 1841 de kerstboom traditie. Albert gunde zichzelf geen rust en dat was niet bevorderlijk voor zijn gezondheid.
Albert kende helaas langdurige periodes van melancholie. Albert hield van tuinieren. In de late zomer of herfst trok het gezin naar Balmoral
in Schotland. In Schotland wandelden Victoria en Albert en Albert ging er graag jagen.

Victoria en haar familie reisden en werden op een ongekende schaal gezien, dankzij transportverbeteringen en andere technische veranderingen,
zoals de verspreiding van kranten en de uitvinding van fotografie. Victoria was de eerste regerende monarch die treinen gebruikte - ze maakte
haar eerste treinreis in 1842.

Prins Albert leidde tot de reorganisatie en meer systematische catalogisering van de Royal Collection en creëerde de Print Room in Windsor voor
de opslag van kunstwerken op papier. Hij leidde de start van een project waarbij de nieuwe discipline fotografie werd gebruikt om afbeeldingen
te verzamelen van alle werken van en na Raphael, die door Albert als de grootste renaissancekunstenaar werd beschouwd. Naast foto's bevatte de
Raphael-collectie, zoals die bekend werd, ook een groot aantal reproductieve afdrukken gemaakt tussen de zestiende en negentiende eeuw.
De Raphael-collectie was bedoeld door Albert als een studiebron en inspiratiebron voor kunstenaars, ontwerpers en kenners.

Fotografie stond op dit moment in de kinderschoenen en Albert was een cruciale vroege pleitbezorger van het gebruik ervan voor artistieke en
opnamedoeleinden. Hij ondersteunde ook de fotografie door onder andere een van de grootste fotografen van die periode, Roger Fenton, in dienst te nemen.

Prins Albert besloot orde te brengen voor discipline in alles, van de dagindeling tot financiën en de paleizen.

Albert zorgde ervoor dat Victoria een vast dagritme kreeg: 9.00 uur ontbijt, daarna wandelen. Vervolgens samen tekenen en schrijven.
14.00 uur lunch, daarna gesprek met de premier. Vervolgens uitrijden in een ponyrijtuigje. Het diner is om 20.00 uur.

Net als koningin Victoria was Prins Albert een bekwame amateur-kunstenaar en een geïnspireerde ontwerper. Er zijn meer dan 500 van zijn werken nog
in de Royal Collection. Albert zorgde dat de uitgaven minder werden. Daarmee konden Victoria en Albert het landgoed Osborne in 1845 kopen.
Met zijn artistiek adviseur Ludwig Grüner hield hij persoonlijk toezicht op het ontwerp van Osborne House op het eiland Wight en werkte hij later
zelfstandig aan de ontwerpen voor Balmoral Castle in Aberdeenshire.


Foto: Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II


Foto: Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II


Foto: Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II


Foto: Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II

Albert ontwierp samen met Thomas Cubitt op het eiland Wight het Osborne House. Prins Albert pakte de hachelijke staat aan van Victoria’s paleizen.
In 1844 liet Albert alle oude Hannoveriaanse emmer toiletten vervangen door moderne waterclosets. Ook wilde Albert dat er regels kwamen voor de bedienden.
Hof kleding werd verplicht. De goktafels verdwenen uit Windsor Castle.

Als voorzitter van de Commissie voor Schone Kunsten droeg Prins Albert de hoofdverantwoordelijkheid voor de organisatie van
het schema voor de inrichting van het nieuwe Paleis van Westminster.

Aan de andere kant van de schaal van het harde leven van werkende mensen was de viering van technologische innovatie en de
expansie van handel en Britse belangen.


Foto: Roger Fenton (fotograaf) en Carl Haag (colourist) / Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II

Het diepe gevoel voor en kennis van de prins voor muziek werd niet alleen teruggevonden in het maken van privémuziek - componeren, orgel bespelen
of zingen en pianospelen met Koningin Victoria - maar ook in zijn activiteiten als verlichte patroon van muziek. In 1840 werd Prins Albert benoemd tot
directeur van de concerten van oude muziek in Londen en toonde een brede en avontuurlijke smaak in het selecteren van muziek voor deze concerten en
voor die van de Philharmonic Society, waarbij de dirigenten Schubert, Schumann en Mendelssohn omvatten.

Prins Albert, die in 1847 als Kanselier van de Universiteit van Cambridge werd verkozen, speelde een grote rol in het herleven van de geest van het leren daar.
Geschokt door de beperktheid van het curriculum, hielp hij met het invoeren van zowel de Natuurwetenschappen Tripos en de Moral Science Tripos; en hij
stichtte de instelling die Imperial College in Londen zou worden, de eerste Britse universiteit die zich inzette voor wetenschappelijk onderzoek.

Prins Albert had ook interesse in alle aspecten van de legerorganisatie. Hij was het die het opzetten van een leger trainingskamp, een innovatie in Engeland
voorstelde. Hij drong er bij de hervorming van het leger op aan om de onvolkomenheden die door de Krimoorlog werden blootgesteld te overwinnen, en hij wilde
dat er een erkenningsmedaille werd ingevoerd voor extreme daden: The Victoria Cross. Door Florence Nigtingale’s bijdrage aan de medische zorg tijdens de
Krimoorlog (5 oktober 1853 – 30 maar 1856) zou de geschiedenis van de medische zorg in Groot-Brittannië en in de rest van de wereld een andere wending nemen.

Op 9 mei 1857 brak er in Brits-India een spontane opstand uit. Het was een wreed conflict tussen beide partijen.
In juli 1858 werd er een vredesakkoord gesloten.


Foto: John Jabez Edwin Mayall / Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II

Great Exhibition of 1851


Het idee voor de tentoonstelling is ontstaan binnen de Society for the Encouragement of Arts, Manufactures and Commerce (the Society of Arts) en wordt
toegeschreven aan de ambtenaar Henry Cole. Gedurende het midden van de 19e eeuw waren er een aantal nationale tentoonstellingen in heel Europa. Vooral
de expositie van producten van de Franse industrie uit 1849 was een belangrijke inspiratiebron en werd bezocht door Henry Cole en andere leden van de
Society of Arts, zoals Matthew Digby Wyatt en Francis Fuller.

Prins Albert was sinds 1843 voorzitter van de Society en het idee van een internationale tentoonstelling werd door zijn medeleden naar voren gebracht.
Het was een idee dat hij enthousiast steunde en in juni 1840 riep hij Henry Cole, Francis Fuller, Thomas Cubitt en John Scott Russell naar Buckingham Palace
om deze stelling te bespreken. Dit resulteerde in de eerste officiële bijeenkomst met betrekking tot de tentoonstelling en tijdens deze bijeenkomst werden
belangrijke beslissingen genomen. De aanwezigen beslisten over de vier hoofddivisies van de tentoonstelling, te weten Grondstoffen, Machines en Mechanische
uitvindingen, Fabrikanten en Beeldhouwkunst en Beeldende Kunst. Er werd ook gesuggereerd om de tentoonstelling te openen voor internationale tentoonstellingen.
De plek van Hyde Park werd voorgesteld door Prins Albert, evenals een abonnementensysteem om fondsen te werven.

Terwijl de vroege abonnementen de administratiekosten en de tijd van de organisatoren dekten, werd al snel duidelijk dat er meer kapitaal nodig was, vooral
met de behoefte aan een gebouw om de tentoonstelling te huisvesten. De leden van de Society of Arts beseften dat ze het gezag en de steun van een Koninklijke
Commissie nodig hadden als ze de tentoonstelling tot een succes wilden maken. Als gevolg hiervan werd goedkeuring voor de Koninklijke Commissie op
3 januari 1850 verleend door Koningin Victoria. Prins Albert werd voorzitter en er werd een uitvoerend comité gevormd met Henry Cole, John Scott Russell
en Charles Wentworth Dilke.

De oprichting van de Koninklijke Commissie gaf de tentoonstelling de autoriteit die het nodig had en in de maanden voorafgaand aan mei 1851 werkten de
commissarissen onvermoeibaar om hun visie in realiteit om te zetten. Er zijn verschillende commissies ingesteld om bepaalde aspecten van de planning en
organisatie van de tentoonstelling te organiseren. Deze omvatten het Bouwcomité, het Abonnementscomité en het Financieel Comité.

Toen deze comités eenmaal waren opgericht, begonnen de commissarissen exposanten te organiseren, zowel in Groot-Brittannië als in het buitenland.
In 297 Britse steden en districten werden lokale comités opgericht om potentiële tentoonstellingen te coördineren en informatie te verstrekken aan
lokale gemeenschappen. In sommige gevallen organiseerden deze lokale comités liefdadigheidsfondsen om financiële hulp te bieden aan de arbeidersklasse
die geen toegangskaarten voor de tentoonstelling konden betalen.

Daarnaast schreven commissarissen ambtenaren over de hele wereld om internationale deelname aan te moedigen. Meer dan 30 landen namen deel, met meer dan
100.000 exposities. Voorafgaand aan de openingsdag correspondeerden de commissarissen met hun internationale tegenhangers, die transport van exposities
organiseerden en ruimte toewijzen binnen het tentoonstellingsgebouw.

In deze geest van internationale samenwerking besloten de commissarissen een wedstrijd te houden voor het ontwerp van het gebouw en openden het voor
architecten over de hele wereld. Meer dan 200 aanvragen werden ontvangen en vervolgens aan het publiek getoond in juni 1850. De commissarissen geloofden
echter dat geen enkele verenigbaar was met hun visie en in plaats daarvan de opdracht hadden gegeven aan hun bouwcomité om een ontwerp te maken. Hoewel
de beroemde ingenieur Isambard Kingdom Brunel de commissie leidde, werd het definitieve ontwerp niet goed ontvangen. Het ontwerp bestond uit een groot
bakstenen gebouw dat niet strookte met het idee van een tijdelijk gebouw dat na sluiting van de tentoonstelling kon worden verwijderd.

Tegelijkertijd heeft de tuinman Joseph Paxton zijn eigen ontwerp voor het gebouw opgesteld op basis van zijn ervaring met het bouwen van het Great Conservatory
in Chatsworth House. Het ontwerp werd op 6 juli 1850 gepubliceerd in het Illustrated London News en kreeg al snel publieke steun. Een van de belangrijkste
voordelen van het ontwerp van Paxton was dat een groot deel van het gebouw relatief snel kon worden geprefabriceerd en geassembleerd. Als gevolg hiervan werd
zijn ontwerp aanvaard door de bouwcommissie en werden de bouwers Fox, Henderson & Co. aanbesteed om het gebouw te bouwen. Nadat de locatie op 30 juli 1850 in
bezit was genomen, werd het Crystal Palace voltooid in april 1851, een maand vóór de opening van de tentoonstelling.

De Grote tentoonstelling van 1851 werd op 1 mei geopend voor een menigte van 20.000 mensen. Hoewel er enige bezorgdheid was over de veiligheid van
Koningin Victoria en haar familie, woonden Victoria, Albert en hun kinderen allemaal de openingsceremonie bij. Albert koos voor een felroze jurk
voor Victoria om aan te trekken bij de tentoonstellingsopening, zodat ze zou opvallen in de mensenmassa.



Foto: Eugene-Louis Lami / Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II


Foto: Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II

In de 5 maanden dat de tentoonstelling geopend was, bezochten meer dan 6 miljoen mensen het spektakel van het gebouw en de exposities. Seizoenskaarten
waren beschikbaar voor de eerste maand, maar na 26 mei gingen ook dagkaartjes in de verkoop. Prijzen varieerden tussen 1 en 5 shilling, afhankelijk van de
dag van de week. Nadat bezoekers het gebouw waren binnengegaan, vonden ze de tentoongestelde voorwerpen per land en onderverdeeld in een van de vier
afdelingen Grondstoffen, Machines, Fabrikanten en Schone Kunsten, die op hun beurt weer uit 30 klassen bestonden. Enkele van de tentoongestelde voorwerpen
waren de Koh-i-Noor-diamant, Rodgers and Sons-mes met 80 messen, John Milton's bijenkorven in de vorm van kleine herenhuizen, de kraan die werd gebruikt
om het Crystal Palace te bouwen, de Folkestone-locomotief, Wedgwood-aardewerk en zwaarden door Wilkinson & Sons of London. Een bijzondere tentoonstelling
die Prins Albert zelf in opdracht had gegeven, waren de modelhuizen die buiten het Crystal Palace op de werf van de Kensington-kazerne stonden. Als voorzitter
van de Society for Improving the Condition of the Laboring Classes beval Prins Albert dat de modelhuizen moesten worden gebouwd om een manier te tonen
waarop de woonomstandigheden van de arbeidersklasse konden worden verbeterd.

Victoria was zo gefascineerd door de prestatie van haar echtgenoot dat ze de tentoonstelling bijna elke dag bijna drie maanden lang bezocht. Voor haar, voor
vele miljoenen mensen van Groot-Brittannië, die nooit naar het buitenland zouden reizen, was het een kans om de hele wereld in een dag te bekijken.

De Grote Tentoonstelling werd gesloten voor het publiek op 11 oktober 1851 en op 15 oktober las Prins Albert een dankwoord bij de laatste slotceremonie.
In de dagen die volgden werden de Jurors awards uitgereikt en werden de prijzen en medailles uitgedeeld aan de winnende exposities. Exposities werden ingepakt
en teruggebracht naar hun land of district van herkomst, waardoor het Crystal Palace grotendeels leeg achterbleef. Hoewel de tentoonstelling nu was gesloten,
had deze veel belangstelling en opwinding bij het publiek gegenereerd, en op zijn beurt een grote winst.

Zelfs vóór de sluiting van de tentoonstelling in oktober begonnen Prins Albert en de commissarissen naar de toekomst te kijken en na te denken over de
manieren waarop de energie en opwinding die door de tentoonstelling werd gegenereerd, naar nieuwe inspanningen kon worden gekanaliseerd. In augustus 1851
verklaarde Prins Albert in een memorandum dat eventuele overtollige winst zou moeten worden gebruikt om onderwijsinstellingen op te richten, die de vier
hoofddivisies van de tentoonstelling weerspiegelen. Hij stelde voor om 30 hectare grond in South Kensington aan te schaffen.

Na de sluiting van de tentoonstelling werd berekend dat een winst van £ 186.000 was gemaakt. De commissarissen accepteerden het plan van Prins Albert voor
South Kensington en begonnen in december 1851 het land te kopen. Net als bij de toekenning van de Koninklijke Commissie in 1850 was er een nieuw goedkeuring
nodig om de Koninklijke Commissie het recht te geven grond te bezitten. Dit werd verleend in januari 1852, waardoor de Commissie voor altijd kon blijven
bestaan en de instellingen kon blijven bouwen die Prins Albert in zijn memorandum van 1851 had beschreven. Het daaropvolgende landgoed werd bekend als
'Albertopolis' en de vroege instellingen die daar werden gebouwd, evolueerden later hedendaagse instellingen zoals het Natural History Museum, het
Victoria and Albert Museum, het Science Museum en het Imperial College.

De discussie over het lot van het Crystal Palace ging ook door. Het gebouw had de verbeelding van het publiek getrokken en velen wilden graag dat het bleef
staan. Joseph Paxton wilde dat het gebouw in Hyde Park zou blijven en zou worden veranderd in een Wintertuin. Prins Albert en de commissarissen wilden echter
graag dat het gebouw ergens anders naartoe ging, omdat ze hadden beloofd dat het tijdelijk zou zijn. Als gevolg hiervan werd het gebouw in 1852 gekocht door
een consortium van zakenlieden en verhuisd naar Sydenham waar het zou staan tot 1936 toen het werd vernietigd in een brand.

Prins Albert bleef een belangrijke drijvende kracht voor de Koninklijke Commissie in de jaren na de tentoonstelling. Toen in 1862 een nieuwe tentoonstelling
gepland was, gaf hij advies aan een nieuwe groep commissarissen. De tentoonstelling in 1862 zou er een van de vele zijn die geïnspireerd waren door de Grote
Tentoonstelling. Helaas kon Prins Albert door zijn vroegtijdige dood in december 1861 deze erfenis nooit zien uitkomen. In een memorandum in 1863 verklaarde
Henry Cole: 'De Commissie heeft haar leidende geest verloren'.

Als gedenkteken voor hun voormalige voorzitter heeft de Commissie een deel van haar overtollige middelen gebruikt om de Royal Albert Hall te bouwen.

De goedkeuring van 1852 vestigde de Koninklijke Commissie als een openbaar orgaan en tot op de dag van vandaag zijn ze nog steeds verhuurders van een
groot deel van de locatie van South Kensington. Toen de ontwikkeling van de site in wezen voltooid was, gebruikte de Commissie de resterende middelen
om een educatief vertrouwen op te zetten om de educatieve doelstellingen van de Grote Tentoonstelling van 1851 voort te zetten. Prins Albert had de bedoeling
gehad dat de Commissie studiebeurzen zou aanbieden voor studie op het gebied van wetenschap en ontwerp. Tegen 1891 waren de commissarissen in staat de visie
van Prins Albert te vervullen. Vervolgens ontwikkelden ze een programma van beurzen en fellowships die tot op de dag van vandaag bestaan.

Het programma begon met de toekenning van Science Research Scholarships uit 1891. Aangezien de behoeften van de industrie en de nationale en internationale
onderzoeksfinancieringslandschappen in de twintigste en eenentwintigste eeuw zijn veranderd, heeft de Commissie van 1851 haar toekenningsregelingen voor
studenten en onderzoekers aangepast om ervoor te zorgen dat ze relevant blijven en de nadruk verleggen naar de ondersteuning van individuen. Tot op heden
hebben meer dan 3000 wetenschappers, ingenieurs en ontwerpers financiering ontvangen en de Commissie telt 13 Nobelprijswinnaars, zeven houders van de
Order of Merit en vier voorzitters en meer dan 150 Fellows van de Royal Society onder haar alumni.

Sarah Forbes Bonetta



Foto: Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II

Sarah Forbes Bonetta (oorspronkelijk Omoba Aina genoemd) was een Egbado-prinses van het Yoruba-volk in West-Afrika die wees
was geworden tijdens een oorlog met het nabijgelegen koninkrijk Dahomey en later de slaaf werd van Koning Ghezo van Dahomey.

Ze is geboren in 1843 in Oke-Odan, een Egbado-dorp. In 1848 werd Oke-Odan binnengevallen en gevangen genomen door het leger van
Dahomeyan. Aina's ouders stierven tijdens de aanval en andere bewoners werden ofwel gedood of verkocht aan de Atlantische slavenhandel.

Aina kwam op vijfjarige leeftijd als slaaf in het hof van koning Ghezo terecht. Twee jaar later arriveerde
kapitein Frederick E. Forbes van de Royal Navy echter in het Koninkrijk Dahomey op een Britse diplomatieke
missie om een einde te maken aan de deelname van Dahomey aan de Atlantische slavenhandel.

Koning Ghezo weigerde Dahomey's slavenhandel te beëindigen en bood in plaats daarvan Aina aan als een "geschenk".
Uit morele bezorgdheid over het waarschijnlijke en dodelijke lot van Aina om geëxecuteerd te worden in een traditionele
Dahomeyan-mensenofferceremonie, accepteerde kapitein Forbes haar namens koningin Victoria en keerde terug naar Groot-Brittannië,
met de bedoeling dat de Britse regering verantwoordelijk zou zijn voor haar zorg.

Kapitein Forbes noemde haar Sara Forbes Bonetta, naar zijn schip HMS Bonetta. Kort na aankomst in Engeland stelde Forbes haar voor
aan Koningin Victoria, die de zevenjarige omschreef als "scherp en intelligent". De Koningin ontmoette Sarah, die ze Sally noemde,
de komende twee jaar verschillende keren, ook in Osborne, en was zo ingenomen met het jonge kind dat ze voor haar opleiding betaalde
en haar peettante werd. Ze verbleef aanvankelijk bij de familie Forbes en bezocht de koningin regelmatig.

In 1851 werd Sarah echter naar de Church Missionary Society-school in Freetown, Sierra Leone gestuurd,
met de bedoeling dat ze zelf missionaris zou worden. (Ze begon te hoesten, en er was destijds een
wijdverbreide overtuiging dat het Engelse klimaat schadelijk was voor de gezondheid van Afrikanen.)

Terwijl Sarah in Freetown was, bleef de koningin haar cadeautjes en boeken sturen. Blijkbaar ongelukkig daar, keerde Sarah na vier jaar terug
naar Engeland. Victoria plaatste haar vervolgens bij de familie Schoen, voormalige zendelingen in Afrika, die in Gillingham, Kent, woonden.
Sarah woonde zes jaar bij hen voordat ze naar Brighton verhuisde, veel tegen haar zin in, waar Victoria had geregeld dat een Miss Welsh
toezicht zou houden op haar introductie in de Britse samenleving. De dochter van Schoens, Annie, die haar Frans en Engels leerde,
herinnerde zich later dat Sarah 'heel helder en slim was, dol was op studeren en een groot talent voor muziek had'.

Sarah's prestaties werden nauwlettend in de gaten gehouden, vooral in de pers, door degenen die graag wilden ontdekken welk licht haar prestaties
zouden werpen op racistische overtuigingen, die toen wijdverbreid waren, over de intellectuele inferioriteit van Afrikaanse mensen.

Toen Sarah 19 was ontmoette ze koopman-zeeman, marineofficier, invloedrijke zakenman, boer, pionier-industrieel,
staatsman en filantroop, James Davies - wiens eigen ouders Yoruba Afrikanen waren die uit de slavernij waren bevrijd.
Sarah en James maakten kennis met elkaar toen Sarah op de zendingsschool in Sierra Leone zat.

Sarah kreeg toestemming van Koningin Victoria om te trouwen met kapitein James Pinson Labulo Davies (14 augustus 1828 - 30 april 1906)
in de Sint-Niklaaskerk in Brighton, East Sussex, op 14 augustus 1862. Op haar huwelijksakte gaf Sarah haar voornaam als Ina - misschien
een variant van haar Afrikaanse naam. Sarah's status als beschermeling van de koningin zorgde ervoor dat de bruiloft een uitbundige
aangelegenheid was. Er was ook een brede nieuwsgierigheid naar haar als een zogenaamde 'Afrikaanse prinses'.

Omdat James Davies zaken deed in Afrika, verhuisde het paar niet lang na de bruiloft naar Sierra Leone en later naar Lagos.
James en Sarah kregen drie kinderen: Victoria Davies (1863), Arthur Davies (1871) en Stella Davies (1873).

Sara Forbes Bonetta bleef een hechte band met Koningin Victoria onderhouden.

Victoria Matilda Davies, de eerste dochter van Sarah, is vernoemd naar en tevens peetdochter van Koningin Victoria.
Ze trouwde met de succesvolle Lagos-arts John K. Randle, en had een zoon, een Nigeriaanse zakenman en socialite Joseph
Kosoniola Randle. Stella Davies, tweede dochter van Sarah, huwde met Herbert Macaulay en hadden samen een dochter: Sarah
Abigail Idowu Macaulay Adadevoh. Veel van Sara's nakomelingen leven nu in ofwel Engeland of Sierra Leone, terwijl een
aparte tak, de aristocratische familie Randle van Lagos, prominent aanwezig blijft in het hedendaagse Nigeria.

Tegen het einde van de jaren 1860 leed Sarah aan tuberculose, waarvoor geen genezing bestond. Ze reisde uiteindelijk naar
Madeira, in de hoop dat het gematigde klimaat haar zou helpen. Maar ze stierf daar op 15 augustus 1880, op 37-jarige leeftijd.

Sarah's dochter Victoria, toen 17, hoorde het nieuws van de dood van haar moeder net toen ze naar Osborne reisde om de koningin
te bezoeken, die meldde dat ‘mijn zwarte petekind ... vreselijk overstuur en bedroefd was. ... Haar vader is mislukt in zaken,
wat de ziekte van haar arme moeder verergerde. ... ik zal haar een lijfrente geven.' De koningin betaalde toen voor Victoria om
te studeren aan het Cheltenham Ladies ’College en bleef haar hele leven in contact.

Haar echtgenoot, kapitein Davies, richtte een granieten obeliskvormig monument op van meer dan 2,4 meter hoog ter nagedachtenis
aan Sara Forbes Bonetta in Ijon in West-Lagos, waar hij een cacaoboerderij was begonnen. Haar graf is nummer 206 op de Britse
begraafplaats van Funchal nabij de Anglicaanse Holy Trinity Church, Rua Quebra Costas Funchal, Madeira.


Foto: Camille Silvy / National Portrait Gallery, London


Foto: Camille Silvy / National Portrait Gallery, London


Foto: Camille Silvy / National Portrait Gallery, London

Een nieuw schilderij van Sarah Forbes Bonetta is onthuld op 7 oktober 2020 in Osborne, het huis aan zee van de koningin op het Isle of Wight.
English Heritage heeft op 7 oktober 2020 aangekondigd dat het ook portretten zal laten maken van andere historische zwarte figuren die
verband houden met de locaties van het goede doel en wiens verhalen, zoals die van Bonetta, eerder over het hoofd werden gezien. Het
schilderij van Bonetta van kunstenaar Hannah Uzor is in oktober - Black History Month - te zien in Osborne en zal volgend voorjaar
weer te zien zijn als onderdeel van de bredere serie portretten van English Heritage op verschillende locaties.

Kunstenaar Hannah Uzor zei: "Door mijn kunst ben ik geïnteresseerd in het verkennen van die vergeten zwarte mensen
in de Britse geschiedenis, mensen zoals Sarah. Wat ik interessant vind aan Sarah is dat ze onze aannames over de status
van zwarte vrouwen in Victoriaans Groot-Brittannië in twijfel trekt. Ik voelde me ook tot haar aangetrokken vanwege de
parallellen met mijn eigen familie en mijn kinderen, die Sarahs Nigeriaanse afkomst delen.

"Sarah te zien terugkeren naar Osborne, het huis van haar peettante, geeft veel
voldoening en ik hoop dat door mijn portret meer mensen haar verhaal ontdekken."

Anna Eavis, Curatorial Director van English Heritage, zei: "Er zijn een aantal zwarte figuren uit het verleden die een belangrijke
rol hebben gespeeld op enkele van de historische locaties die onder onze hoede zijn, maar hun verhalen zijn niet erg bekend. Te
beginnen met Sarah, onze portretten project is een manier waarop we deze verhalen tot leven brengen en ze delen met onze bezoekers."

Zwarte geschiedenis maakt deel uit van de Engelse geschiedenis en hoewel we weten dat we meer te doen hebben, zet English Heritage
zich in om het verhaal van Engeland volledig te vertellen. Onze portretreeks die zwarte levens uit het verleden viert, maakt deel
uit van een werkprogramma dat diepgaand onderzoek omvat naar de verbanden tussen de slavenhandel en de sites die onder onze hoede
zijn. Vanaf volgend jaar zal nieuwe interpretatie op relevante sites die links naar voren brengen.


Foto: English Heritage


Foto: English Heritage


Foto: Camille Silvy / National Portrait Gallery, London


Foto: English Heritage

Cholera


In de 19e eeuw kwam er een dodelijke ziekte uit India naar Europa. Schijnbaar gezonde mensen begonnen ineens over te geven en kregen hevige diarree.
De helft van de patiënten bezweek aan uitdroging. Cholera sloeg voor het eerst toe in 1832, toen 6500 Londenaren omkwamen.
En dat was nog maar een voorproefje: in 1848-1849 vielen er 14.000 doden en in 1853-1854 maakte cholera nog eens 10.700 slachtoffers.

Cholera is een infectieziekte veroorzaakt door de bacterie Vibrio cholerae. Het belangrijkste kenmerk van de ziekte is ernstige diarree en uitdroging.
De incubatietijd van de bacterie kan variëren van zes uur tot twee dagen. Vibrio cholerae is een gram-negatieve bacterie die de veroorzaker is van cholera
bij de mens. De bacterie werd door de Italiaanse anatoom Filippo Pacini ontdekt in 1854, maar was niet algemeen bekend tot Robert Koch daar dertig jaar later,
onafhankelijk van Pacini, een manier vond om de bacterie te bestrijden.

De oorzaak was het stilstaande water van de Thames, waarin het meeste afvalwater uit de open riolen geloosd werd.
De bacteriën werden vervolgens verspreid door de gemeenschappelijke waterpompen, die hun water weer uit de vervuilde rivier haalden.

Onder het bewind van George III (1760-1820) werd een wet aangenomen waarin het lozen van huishoudelijk afvalwater in het riool verboden werd.
Huizen werden voorzien van gierputten en de riolering werd alleen gebruikt voor regenwater.

Onder leiding van Edwin Chadwick, de invloedrijke voorzitter van de Londense Board of Health en een vurig miasma-aanhanger, is Londen in de jaren 1840 begonnen
met het bestrijden van de stank door beerputten op te ruimen, riolering aan te leggen en het gebruik van waterclosets en andere vormen van water gespoelde
afvoersystemen te stimuleren. Hoe meer vuiligheid wordt weggespoeld, hoe minder stank dus hoe minder ziekte, is de redenering. Op zich een zinvolle onderneming,
maar waar moeten al die afvoerstromen naartoe? Er is maar een eindstation: de Theems. De rivier die de belangrijkste bron van drinkwater is voor grote delen
van de stad, verandert in een enorm riool.

De cholera-epidemie van 1849-1854 hield ook verband met het water dat destijds door bedrijven in Londen werd geleverd. De belangrijkste spelers waren de
Southwark and Vauxhall Company en de Lambeth Water Company. Beide bedrijven zorgden voor water voor hun klanten dat afkomstig was van de Theems, die sterk
vervuild was met zichtbare en onzichtbare producten en bacteriën. Andere bedrijven, zoals de New River Company en Chelsea Company, bleken beter gefilterd water
te hebben; er vielen weinig doden in de door hen geleverde buurten. Deze twee bedrijven haalden niet alleen hun water uit schonere bronnen dan de Theems, maar
ze filterden het water en behandelden het totdat er geen duidelijke verontreinigingen waren.

De populairste ziektetheorie in deze tijd was de zogenaamde miasmatheorie. Daarin werd aangenomen dat ziekte voortkwam uit ‘slechte lucht’, die was geïnfecteerd
met rottende substanties afkomstig van rioolwater en vergane lichamen. De miasma’s die hierbij ontstonden, zouden onder andere cholera veroorzaken. Deze theorie
was de centrale gedachtegang van Edwin Chadwick, de bekendste Engelse gezondheidshervormer uit de negentiende eeuw, en van andere hygiënisten, maar werd ook door
de bevolking algemeen geaccepteerd.

Op 7 april 1853 diende John Snow verloskundige anesthesie toe aan Koningin Victoria bij de geboorte van Prins Leopold
en opnieuw bij de geboorte van Prinses Beatrice (14 april 1857).

De Britse Dr. John Snow (15 maart 1813 - 16 juni 1858) ontdekte de oorzaak van een cholera-epidemie in de Broad Street van het Londense Soho in 1854.
Door het ondervragen van cholerapatiënten en het in kaart brengen van de ziektegevallen concludeerde hij dat het water uit de lokale pomp de infectiehaard
van de ziekte moest zijn. Snow ging verder met het bestuderen van de waterinhoud van elk huis door een test uitgevoerd op elk monster. Op deze manier kon
worden afgeleid van welke leverancier het huis hun water ontving en waar de meeste cholera slachtoffers waren.

Er was een significante afwijking - geen van de werknemers in de nabijgelegen brouwerij in Broad Street liep cholera op. Omdat ze dagelijks een hoeveelheid
bier kregen, consumeerden ze geen water uit de nabijgelegen put. Tijdens het brouwproces wordt het wort (of niet-gefermenteerd bier) gedeeltelijk gekookt
zodat hop kan worden toegevoegd. Deze stap doodde de cholerabacteriën in het water waarmee ze hadden gebrouwen, waardoor het veilig was om te drinken.

Hij maakte een eind aan de epidemie door het hengsel van de pomp te verwijderen. Dr. Snow ontdekte dus niet de verwekker van de cholera, een bacterie die
pas later werd ontdekt, maar legde de grondslag van de nieuwe epidemiologische wetenschap, die de verspreiding van ziekten onder een bevolking bestudeert.
Het was een belangrijke gebeurtenis in de ontwikkeling van de bevordering van de volksgezondheid.

Veel van de slachtoffers werden naar het Middlesex-ziekenhuis gebracht, waar hun behandeling werd begeleid door Florence Nightingale.

Later werd ontdekt dat de openbare bron per ongeluk op nog geen meter afstand van een oude beerput was gegraven, waaruit toen nog niet zo lang fecale bacteriën
lekten. De luiers van een baby, die door een andere reden cholera had gekregen, waren bij deze beerput gewassen. De opening van de put bevond zich toen onder
een huis dat naast de pomp stond. Dat huis brandde af, maar werd niet op dezelfde plaats herbouwd, maar een stuk verderop, omdat de straat van de gemeente
verbreed moest worden. In die tijd was het gebruikelijk om thuis een beerput te hebben. Veel gezinnen probeerden hun rioolafval te verzamelen en in de Theems
te gooien om te voorkomen dat hun beerput vol raakte voordat het afval in compost kon worden omgezet.

In de 'Great Stink' van 1858 was de vervuiling in de rivier zo extreem dat de zittingen van het Lagerhuis in Westminster moesten worden verlaten. De stank kwam
extreem naar boven door de extreem hoge temperaturen in de stad, de warmste zomer tot dan toe in de stad. Kalkchloride doordrenkte gordijnen hingen in de ramen
van het Parlement in een poging de geur van de rivier te verhelpen, maar het mocht niet baten. Daardoor kon Benjamin Disraeli, de toekomstige premier, in datzelfde
jaar het parlement overhalen om 3,5 miljoen pond te investeren in de verbetering van de riolering in Londen. Joseph William Bazalgette (1819-1891), hoofdingenieur
van de Londense Metropolitan Board of Works, werd aangesteld voor het ontwerpen en bouwen van een groots systeem voor de verwerking van afvalwater. Bazalgettes
voorstel werd in 1859 aangenomen, waarna direct met de bouw werd begonnen. Het nieuwe rioolsysteem bestond uit 132 km hoofdriool, dat in parallelle lijnen van
west naar oost onder Londen door liep, en 4 grote pompstations en lozingspunten in de Theems ten noorden en zuiden van Londen bij Barking Creek en Crossness.

4 april 1865 is een belangrijke dag voor Joseph Bazalgette. Zes jaar nadat de eerste spade in de grond gestoken werd, staat Kroonprins Albert Edward
(de latere Koning Edward VII) van Groot-Brittannië met een enorm gevolg klaar om het pompstation bij Crossness te openen.

In 1866, een jaar na de opening van het station in Crossness, worden de Londenaren opnieuw geteisterd door de ziekte cholera. Door vertragingen is een deel
van de nieuwe riolering nog niet operationeel. In het East End raakt het drinkwater vervuild. Wanneer de bewoners hun toilet doorspoelen, komt de inhoud nog
in een zijrivier van de Theems terecht, waaruit ook drinkwater wordt gewonnen. En hoewel het waterbedrijf het tegendeel beweert, wordt het water niet gezuiverd.
Maar de autoriteiten reageren adequaat en vinden de bron van de besmetting al snel. Inwoners wordt opgeroepen geen ongekookt water meer te drinken.

Als in 1868 het noordelijke pompstation Abbey Mills opengaat, stroomt er in de stad geen afvalwater de Theems meer in.
De onderaardse buizen voeren alles net zo lang mee tot het op veilige afstand van het centrum geloosd kan worden.

Pas in 1875 is de laatste dijk langs de Theems gebouwd en is het rioolproject van Bazalgette voltooid. Eerder meed de bevolking de rivieroevers met hun
opgehoopte slib en vuiligheid als de pest, maar nu wandelen de Londenaren over de pas aangelegde promenades langs de oevers. De lucht is er schoon en fris,
en het water stroomt voorbij zonder dat er allerlei bedenkelijke zaken in drijven die er niet thuishoren.

Bazalgettes vooruitziende blik kan herkend worden in de gekozen diameters van de rioolbuizen. Tijdens de voorbereidende fase rekende hij met de grootste
bevolkingsdichtheid en kende hij elke inwoner een zeer ruime lozingshoeveelheid toe aan de hand waarvan hij de diameters berekende. Hij verdubbelde daarna
deze diameter nog eens om onvoorziene omstandigheden te kunnen dekken. Als hij deze verdubbeling niet geteld had, dan was de capaciteit van het stelsel in
de jaren 60 van de twintigste eeuw te klein geweest. Tot op heden is de capaciteit nog voldoende.

Bazalgette werd geridderd in 1875, en gekozen als voorzitter van het Institution of Civil Engineers in 1883.

Een plaquette in de Broad Street (nu Broadwick Street), op de plaats waar vroeger de waterpomp stond, herinnert aan Snow en zijn onderzoek in 1854.
De plaats waar de oude pomp heeft gestaan is met rood graniet bedekt. Er staat een waterpomp zonder zwengel.
Een monument van Bazalgette staat aan de rivierzijde van de Victoria Embankment in hartje Londen.

Prins Albert overlijdt


In 1861 was er een burgeroorlog uitgebroken tussen de Verenigde Federale Staten van het Noorden en de Verbonden Staten van het Zuiden.
De neutraliteit van Groot-Brittannië werd bedreigd toen de kapitein van de USS San Jacinto opdracht gaf tot de arrestatie van twee Zuidelijke
gezanten die aan boord van RMS Trent, een Brits postschip, zeilden.

De Britten beweerden dat deze daad een schending van het internationale recht was. Op 30 november 1861 stuurde de minister van Buitenlandse Zaken,
Lord John Russell, koningin Victoria een ontwerp van een memorandum naar Abraham Lincoln, waarin hij krachtig klaagde over de acties van de federale
overheid. Prins Albert kwam tussenbeide op 1 december 1861, ondanks zijn falende gezondheid. Albert veranderde de toon van het memorandum en suggereerde
dat het bevrijden van de gezanten en het maken van een passende verontschuldiging de crisis zou stoppen. Albert's acties waren succesvol en het risico
van oorlog tussen Groot-Brittannië en Amerika werd afgewend. De succesvolle oplossing van de Trent-affaire was de laatste grote diplomatieke bijdrage
van Albert.

Door de jaren heen heeft overwerk de gezondheid van Prins Albert ondermijnd en in de jaren 1850 werd hij steeds meer moe en kreeg hij last van een
slechte gezondheid. Rond het begin van het jaar 1861 was Alberts gezondheid erg slecht. Hij had chronische maagproblemen met hevige krampen. Hij kon
slecht kou verdragen en had vaak hoofdpijn, koorts, tandpijn en vooral slijmvliesontstekingen. Albert kon niet stoppen met werken en was daardoor ook
depressief. Verder had hij veel slapeloosheid. Ook werd hij steeds prikkelbaarder en werd hij erg passief. Hij kreeg gedachtes over dat alles geen zin
meer had in het leven. Op 2 december 1861 konden alleen opiaten de lethargische Albert nog verlichting brengen. Op 7 december 1861 was Albert vaak
onsamenhangend. Nadat hij steeds zwakker werd, werd hij ook steeds verwarder (delirium). De artsen goten om het half uur cognac door zijn keel om
zijn polsslag te versterken. Op 14 december 1861 lag Albert overdag badend in het zweet zweverig naar boven te kijken en reageerde hij op niemand.
Op 14 december 1861 om 22.50 uur is Prins Albert overleden aan buiktyfus in Windsor Castle met koningin Victoria en vijf van zijn kinderen aan zijn bed.

Op 23 december 1861 werd Prins Albert bijgezet in St George’s Chapel. Op 18 december 1862 werd Prins Albert bijgezet in Frogmore Mausoleum.
Victoria woonde de begrafenis van haar man niet bij.


Foto: Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II

Foto van een close-up van de beeltenis van Prins Albert in het Koninklijke Mausoleum, Frogmore.
De prins is afgebeeld in de gewaden van de kousenband. Hij wordt liggend afgebeeld en het lijkt alsof hij slaapt.

Foto van dochters van Koningin Victoria en Prins Albert gegroepeerd rond borstbeeld van hun vader. De dochters zijn gerangschikt,
van links naar rechts: Prinses Alice, Prinses Helena, Prinses Beatrice, Prinses Victoria van Pruisen en Prinses Louise.

Lange tijd waren de toenmalige artsen het oneens over de doodsoorzaak van Prins Albert. Koningin Victoria had geen autopsie laten toestaan.
De meeste artsen dachten aan buiktyfus of aan een darmperforatie. Andere artsen dachten weer aan darmkanker, maagzweer of gastronoom.
De meest recente theorie in 2011 door Helen Rappaport is dat het de ziekte van Crohn was, een darmontsteking die verergerd wordt door stress
en waarvan de symptomen overeenkomen met die van Prins Albert. Dat Albert tekenen van koorts vertoonde kan duiden op een verslechtering
van een chronische maagdarm-ontsteking, die zou ook zijn maagproblemen en tandpijn verklaren. De ziekte van Crohn werd pas in 1913 geïdentificeerd.

De dood van haar echtgenoot Albert op 14 december 1861 schokte haar zo dat in een hevige depressie terecht kwam. Haar scherpe terugtrekking uit het
openbare leven duurde meer dan tien jaar en was desastreus voor haar publieke imago. Alberts bezittingen en vertrekken werden precies zou gelaten als
ze waren toen hij nog leefde. Ook werd er net gedaan alsof hij er nog was: zijn overhemden, broeken en handschoenen werden elke dag klaargelegd in de
Blauwe Kamer. Het hele hof draaide om Victoria’s gevoelige staat: ze verklaarde Albert heilig. Er werden standbeelden van Prins Albert gemaakt.
Vooral op dagen als Pasen, Kerst, verjaardagen en andere gedenkdagen raakte Victoria overstuur van de afwezigheid van Albert. Victoria stelde voor het
hof twee jaar officiële rouw in. Daarna konden hofdames en haar dochters overstappen op halve ruw. Voor de rest van haar leven droeg Victoria zwart.
De koningin droeg ingetogen sieraden na de dood van prins Albert. Gitzwarte accessoires completeerden haar gebruikelijke rouwkleding.


Foto: Ghémar Frères / Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II

In die tijd trok zich terug op haar buitenverblijven Osborne House, Balmoral Castle en Windsor Castle. Achter de paleisdeuren bleef ze werken.
Uit deze periode stamt de betiteling: “De weduwe van Windsor”.

De terugtrekking van de koningin van het openbare leven naar afzondering veroorzaakte grotere problemen. Mensen begonnen te veronderstellen
dat ze niet in staat was haar werk te doen. In de jaren na de dood van Albert leek het alsof ze verlamd raakte van verdriet.

Victoria verloor het vertrouwen om in het openbaar te verschijnen, zich terugtrekkend achter de muren van Windsor Castle tot de teleurstelling
en de toenemende minachting van haar onderdanen. Er waren zelfs oproepen voor de afschaffing van de monarchie. In de jaren die volgden,
hielpen twee mannen haar echter te herstellen.

Victoria was zo zwaar getroffen door Albert's dood dat haar artsen vreesden dat ze ernstig geestesziek was en dat haar
zelfopgelegde afzondering werd omschreven als 'bewijs van waanzin'.

Na verloop van tijd, door aandringen van haar familie en van Benjamin Disraeli, minister-president in 1868 en 1874-1880 hervatte ze geleidelijk haar taken.

In februari 1866 opende Victoria sinds Alberts dood weer het parlement.
Op 27 februari 1872 was Victoria bij een dankdienst aanwezig voor het herstel van haar zoon Albert Edward.


Foto: Historic Royal Palaces

Herdenkingsmonumenten voor Prins Albert


Gedurende hun hele leven hebben Victoria en Albert kunst verzameld en in opdracht gegeven om hun relatie, familie en gedeelde geschiedenis te vieren.
In haar blijvende verdriet zette Victoria deze traditie voort en liet ze regelmatig nieuwe kunstwerken en objecten in gebruik nemen die Albert herdenken.
Victoria droeg op dat de privékamers van Albert in koninklijke woningen worden bewaard en gedocumenteerd, en initieerde de oprichting van het mausoleum
in Frogmore en de Albert Memorial Chapel in Windsor. Prins Albert werd ook herdacht door vele openbare sculpturen in Groot-Brittannië en internationaal.

Het verzamelen verzamelt het persoonlijke en culturele geheugen en Victoria zette na zijn dood een aantal albumseries en projecten van Albert voort.
De invloed van Albert is ook te zien in fotoalbums die zijn samengesteld door zijn kinderen, die bleven experimenteren met fotografie na Albert's
aanmoediging om dit nieuwe medium te oefenen. Prins Albert omarmde het potentieel van nieuwe technologieën om de toegang tot kunst en kennis voor
persoonlijk plezier en leren te vergemakkelijken.

Fotografische familieportretten uit deze periode omvatten vaak de postume borstbeeld van Prins Albert van William Theed, gebruikt als een
compositorisch apparaat om zijn voortdurende invloed te benadrukken.


Foto: William Bambridge / Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II


Foto: John Jabez Edwin Mayall / Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II

Na de dood van Prins Albert instrueerde Koningin Victoria dat zijn privékamers in Windsor, Balmoral en Osborne moesten blijven zoals hij ze had verlaten.
In overeenstemming met haar wens dat deze kamers als een levend monument zouden moeten bestaan, werden dagelijks voorwerpen zoals kleding, warm water en
schone handdoeken in zijn kleedkamer geplaatst. De Blue Room in Windsor Castle, of ‘Albert Room’ zoals het ook bekend stond, werd zorgvuldig bewaard.
De koningin gaf Ludwig Grüner de opdracht om het plafond te versieren en ze had een herdenkingsbuste van de Prins, gesneden door William Theed, tussen
de bedden geplaatst. In de volgende decennia was deze kamer vaak het onderwerp van aquarellen en foto's die in de Royal Collection zijn achtergebleven.
Koningin Victoria gaf ook opdracht aan fotografen, met name Hills & Saunders en William Bambridge, om andere kamers te fotograferen die in zijn leven door
Prins Albert werden bezet. De geselecteerde werken hieronder illustreren deze traditie van het opnemen van interieurs voor het nageslacht, inclusief het
documenteren van kunstwerken die werden getoond in de privékamers van Prins Albert.


Foto: Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II


Foto: Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II


Foto: Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II


Foto: Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II

In de negentiende eeuw namen rouwobjecten vele vormen aan. De meest voorkomende vorm was echter sieraden, vaak bezet met een haarlok. Het opnemen van haar
diende als een blijvende link naar een fysieke aanwezigheid die nu verloren was gegaan. Onyx, jet en zwart email werden vaak gebruikt als materialen in
sieraden. De dood van publieke figuren genereerde ook vaak de commerciële productie van betaalbare herdenkingsobjecten, zoals meetlinten, kledingaccessoires
en herdenkingsartikelen. Twee boeken, Romans en verhalen van Sir Walter Scott en Idylls of the King van Alfred Tennyson, worden vooral geassocieerd met de
vroege jaren van rouw van Koningin Victoria.


Foto: Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II


Foto: Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II


Foto: Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II

In Groot-Brittannië werden soevereinen en hun partners meestal begraven in Westminster Abbey of St George's Chapel, Windsor. Koningin Victoria, die de
kwestie waarschijnlijk met Prins Albert had besproken, volgde echter de Duitse traditie van het bouwen van een privé-mausoleum. Het Mausoleum is gelegen
nabij Frogmore House in Windsor Home Park, ten zuidoosten van Windsor Castle. Victoria instrueerde Ludwig Grüner, de belangrijkste artistieke adviseur
van Prins Albert, en architect Albert Jenkins Humbert om het gebouw te ontwerpen.

Victoria legde de eerste steen in maart 1862 en het Mausoleum werd ingewijd in december 1862. De decoratie was echter nog tien jaar niet volledig voltooid.
Victoria volgde de vooruitgang op de voet, zoals bewezen door fotoalbums in de Royal Collection die de constructie nauwgezet registreren tussen april 1862
en maart 1866. Na de voltooiing ervan bleef het Mausoleum een belangrijk onderdeel van het dagelijkse leven van Victoria. Haar latere dagboekaantekeningen
registreren regelmatig bezoeken in Windsor, en de Royal Collection heeft twee aquarellen van koningin Victoria met afbeeldingen van het Mausoleum.


Foto: Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II


Foto: Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II

Terwijl Koningin Victoria brak met de traditie van koninklijke begrafenissen die plaatsvinden in de Sint-Joriskapel, steunde ze een voorstel om de
Wolsey-kapel te verbouwen tot een gedenkteken dat toegankelijk zou zijn voor het publiek. Na een periode van discussie met haar regering stemde Victoria
ermee in de kosten van deze conversie zelf te betalen. Sir George Gilbert Scott werd aangesteld als ontwerper en het remodelleren begon in 1862, voordat
het uiteindelijk werd voltooid in 1875. Het plafond van de kapel werd versierd met de nieuw ontwikkelde glasmozaïektechniek van Antonio Salviati, die was
gedemonstreerd op de Internationale Tentoonstelling van 1862. Voor de interieurdecoraties, de ramen aan de noord- en zuidmuur tonen de voorouders van
Prins Albert en de ramen aan de oostkant tonen scènes met betrekking tot de kruisiging. De beeldhouwer Henri de Triqueti ontwikkelde een schema van tarsia
en bas-reliëfdecoraties voor de muren die verband hielden met verhalen uit het Oude Testament die de waarden van het Prins-consort weerspiegelden.
Medaillonportretten van de negen kinderen van koningin Victoria en prins Albert zijn ook gemaakt door beeldhouwer Susan Durant. 28 knikkers uit heel
Groot-Brittannië, Frankrijk, Italië, Griekenland en België werden gebruikt in het decoratieve schema.
Na voltooiing werd de kapel omgedoopt in de Albert Memorial Chapel en op 1 december 1875 voor het eerst geopend voor bezoekers.


Foto: Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II

Een van de meest bekende monumenten voor Prins Albert is het Albert Memorial in Kensington Gardens, Londen. In februari 1863 inspecteerde Koningin Victoria
zeven ontwerpen voor het monument, dat was ingediend door prominente kunstenaars en architecten. De wedstrijd om het monument te ontwerpen werd gewonnen
door George Gilbert Scott, met zijn gotische ontwerp dat gedeeltelijk gebaseerd was op de Eleanor Crosses, opgericht door Edward I om zijn vrouw Eleanor
van Castilië te herdenken. De bouw van het monument begon in 1864 en werd uiteindelijk onthuld aan het publiek in 1876. Het centrale standbeeld van
Prins Albert werd oorspronkelijk ontworpen door Carlo Marochetti en voltooid na zijn dood in 1867 door J.H. Foley.


Foto: Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II

De invloed van Prins Albert op de ontwikkeling van het Koninklijk Archief en de Koninklijke Collectie was diepgaand en is vandaag de dag nog steeds voelbaar.
Hij creëerde het archiveringssysteem waarmee de papieren van koningin Victoria geordend blijven, leidde grote herontwikkelingen van de Koninklijke Bibliotheek,
creëerde de huidige lay-out van de Print Room in de jaren 1850 en legde met Victoria de basis voor een van de belangrijkste fotocollecties ter wereld.
Het vurige geloof van Albert in de publieke en maatschappelijke rol van kunst leidde tot de oprichting van de Great Exhibition van 1851, de Manchester Art
Treasures Exhibition van 1857 en de oprichting van verschillende nationale musea. Zijn beschermheerschap van de kunst moedigde nieuw intellectueel denken
aan in alle disciplines, waaronder kunstkritiek, industriële tentoonstellingen, publicaties en drukkerijen. Albert's visie als verzamelaar en beschermheer
werd door zijn directe familie na zijn dood op verschillende manieren geëerd. Koningin Victoria ging door met het samenstellen van series fotoalbums die
hij had geïnitieerd, zoals zijn ‘Views’ albums.


Foto: Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II

John Brown


Toen Prins Albert het landgoed Balmoral kocht kwam John Brown als helper in dienst. John was een volkse, ruwe man met een typisch gevoel voor humor van
een Hooglander. In de winter van 1864 werd de Schotse helper John Brown (8-12- 1826) gevraagd of hij voor de koningin kon zorgen en kam zo in de hofhouding
terecht. Ze beschreef zijn constante aanwezigheid als 'een echte troost'. Brown behandelde haar vriendelijk maar krachtig, als een vrouw in plaats van als
een vorst en langzaam hielp hij haar herstellen van haar intense verdriet. Zijn invloed op de koningin maakte hem zeer impopulair binnen het koninklijk huis,
dat Victoria negeerde. Er werd geroddeld dat hij meer was dan alleen haar beste vriend. John Brown hield van drinken en was onbeleefd tegen haar familie en
de hofhouding. Maar John was volledig toegewijd aan Victoria. Hij zorgde ervoor dat Victoria zich vermaakte. Hij werd haar steun en toeverlaat. John Brown
heeft de trouwring van zijn moeder aan Koningin Victoria gegeven. De Koninklijke familie heeft alles wat met John Brown te maken had vernietigd, niet alleen
na haar dood maar ook tijdens haar leven. Op 29 februari 1862 toen Victoria op weg was naar Buckingham Palace werd Victoria opnieuw beschoten. John Brown
heeft toen snel gereageerd en zo het leven van de koningin gered. John Brown overleed op 27 maart 1883. Na de dood van John werd er in het mausoleum van
Frogmore een gedenksteen van hem geplaatst. Bij het theehuis werd een granieten fontein voor hem aangelegd en er werd een bank ter ere van hem geplaatst
op het terrein van Osborne House.


Foto: Dudley Charles Fitzgerald, 24th Baron de Ros / Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II

Foto van van links naar rechts, Prinses Alice, Prins Leopold op Topsy de pony, Prinses Louise, John Brown en Prinses Helena.
Foto genomen voor kasteel Balmoral.


Foto: Hughes & Mullins en George Washington Wilson / Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II


Foto: Hills & Saunders / Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II


Foto: Sir Edwin Landseer / Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II

Regeerperiode Victoria na overlijden Prins Albert


In het buitenlands beleid werd de invloed van Koningin Victoria tijdens de midden jaren van haar regering algemeen gebruikt om vrede en verzoening
te ondersteunen. In 1864 raadde Victoria haar ministers aan niet in te grijpen in de Pruisen-Denemarken oorlog, en haar brief aan de Duitse keizer
Wilhelm I (zijn zoon Friedrich was gehuwd met haar dochter Victoria) in 1875 geholpen om een tweede Frans-Duitse oorlog af te wenden.

Over de oostelijke kwestie in de jaren 1870 - de kwestie van het Britse beleid ten aanzien van het dalende Turkse imperium in Europa - geloofde Victoria
(in tegenstelling tot Gladstone) dat Groot-Brittannië, terwijl hij aandrong op noodzakelijke hervormingen, zou de Turkse hegemonie moeten handhaven als
een bolwerk van stabiliteit tegen Rusland, en tweevleugelig blijven in een tijd waarin Groot-Brittannië betrokken zou kunnen zijn bij oorlog.

In het laatste deel van haar leven, werd de koningin het bijzonder betrokken bij het bevorderen van de uitbreiding van het Rijk, tot aan het einde
van de regeerperiode het bedekt meer dan een vijfde van 's werelds landmassa, met inbegrip van het geheel van het Indiase subcontinent, grote delen
van Afrika en kolonies in het Caribisch gebied. De winst van het Britse Rijk vertegenwoordigde echter een vreselijk verlies voor andere naties en volkeren,
en tegen het einde van Victoria's heerschappij was haar imperium bijna constant in oorlog.

Tussen 1815 en 1914 werden ongeveer 10 miljoen vierkante mijl en 400 miljoen mensen toegevoegd aan het Britse rijk,
totdat bijna één op de vier mensen op aarde onder koloniaal bestuur stond.

Victoria werd op 1 mei 1876 tot keizerin van India gekroond, hoewel haar betrokkenheid jaren daarvoor al was begonnen. Tegen 1840 was ze ontzet
door het gedrag van de East India Company, die de Britse gebieden in India bestuurde. In 1856 schreef ze: "Ik heb altijd medelijden met die arme
afgezette Indiase prinsen." Hoewel ze gefascineerd was door alles wat Indiaas was, heeft ze het land nooit bezocht, wat misschien de reden was
waarom ze het mogelijk vond haar ogen te sluiten voor wat onaangename feiten. Ze was bijvoorbeeld blij om de Koh-i-Nûr-diamant te dragen,
die in 1842 door de Britten werd gegrepen tijdens de Anglo-Sikh-oorlogen.


Foto: Penny Illustrated Paper (publisher) / Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II


Foto: W & D Downey / Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II


Foto: W & D Downey / Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II

Tijdens de lange regering van Victoria is de directe politieke macht van het staatshoofd verwijderd. Een reeks handelingen verbreed de sociale en
economische basis van de kiezers. Deze handelingen omvatten de Tweede Hervormingswet van 1867; de invoering van de geheime stemming in 1872, waardoor
het onmogelijk was om de kiezers door omkoping of intimidatie te onderdrukken; en de Vertegenwoordiging van de Wet Volkeren van 1884 - alle huishoudens
en meer permanente gasten in de accommodatie ter waarde van ten minste £ 10 per jaar, en de bewoners van het land ter waarde van £ 10 per jaar, waren
stemgerechtigd. Ondanks deze daling in de macht van het staatshoofd, toonde Victoria aan dat een monarch die een hoog niveau van prestige had en die
bereid was om de details van het politieke leven te beheersen, een belangrijke invloed zou kunnen uitoefenen.


Foto: W & D Downey / Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II


Foto: Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II

De Second Married Woman’s Property Act van 1882 gaf echtgenotes eigen rechten: ze konden eigendom bezitten, erven en pachten en zichzelf
vertegenwoordigen in rechtbanken. Geleidelijk kregen ze ook meer rechten na een echtscheiding om voor hun kinderen te zorgen.

Het was tijdens het bewind van Victoria’s regering dat de moderne ideeën van de constitutionele monarch, wiens rol was boven de politieke
partijen te blijven, begon te ontwikkelen. Maar Victoria zelf was niet altijd niet-partijdig en zo nam ze de gelegenheid om haar meningen,
soms zeer krachtig, in privé sfeer te geven.

Na de Tweede Hervormingswet van 1867, en de groei van het twee partijdig (Liberale en Conservatieve) systeem, daalde de macht van Koningin Victoria.
Haar vrijheid om te kiezen welk individu het premierschap zou bezetten, werd steeds meer beperkt.

In 1880 probeerde Victoria, zonder succes, William Gladstone geen premier te laten worden. Zij had de voorkeur gegeven aan Marquess of Hartington,
een andere staatsman van de liberale partij, die net de algemene verkiezingen had gewonnen. Koningin Victoria heeft haar zin niet gekregen.

De Eerste Boerenoorlog (1880-1881), was een oorlog tussen de Nederlandstalige Boeren van de Zuid-Afrikaanse Republiek (Transvaal) enerzijds,
en het Britse Rijk anderzijds. Deze Boeren of Afrikaners waren afstammelingen van voornamelijk Nederlandse Kolonisten, die als pioniers naar
de binnenlanden van Zuid-Afrika trokken en daar onder meer de Zuid-Afrikaanse Republiek (Transvaal) en de Oranje Vrijstaat stichten.

Op 2 maart 1882 was er weer een gek die kogels op Victoria afvuurde.

Hoewel zij in sommige opzichten - zoals toen veel mensen tegen stemrecht voor vrouwen stonden - sociale kwesties had, heeft zij de voorkeur gegeven
aan maatregelen ter verbetering van het lot van de armen, zoals de Royal Commission on Housing. Zij steunde ook veel liefdadigheidsinstellingen
die betrokken zijn bij onderwijs, ziekenhuizen en andere gebieden.


Foto: Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II


Foto: Hills & Saunders / Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II

Het prachtige gouden jubileum van de koningin in 1887, en nog meer prachtige diamanten jubileums in 1897, hielpen haar populariteit te herstellen
na haar terugtrekking uit het openbare zicht na de dood van Albert. De opwinding rond de vieringen in 1887 bracht haar imago opnieuw tot bloei,
maar ze kon haar privé verdriet niet vergeten, door te schrijven: 'De dag is gekomen en ik ben alleen'.

Met haar gouden jubileum in aantocht waren er stemmen om de monarchie af te schaffen omdat Victoria niet meer in het openbaar verscheen. Met haar
jubileum wilde ze geen kroon en scepter dragen, wat de regering en familie wilde. Ze wilde een sobere dracht, met alleen een kapje. Ze was gewend
om te domineren en ministers werden in haar aanwezigheid van hun stuk gebracht. Victoria begon de festiviteiten van haar jubileum op 20 juni 1887
zo dicht mogelijk bij Albert in het mausoleum dat ze dit bouwen voor hem. Die middag ontving ze de koninklijke gasten van over de hele wereld.
Op 21 juni 1887 reed er een grote stoet met hoge gasten en haar zelf met familie naar Westminster Abbey om Victoria te eren. Victoria droeg een
lange japon met parelsnoer en haar kapje, modieus afgezet met witte point d’ Alecon’ en diamanten ornamenten. Bij het officiële jubileum portret
droeg ze wel haar kleine en verfijnde diamanten kroon.


Foto: Walery, 164 Regent St, London / Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II

De Koninklijke Orde van Victoria (Engels: Royal Victorian Order) werd op 21 april 1896 door Koningin Victoria van het Verenigd Koninkrijk
ingesteld als huisorde. De Britse regering heeft geen zeggenschap over de orde die wordt verleend voor "persoonlijke diensten aan de soeverein",
al is de Koning/Koniningin, de soeverein van de orde, steeds gebonden aan zijn rol als constitutioneel Koning/Koningin. De orde speelt een rol
bij het belonen van de medewerkers van de koninklijke huishouding en de hofhouding en wordt vaak verleend bij staatsbezoeken. De orde kent een
soeverein, een grootmeester en vijf graden: Knight/Dame Grand Cross, Knight/Dame Commander, Commander, Lieutenant en Member. In 1936 werd de
orde ook voor dames opengesteld.

Ondanks haar verouderde leeftijd heeft Victoria haar werkzaamheden tot het einde vervuld - met inbegrip van een officieel bezoek aan Dublin in 1900.
De Boeren oorlog in Zuid-Afrika overschaduwde het einde van haar regering. Zoals in de Krimoorlog bijna een halve eeuw eerder, heeft Victoria haar
troepen herzien en ziekenhuizen bezocht. Ze bleef onverschrokken door de oorlog en zei hierover:
"We zijn niet geïnteresseerd in de mogelijkheden van nederlaag; ze bestaan niet."

Diamanten regeringsjubileum


Tegen 1897 had Koningin Victoria meer vertrouwen in de genegenheid van het volk voor zichzelf en voor de monarchie; ze werd gezien als
de 'grootmoeder' van de natie. Victoria stuurde een telegraafbericht naar de wereld en bedankte haar volk voor hun loyaliteit: 'Vanuit
mijn hart dank ik mijn geliefde mensen. Moge God hen zegenen! 'Ze ontving duizenden felicitaties van over de hele wereld.

In 1897 vierde Victoria haar 60 jarig regeringsjubileum, haar diamanten jubileum. Victoria reed van Windsor Castle naar Buckingham Palace.
Victoria zag stralende gezichten van haar volk langs de route. Na de rit ontving ze in de Bow Room buitenlandse vorsten en ambassadeurs.
Die avond verwisselde ze haar zwarte dracht voor een jurk die speciaal in India is gemaakt. De hele voorzijde was in goud geborduurd.
Ook had ze een hoofdkapje bezet met diamanten en een halsketting.

Toen Victoria van Buckingham Palace naar de dankdienst in St. Paul’s Cathedral reed was ze overrompeld van de ovatie die ze kreeg van het volk langs
de route. De dankdienst werd buiten St. Paul’s Cathedral gehouden zodat ze in haar rijtuig kon blijven zitten omdat ze invalide was geworden.

In de tien jaar sinds haar Gouden Jubileum had Victoria geholpen om het visioen van Albert te verwezenlijken door haar rol als Europa’s grootmoeder
met verve te vervullen. Op haar Diamanten jubileum ontbraken de regerende monarchen van de familie. Victoria wilde voorkomen dat de familieruzies
in de openbaarheid kwamen. Er waren daarom vertegenwoordigers van de koloniën bij, bij de dankdienst in St. Paul’s Cathedral. Vooral Keizer Wilhelm II
had de macht om de familiebanden stuk te maken, maar Victoria kon dit niet goed geloven. Victoria hoopte de stabiliteit in Europa te kunnen waarborgen
door hard genoeg te werken aan de familiediplomatie en Wilhelm er toe te bewegen zich te gedragen. Het leek alsof Victoria geen invloed meer had bij
Wilhelm maar toch kon ze invloed uitoefenen door correspondentie brieven met haar regerende familieleden.
Maar naarmate de tijd verstreek ging de lang gekoesterde hoop op een goede Brits-Duitse verstandhouding verloren.

De wereld was ingrijpend veranderd. Ze zag de opkomst van de spoorwegen, de stoomschepen, de telegraaf, de telefoon,
de naaimachine, elektrisch licht, de schrijfmachine, fotografie en nog veel meer.


Foto: Gustav Mullins / Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II


Foto: William Egley en Heinrich von Angeli / Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II


Foto: Gunn & Stuart / Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II


Foto: Robert Milne / Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II


Foto: Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II


Foto: Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II

Overlijden Koningin Victoria


De Tweede Boerenoorlog (1899-1902), was het resultaat van jarenlange spanningen tussen de Boeren en de Britten. De oorlog resulteerde in een
pyrrusoverwinning voor het Verenigd Koninkrijk en luidde het einde in van de onafhankelijke Boerenrepublieken. Hoewel het begon met conventionele
oorlogvoering stapten de Boeren na de verovering van hun hoofdsteden over op guerrillatactieken, waarna de Britten terugsloegen met de tactiek van
de verschroeide aarde en een van de eerste grootschalige gebruiken van concentratiekampen, waardoor er aan de zijde van de Boeren veel burgerslachtoffers
zijn gevallen. Toen deze oorlog aan de gang was voelde Victoria zich terneergeslagen en bezorgd over de oorlog. In januari 1900 leek de verontrusting
van de oorlog haar bijna lichamelijk te raken. Deze imperialistische oorlog van de Britten leverde ook nieuwe munitie op voor anarchisten en terroristen.

Met de komst van de 20ste eeuw voelde Koningin Victoria zich oud en vermoeid, niet langer zeker van de toekomst. Victoria’s gezondheid
ging achteruit en de staar, reumatiek, kreupelheid en uitputting eisten hun tol. Ook de schok van dat Vicky borstkanker had knaagde aan haar.
Ondanks haar vermoeidheid probeerde ze ritjes te maken en brieven te schrijven.

Op 29 oktober 1900 bezocht dokter Reid Victoria op en stelde vast dat ze een depressie had. Op 10 november 1900 had ze alle eetlust verloren en had
ze een slechte spijsvertering. In december 1900 kon Victoria alleen maar bouillon en melk drinken. Haar overlevende jurken uit deze periode onthullen
aanpassingen om een osteoartritische bult op haar bovenrug te accommoderen. Dokter Reid bracht haar met opiaten tot rust. Ze werd grondig onderzocht
en artsen ontdekten dat ze een verzwakte baarmoeder en een ventrale hernia had. Hoewel ze bijna blind was, bleef ze schrijven in haar dagboek. De laatste
vermelding dateert van 13 januari 1901, totdat een hersenbloeding haar, haar kracht om te schrijven aantastte. Zonder hulp kon ze niet rechtop zitten.
Twee dagen vocht ze om nog staatszaken af te handelen, totdat de laatste restjes kracht uit haar wegvloeide. Hierna begon ze bezoekers niet meer te herkennen.
Deze slapeloosheid en verwarring kwam door beschadigde hersenfuncties na jarenlange constante geestelijke inspanningen gedurende een lang leven vol
Koninklijke Verplichtingen, huiselijk verdriet en zorgen, vooral de laatste jaren.

Keizer Wilhelm was in een opwelling naar zijn grootmoeder gekomen en liet zich niet op afstand houden.

Op 21 januari 1901 om 18.00 uur had Victoria nog even een heldere geest. Ze had geregeld die dag zuurstof toegediend gekregen.
Ze had om haar hond Turi gevraagd en na het uitlaten kwam deze bij de Koningin op bed. Op 22 januari 1901 begon Victoria weg te zinken en later kwam ze weer bij.
Toen haar leven weg ebde, rende haar eerste kleinzoon, Keizer Wilhelm II, Koning van Pruisen en Duits Keizer naar haar toe om aan haar zijde te staan.

Op 22 januari 1901 om 18. 30 uur stief Koningin Victoria in de armen van Keizer Wilhelm II en haar dokter Reid vredig en waardig in Osborne House, Isle of Wight.

Op 9 december 1897, in een verzegelde brief aan dokter Reid had Victoria instructies gegeven over haar overlijden. Met de hulp van haar kleedsters legde
dokter Reid alle dingen waar ze om had gevraagd in de kist: ringen, medaillons, afgietsels van de kinderhanden en Albert’s kamerjas, een takje van de
heide bij Balmoral, een foto van John Brown en een haarlok van hem. Victoria haar trouwring en de trouwring van John Browns moeder. De kist werd gevuld
aan de zijkanten met houtskool in mousselinen zakjes. Het werd zorgvuldig afgedekt met bloemen zodat de familie de wensen over John Brown niet zag.
Het was één van de geheimen die ze meenam in haar graf. Ook wilde Victoria in het wit worden bijgezet.

Toen de kist klaar was mocht de familie en de Hofhouding afscheid nemen. Nadat iedereen geweest was werd Abdul naar binnen gelaten.
Hij mocht even afscheid nemen en was de laatste die haar alleen zou zien.

Op 1 februari 1901 werd de kist van Victoria naar de Trinity Pier gebracht en aan boord van de Alberta gedragen, het koninklijke schip.
Het was laat in de middag toen de Alberta de haven van Portsmouth binnen voer. Op 2 februari 1901 ging de kist per trein naar Victoria Station.
Van Victoria Station ging de kist van Victoria met een affuit, onderstel van een kanon, op weg naar Paddington Station. Van Paddington Station
ging de rouwstoet per trein naar Windsor. Daarna ging de kist via de Long Walk naar St. George Chapel voor de uitvaartdienst op diezelfde dag.
Daarna lag Victoria nog twee dagen opgebaard in St. George Chapel.

Op 4 februari 1901 werd Koningin Victoria begraven naast Prins Albert in het Frogmore Mausoleum in Windsor Great Park. Naast de
familie, hofhouding en Europese Vorsten was ook Abdul Karim aanwezig bij de bijzetting van Victoria in het Frogmore Mausoleum.

Victoria had 63 jaar, zeven maanden en twee dagen geregeerd. Haar oudste zoon volgde haar op als Edward VII.

Het huwelijksvisioen van Victoria en Albert verdween niet met Victoria’s dood maar voldeed niet meer door de steeds
dwingende roep om veranderingen in de wereld.


Foto: Croydon: Bender & Lewis / Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II

Abdul Karim



Foto: Rudolf Swoboda / Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II

Mohammed Abdul Karim werd in 1863 geboren in een moslimfamilie in Lalitpur bij Jhansi, India. Zijn vader, Haji Mohammed Waziruddin, was een ziekenhuisassistent
gestationeerd bij het Central India Horse, een Brits cavalerieregiment. Abdul Karim had een oudere broer, Abdul Aziz, en vier jongere zussen. De vader van Abdul
Karim nam deel aan de beslissende mars naar Kandahar, die de Tweede Anglo-Afghaanse Oorlog in augustus 1880 beëindigde. Na de oorlog stapte de vader van Abdul
Karim over van het Central India Horse naar een civiele positie in de centrale gevangenis in Agra.

Abdul was 13 jaar toen Koningin Victoria de titel van Keizerin van India kreeg. De heerschappij van India moest vrijheid, gelijkheid en rechtvaardigheid
geven. Nu de Britse Kroon het bestuur uitoefende over de provincies, vonden er grote veranderingen plaats. Spoorlijnen werden aangelegd.

Hij kreeg privéles maar wilde eerst niet veel doen aan zijn lessen. Later schonk hij meer aandacht aan zijn lessen
die duurden tot hij 18 jaar was. Abdul kreeg les in Perzisch en Urdu en las veel boeken over de Islam en de profeet.

Abdul werkte na het voltooien van zijn opleiding als een vertegenwoordiger voor de Nawab (het plaatselijke bestuur) van Jaora in de Agency van
Agar. Na drie jaar in Agar nam Abdul ontslag en verhuisde hij naar Agra om een plaatselijke klerk (secretaris) in de gevangenis te worden.

Zijn vader zorgde voor een huwelijk tussen Karim en Rashidan Karim, de zus van een collega.

Abdul had het hoofd van de gevangenis John Tyler geholpen met voorbereidingen voor de Colonial and Indian Exhibition van 1886. Het reclasseringsprogramma
bestond uit het weven van tapijten. De tapijtwevers uit de gevangenis hadden met hun prestaties indruk gemaakt op Koningin Victoria. Tyler vertelde Abdul
over het succes van de tentoonstelling en bedankte hem voor zijn hulp. Tijdens zijn verblijf in Engeland deelde Koningin Victoria aan Tyler mee dat ze voor
haar Gouden Jubileum enkele Indiase bediendes wilde nemen. Omdat ze voor de feestelijkheden een aantal Indiase Vorsten verwachtte en dat ze wel iemand kon
gebruiken die haar hielp bij de ontvangst van deze Indiërs. Tyler dacht dat Abdul daarvoor geschikt was, Abdul aanvaarde de uitnodiging. Abdul kreeg een
jaar lang les in de Engelse taal en cultuur en kreeg Hofetiquette.

De Indiase Vorsten vormden het pronkjuweel van het Britse Rijk en waren speciaal door Koningin Victoria uitgenodigd.
Het duurde echter vier maanden om de lijst met genodigden rond te hebben.

Per schip reisde Abdul naar Engeland. Het schip was een varend paleis. Abdul kreeg de eerste periode van de reis last van
zeeziekte waarvoor hij medicijnen innam en later herstelde. Bij aankomst in Londen ze ondergebracht in het Victoria Hotel.

Op 18 juni 1887 werden Abdul Karim en Mohammed Buksh op Windsor Castle geïntroduceerd aan Koningin Victoria. Abdul bood haar een mohor, een munt aan.

Koningin Victoria had verzocht om een escorte te laten samenstellen van Indiase soldaten om haar positie van Keizerin van India te benadrukken.
Ze koesterde deze titel die haar het gevoel gaf op gelijke hoogte te staan meet de Keizer van Pruisen en de Tsaar van Rusland.

Op de dag van haar Gouden Jubileum op 20 juni 1887 was Koningin Victoria droevig. Abdul Karim keek toe vanuit het Paleis, boog voor de Koningin toen ze naar
haar rijtuig vertrok. Ze leek iets op te merken van hem. Vele toeschouwers hielden banieren met opschriften omhoog wat Victoria ontroerend vond. In Westminster
Abbey voelde ze zich alleen. Na haar terugkeer op Buckingham Palace gaf Victoria haar dochters, schoondochters en kleindochters jubileumbroches ten geschenke
en lunchte hierna met de Vorsten van Saksen-Coburg, Denemarken en België. Na de lunch nam ze een defilé van matrozen af en ging ze naar de balzaal om haar
cadeaus in ontvangst te nemen. In de middag was ze zo uitgeput dat ze een tijdje moest rusten. Tijdens het jubileumdiner in de avond droeg Victoria een jurk
met roos, distel en klaver in zilver geborduurd en grote diamanten. Na afloop was een receptie en was ze bij een deel van de feestverlichting.

Op 21 juni 1887 had Victoria in Hyde Park een ontmoeting met dertigduizend arme schoolkinderen. Daarna ging ze met de trein van Paddington
naar Slough en reed in haar rijtuig naar Castle Hill voor een onthulling van een standbeeld van haarzelf. Hierna ging Victoria naar Windsor.

De derde dag van de feestelijkheden brak aan, 22 juni 1887. Van Windsor ging Victoria naar Frogmore House. Abdul en Mohammed zouden daar haar gasten en de
Koningin bedienen. Abdul en Mohammed maakten indruk op Victoria. De twee liepen op haar af met hun ogen naar de grond, maakten een diepe buiging om de voeten
van de Koningin te kussen. Toen Abdul overeind kwam keek hij heel even Koningin Victoria in de ogen. Plotseling voelde Victoria zich minder moe en eenzaam.

Op 23 juni 1887 werden Mohammed en Abdul in dienst genomen als Indiase bediendes.
Ze mochten hun eigen voedsel bereiden volgens de voorschriften van hun godsdienst: moslim.

De feestelijkheden gingen onverminderd door. In Windsor Castle werd de audiëntie voor de Indiase Vorsten gehouden.
Victoria genoot van de pracht en praal van de Indiase Vorsten.

De jubileum verplichtingen waren lang en ze pendelde tussen Windsor en Buckingham Palace. Overdag was ze in Londen en ’s avonds
was ze weer in Windsor. Victoria legde ook de eerste steen voor het Imperial Institute voor Indiase kunstenaars en beeldhouwers.

Koningin Victoria verbleef op Windsor Castle, Osborne House en Balmoral. Zelden kwam ze op Buckingham Palace, alleen bij belangrijke gelegenheden.

Het hof verhuisde in de late zomer naar Balmoral en keerde gewoonlijk in september terug naar Windsor. Daarna verhuisde het weer voor de winter naar
Osborne en daar werd altijd Kerstmis gevierd. In februari keerde het hof terug naar Windsor en in april of mei ging Victoria op Europese rondreis.

De dagindeling van Victoria was in alle drie de paleizen min of meer dezelfde. Het ontbijt was om 10.00 uur, waarna ze enige uren besteedde aan het
schrijven van brieven en het doorwerken van regeringsstukken. De lunch was om 14.00 uur en de middag thee om 16.00 uur, gevolgd door een ritje in haar
rolstoel. Het diner was om 21.00 uur. Victoria dineerde altijd met een aantal leden van de hofhouding. Na het diner bleef Victoria tot 23.00 uur in de zitkamer.
De hofhouding en gasten speelden spelletjes. Als Victoria naar bed ging, konden de gasten naar de biljartzaal waar ze mochten roken. Victoria had een hekel
aan roken. In de zomer at Victoria haar ontbijt buiten en bracht ze eerst tijd door met het lezen en schrijven voordat ze aan haar werkzaamheden begon.
Tijdens Kerst in Osborne House werden er toneelstukken opgevoerd door de leden van de Koninklijke Familie en Hofhouding terwijl Koningin Victoria toekeek.

De Hofdames werkten 4 maanden achter elkaar en gingen dan op verlof. James Reid was de hofarts van Koningin Victoria.

Abdul stond naast Victoria om haar waar nodig te helpen met het doorwerken van de regeringsstukken. Op Osborne House besloot
Abdul Victoria te verrassen met het bereiden van een curry. Ze vond het heerlijk en er volgden er al snel meerderen.

Abdul en Mohammed waren bedreven geworden in het bedienen. Ze kenden al snel de persoonlijke voorkeuren van de familie en de hofhouding.
Victoria maakte zich druk om Abdul en Mohammed. Ze kregen Engelse les en mochten hun vrouwen laten overkomen. Victoria wilde meer weten over
India en ze vroeg Abdul om haar Hindoestani te leren, het Urdu. Abdul ging serieus aan de slag als leraar. Abdul ging elke avond met haar
aan de les Hindoestani. Op die momenten was Victoria in India, ze hield van de klank van het Urdu, de verhalen over India.


Foto: Hughes & Mullins / Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II

Over de volledige lengte, staand, Abdul licht naar rechts gekeerd, armen over elkaar, Mohammed laat zijn linkerhand
op zijn heup rusten en zijn rechter op een oppervlak achter hem; beiden dragen Indiase klederdracht.


Foto: Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II

Handgeschilderde foto van een volledig dubbelportret van Abdul Karim (1863-1909) (links) en Mohammed (rechts, zittend), gekleed
in een rood uniform met het monogram van koningin Victoria. Foto genomen op het terrein van een van de koninklijke paleizen.

Voor Balmoral in het winterse klimaat zorgde Victoria goed voor haar Indiase bediendes. Het ruisende geluid van de Dee die langs Balmoral
stroomde bracht Victoria tot rust. Victoria spoorde haar kinderen en kleinkinderen aan wandelingen te maken langs de rivier de Dee.
Op Balmoral was er de Hertenjacht en ’s avonds werd dat afgesloten met een dans en drinken. Victoria woonde ook elk jaar de Hooglandspelen bij.
Abdul hield van de jacht en vissen en het jagen op vogels.

Abdul en Mohammed kregen meer taken van Victoria en waren vaker bij Victoria in de buurt. Abdul werd Victoria’s favoriet, hij
kreeg van haar meer Engelse les dan Mohammed. Abdul leerde snel en werkte hard. Als snel nam Abdul de secretariële taken op zich.


Foto: Hughes & Mullins / Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II

Groepsfoto van Koningin Victoria (1819-1901) en haar familie aan het ontbijt aan een buitentafel in Osborne House, inclusief Prinsessen Marie (1875-1938)
en Victoria Melita van Edinburgh (1876-1936); De Hertog van Connaught (1850-1942); Prinses Beatrice (1857–1944); Prinses Alix of Hesse (1872-1894);
Prinses Alexandra van Edinburgh (1878-1942); Prinses Irene van Hessen (1866-1953), omvat ook bedienden Abdul Karim (1863-1909), Stephen Maslin en
Mohammed Buksh die allemaal achter het feest staan.


Foto: Hughes & Mullins / Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II

Groepsfoto van Koningin Victoria (1819-1901) en haar familie aan het ontbijt aan een buitentafel in Osborne House, inclusief prinsessen Marie (1875-1938)
en Victoria Melita van Edinburgh (1876-1936); De Hertog van Connaught (1850-1942); Prinses Beatrice (1857–1944); Prinses Alix of Hesse (1872-1894);
Prinses Alexandra (1878-1942) en Prinses Beatrice van Edinburgh (1884-1966); Prinses Irene van Hessen (1866-1953), omvat ook bedienden Abdul Karim (1863-1909),
Stephen Maslin en Mohammed Buksh staan allemaal achter het feest en er is een verpleegster die Prins Alexander van Battenberg (1886-1960) vasthoudt.

De gesprekken van Victoria en Abdul gingen dieper, ook politiek kwam aanbod, de gebruiken en de godsdienst. De band tussen Koningin Victoria en Abdul werd
steeds vertrouwelijker. Toch wilde Abdul naar India. Abdul acht dat hij als adjudant bij Victoria zou gaan werken, maar werkte nu als bediende. Abdul had
veel geleerd over Victoria, haar gezin, haar gewoontes en haar voorkeuren. Koningin Victoria hoorde van Abduls plan om terug te willen. Ze schreef hem
dat ze hem erg graag mocht en hoopte dat hij jaar bleef en volgend jaar ook. Ze vond het jammer dat hem zijn functie niet goed was uitgelegd. Victoria
had daarom besloten dat hij een hogere rang verdiende dan de andere bediendes. De Hofhouding was niet al te blij met Victoria’s besluit, maar ze zette door.
Abdul werd in augustus 1888 bevorderd tot de functie van "Munshi" Hafiz Abdul Karim, hij werd de officiële Indiase secretaris van de Koningin. Alle foto’s
van zijn oude functie werden verwijderd en er werd een portret van hem in zijn nieuwe functie geschilderd. Abdul kreeg de zorgen te horen over haar kinderen
en kleinkinderen. Abdul had een luisterend oor en een begripvol optreden tegenover Koningin Victoria. Abdul werd steeds belangrijker voor Victoria, was altijd
aan haar zijde, praatte tegen haar, voorzag haar in haar behoeftes en was een luisterend oor wanneer ze dat nodig had. Abdul kreeg ook de leiding over de andere
Indiase bediendes. De Indiërs gingen nu ook meespelen in de toneelstukken. De voorkeursbehandeling die Abdul kreeg van de Koningin begon op te vallen binnen het
hof, men kreeg een hekel aan hem. Abdul kreeg de vroegere kamer van John Brown.

De lessen Hindoestani gingen altijd door, waar Victoria zich ook bevond. Zelfs op haar Europese reis.

De Koninklijke trein was heel erg comfortabel, een reizend paleis. Op haar Europese reis ontmoette Victoria verschillende Europese Vorsten. Op de zomerreis
nam Victoria altijd een ezel mee. Daarmee maakte ze altijd een ritje in haar ezel rijtuigje. Victoria genoot van de treinreis door Europa, vooral van het
landschap als ze door het raam van de trein keek. Abdul had door zijn positie een heel rijtuig voor zichzelf alleen. Voor de Europese reis waren er altijd
treinen vooruit gegaan met paarden, rijtuigen, borden, huishoudlinnen, de meubels voor haar slaapkamer en andere zware bagage. In het hotel werd altijd een
eigen telegraafkantoor ingericht. Voor de Indiase bediendes moest een aparte keuken worden gebouwd en ze kregen een apart woonvertrek.

Abdul ging een paar maanden met verlof en Victoria en hij schreven elkaar brieven. Na zijn verlof begon de hofhouding tegen
hem te keren, maar Victoria wilde daar niets van weten. Hij kreeg steeds belangrijkere plaatsen op activiteiten toegediend.

Door Abdul ging Victoria zich verdiepen in de Indiase politiek en ging zich er ook mee bemoeien door eindeloze brieven te
schrijven aan de onderkoning in India. De religieuze ongeregeldheden tussen Moslims en Hindoes baarden Victoria zorgen.

Victoria nam Abdul mee naar Glassalt Shiel, een huis dat ze liet bouwen na Alberts dood, aan de voet van Lochnagar Hills, bij Balmoral.
Het werd ook wel de Weduwe Cottage genoemd. In 1868 ging ze er met John Brown naar toe en na zijn overlijden zou ze er nooit meer heen gaan.
Totdat Abdul in haar leven kwam.

Toen Abdul een steenpuist in zijn nek had begon Victoria hem twee keer per dag te bezoeken. Twee keer per dag bezoek vond de
hofhouding ongehoord van een koningin. Na een operatie van de steenpuist herstelde Abdul vlug zodat het werk weer normaal verliep.

Koningin Victoria begon de vijandige houding tegenover Abdul op te merken van haar familie en haar hofhouding. Op 11 juli 1890 verzocht
Victoria aan de onderkoning dat Abdul een stuk land in India toegekend moest krijgen. Ze bestookte de onderkoning met brieven en telegrammen.
Victoria kreeg haar zin, na acht maanden kreeg Abdul een stuk grond in de buitenwijken van Agra.

Elke dag na het ontbijt begon Victoria eerst met de lessen Hindoestani, vervolgens deed ze haar brieven en regeringsstukken.

Abdul werd regelmatig genoemd in de hofkronieken. Moslims die in Engeland woonden wilden Abdul graag ontmoeten. In de moskee in Working ging Abdul bidden
ter gelegenheid van het Suikerfeest. Velen moslims kwamen om de Munshi te ontmoeten en om samen met hem te bidden. Velen schreven hem persoonlijk.

Victoria verkeerde graag in het gezelschap van de Indiase Vorsten die haar zomers op Balmoral kwamen bezoeken.

Op Osborne House liet Victoria een Indiase zaal maken, de Durbal Hall, het India dat ze nooit zou kunnen bezoeken.
In april 1891 begon de bouw en het was klaar in december 1891. Durbal Hall werd gebruikt als eetzaal.

De laatste tien jaar van Victoria’s bewind was het traditie om elke dag Curry’s te bereiden en te serveren. De Curry werd geserveerd bij de
lunch, zoals de gewoonte was bij de Britten in India in die tijd. Tijdens het diner dienden Franse of Britse gerechten te worden geserveerd.

Abdul kreeg steeds meer privileges en ging zelf ook steeds meer dingen eisen, bv voor zijn eigen familie in India.
Victoria was voortdurend bezorgd over Abdul en pronkte altijd graag met hem bij haar Europese familieleden.

In juni 1892 kwam de vader van Abdul op bezoek aan het hof. Eind 1892 nam Abdul zijn vrouw Rashidan en zijn schoonmoeder mee naar Engeland.
Ze kregen Frogmore Cottage als verblijf toegewezen. In Osborne House was Arthur Cottage hun verblijf. Op Balmoral werd speciaal voor hen een
woning gebouwd en deze werd Karim Cottage genoemd. Victoria bezocht altijd Abduls vrouw en schoonmoeder of ze nu op Balmoral, Windsor of Osborne was.
Victoria nam altijd bezoek mee als ze op bezoek bij Abdul kwam. Victoria werd steeds meer een moederfiguur voor het echtpaar. Abdul en zijn vrouw kregen
veel geschenken en aandenkens van bezoekers die Victoria meenam. Abduls vrouw en schoonmoeder werden steeds minder verlegen.

Abdul vertelde Victoria dat hij en zijn vrouw tevergeefs geprobeerd hebben om kinderen te krijgen. Victoria besloot daarvoor medische hulp in te schakelen.
Victoria had in december 1893 een vrouwelijke arts geregeld om de vrouw van de Munshi te onderzoeken. Volgens dokter James Reid had Abdul Karim in 1897 gonorroe,
een geslachtziekte. De ernstige complicatie van gonorroe is onvruchtbaarheid bij zowel man als vrouw.

De Hofhouding en familie kreeg steeds en steeds meer argwaan voor Abdul. Tijdens een bezoek aan Coburg weigerde hij het huwelijk van Victoria's kleindochter
Prinses Victoria Melita van Saksen-Coburg en Gotha bij te wonen, omdat haar vader, Victoria's zoon Alfred, Hertog van Saksen-Coburg en Gotha, hem een zitplaats
in de galerie met de bedienden gaf en niet dichtbij Victoria. Het leidde tot veel geroddel binnen de hofhouding. Ook werd er gelekt naar de kranten toe over
Abdul en de kranten begonnen zich ermee te bemoeien.

Abdul wilde zijn memoires publiceren. Blijkbaar wist het hof dit te torpederen want er is nooit een deel gepubliceerd.

Koningin Victoria was een verwoed briefschrijfster. In de loop van de tijd werd haar gezichtsvermogen zwakker
en haar handschrift vrijwel onleesbaar, toch bleef ze schrijven. Ook Abdul begon met brieven te schrijven.


Foto: Robert Milne / Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II

Koningin Victoria zit aan een gedekte tafel, terwijl Abdul Karim (1863-1909), ook wel bekend als de Munshi, achter de tafel staat en naar buiten kijkt.
Hoofddeuren open met gordijnen die over venster op achtergrond worden getrokken. Hond zit aan de voeten van Koningin Victoria.

Het hof en enkele Koninklijke Familieleden gingen kwaad spreken over Abdul. Ook onder ministers en regeringsfunctionarissen groeide het wantrouwen.
Koningin Victoria berispte haar kinderen als die niet hoffelijk waren geweest tegen Abdul. Abdul was snel beledigd als het ging om zijn status in
vergelijking met de andere Indiase bediendes. De familie van Abdul in India kreeg allemaal promoties van Victoria. Victoria bleef Abdul beschermen.


Foto: Hills & Saunders / Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II

Abdul Karim, zittend in het linkerzijprofiel aan een bureau. Hij houdt een ganzenveer in zijn rechterhand.
Zijn linkerhand rust op zijn linkerdij. Hij draagt verschillende orde sterren en een tulband.

Omdat de schoonmoeder van Abdul ziek was ging hij in maart 1896 met zijn vrouw en schoonmoeder terug naar India. Bij thuiskomst was zijn vader er slecht
aan toe. Zijn vrouw kocht vele Indiase sieraden bij juweliers in Agra. Hij genoot een prettige aangename vakantie in India. Op 18 augustus 1896 ging Abdul
weer terug naar Engeland samen met zijn vrouw en neefje Mohammed Abdul Rashid.

Abdul kreeg de onderscheiding Hessische Orde, 2de klasse. Ook had hij van de Duitse Keizer de onderscheiding in de Orde van de Rode Adelaar.
In mei 1895 werd Abdul benoemd tot Companion of the Order of the Indian Empire. De Hofhouding vond het niet kunnen dat Abdul deze onderscheiding
kreeg omdat hij niet hoog geschoold was en dat hij zo snel promotie binnen het hof had mogen maken.

Dokter James Reid werd steeds meer geadviseerd in zaken over Abdul die niets met zijn vak als arts te maken had.

Bij droevige familieaangelegenheden zoals bij overlijden was Abdul een rots in de branding voor Koningin Victoria.

Het jaar van haar Diamanten Jubileum in 1897 werd het jaar van de Munshi genoemd. Koningin Victoria nam de gastenlijst door en haar toekomstplannen met Abdul.

In maart 1897, toen leden van de Hofhouding zich voorbereidden om naar Cimiez te vertrekken voor de jaarlijkse Europa reis van de Koningin,
stonden ze erop dat Abdul de hofhouding en de Koninklijke Familie niet vergezelde en besloten ze af te treden als hij toch mee zou gaan.
Dit omdat men van dokter Reid had vernomen dat Abdul een urine infectie had en dat zijn geslachtsziekte weer opspeelde. Men dacht in die tijd
dat het zeer besmettelijk was. Toen Harriet Phipps, een van de maids of honour van de koningin, haar op de hoogte bracht van de beslissing, veegde
de Koningin in woede de inhoud van haar bureau op de grond. De Hofhouding trok zich terug, maar de vakantie werd ontsierd door toegenomen wrok en
ruzies tussen de Hofhouding en Victoria. Ze dacht dat hun wantrouwen en afkeer van Karim werd ingegeven door 'rasvooroordeel' en jaloezie en dus ging
Victoria in de aanval. James Reid waarschuwde de Koningin dat haar gehechtheid aan Karim had geleid tot vragen over haar geestelijke gezondheid. Dokter
James Reid had een dreigbrief geschreven aan Abdul. Abdul werd bang en Victoria bleef hem verdedigen. Koningin Victoria gaf een memo uit met eisen voor
haar Hofhouding. Maar de Hofhouding gaf zich niet gewonnen. De Hofhouding begon een onderzoek achter de rug om van Victoria en Abdul om Abdul en zijn familie
diskrediet te brengen, echter later bleek dat daar niets was uitgekomen. Toen iedereen weer terug was in Engeland, was Abdul weer helemaal terug in de gunst
van de Koningin en hij vroeg aan haar of hij onderscheiden kon worden met de rang van Commander of the Order of the Indian Empire. Het leek hem geweldig om
"Sir Abdul Karim" te worden genoemd. De onderkoning vond deze vraag niet passend van Abdul en stelde voor om hem lid te maken van de Royal Victorian Order (MVO),
maar dat stuitte weer op veel verzet binnen de Hofhouding. Dus benoemde ze hem niet in de Royal Victorian Order (MVO).

In 1897 vierde Koningin Victoria haar Diamanten Jubileum. Abdul was nu al 10 jaar aan het Britse Hof. Het jaar zou
een vreugdevol jaar moeten zijn, maar Victoria had angst en verdriet vanwege de onrust binnen het hof over Abdul.

In de 10 jaar dat Abdul er was, had ze kennis gemaakt met India, Indiaas eten en een nieuwe taal geleerd: Hindoestani.
Victoria was erg moe en neerslachtig door de vele botsingen met haar hofhouding en familie over Abdul.

Bij Victoria’s kaptafel hing een foto van Abdul Karim en daaronder een foto van John Brown. Boven haar bed hing een foto van haar geliefde Albert in Osborne.

Het Diamanten Jubileum werd gevierd met een dankdienst in St. Pauls Cathedral. Telegrammen stroomden binnen
met felicitaties. Ook de Indiase Vorsten waren op bezoek gekomen naar Londen om het Diamanten Jubileum te vieren.

In 1899 drongen leden van de Hofhouding er opnieuw op aan dat Abdul niet mee mocht op reis om de Koningin te vergezellen op haar jaarlijkse
vakantie in Cimiez. De koningin had gevraagd aan Abdul om op Windsor blijven, toen het gezelschap zich had gevestigd in het Excelsior
Regina-hotel, overwoog Abdul om zich bij hen te voegen.

Abdul dreigde ontslag te nemen en terug te keren naar India. Hij kon de manier waarop hij behandeld werd niet meer verdragen. Koningin Victoria
was hier erg door van streek. Ze wilde dat hij niet vertrok. Na pijnlijke gesprekken smeekte ze de hofhouding en haar familie dat er een einde
moest komen aan de discussie over Abdul en smeekte ze Abdul om te blijven. Victoria hervond haar rust en evenwicht omdat ze voldaan was dat ze
zich niet door haar familie en hofhouding had laten intimideren. Haar familie en de hofhouding sprak haar er niet meer op aan, maar onderling
bleven ze overleg voeren over Abdul. Achter Victoria’s rug om en die van Abdul begon de hofhouding en de koninklijke familie na te denken over
wat er met Abdul moest gebeuren als Victoria was overleden. De hofhouding en koninklijke familie begonnen te accepteren dat Victoria zo lang ze
leefde Abdul bij zich hield. Alleen na haar dood konden ze met hem afrekenen.

Koningin Victoria had dokter Reid instructies gegeven voor als ze ziek zou worden.
Haar Indiase bediendes kregen dan de taak om haar op te tillen of haar te verplaatsen.

In 1898 kocht Abdul een stuk land in Agra, dat grensde aan het stuk land dat hem in 1890 door Victoria was geschonken.
Victoria hervond haar rust omdat ze wist dat Abdul zich na haar dood geen zorgen om zijn toekomst hoefde te maken.

In 1899 benoemde Koningin Victoria, op haar 80ste verjaardag, Abdul Karim tot Commander of the Victorian Order.

Abdul had oprecht heel veel respect en grote achting voor Koningin Victoria.

Abdul ging in november 1899 voor een jaar terug naar India. De vader van Abdul stierf in juni 1900. Tegen de tijd dat Abdul in november 1900 terugkeerde
naar Groot-Brittannië was Victoria zichtbaar ouder geworden. Op 7 november 1900 begon ze weer met haar lessen Hindoestani, maar daarna ging haar gezondheid
snel achteruit. Koningin Victoria had drie kinderen, drie schoonzoons en twee kleinzonen begraven. Victoria was broos en eenzaam geworden.

Op 29 oktober 1900 bezocht dokter Reid Victoria op en stelde vast dat ze een depressie had. Op 10 november 1900 had ze alle eetlust verloren
en had ze een slechte spijsvertering. In december 1900 kon Victoria alleen maar bouillon en melk drinken. Haar overlevende jurken uit deze periode
onthullen aanpassingen om een osteoartritische bult op haar bovenrug te accommoderen. Dokter Reid bracht haar met opiaten tot rust. Ze werd grondig
onderzocht en artsen ontdekten dat ze een verzwakte baarmoeder en een ventrale hernia had. Hoewel ze bijna blind was, bleef ze schrijven in haar dagboek.
De laatste vermelding dateert van 13 januari 1901, totdat een hersenbloeding haar, haar kracht om te schrijven aantastte. Zonder hulp kon ze niet rechtop
zitten. Twee dagen vocht ze om nog staatszaken af te handelen, totdat de laatste restjes kracht uit haar wegvloeide. Hierna begon ze bezoekers niet meer
te herkennen. Deze slapeloosheid en verwarring kwam door beschadigde hersenfuncties na jarenlange constante geestelijke inspanningen gedurende een lang
leven vol Koninklijke Verplichtingen, huiselijk verdriet en zorgen, vooral de laatste jaren.

Keizer Wilhelm was in een opwelling naar zijn grootmoeder gekomen en liet zich niet op afstand houden.

Op 21 januari 1901 om 18.00 uur had Victoria nog even een heldere geest. Ze had geregeld die dag zuurstof toegediend gekregen. Ze had om haar hond
Turi gevraagd en na het uitlaten kwam deze bij de Koningin op bed. Op 22 januari 1901 begon Victoria weg te zinken en later kwam ze weer bij.
Toen haar leven weg ebde, rende haar eerste kleinzoon, Keizer Wilhelm 11, Koning van Pruisen en Duits Keizer naar haar toe om aan haar zijde te staan.
Op 22 januari 1901 om 18.30 uur stief Koningin Victoria in de armen van Keizer Wilhelm 11 en haar dokter Reid vredig en waardig in Osborne House, Isle of Wight.

Op 9 december 1897, in een verzegelde brief aan dokter Reid had Victoria instructies gegeven over haar overlijden. Met de hulp van haar kleedsters legde
dokter Reid alle dingen waar ze om had gevraagd in de kist: ringen, medaillons, afgietsels van de kinderhanden en Albert’s kamerjas, een takje van de
heide bij Balmoral, een foto van John Brown en een haarlok van hem. Victoria haar trouwring en de trouwring van John Browns moeder. De kist werd gevuld
aan de zijkanten met houtskool in mousselinen zakjes. Het werd zorgvuldig afgedekt met bloemen zodat de familie de wensen over John Brown niet zag.
Het was één van de geheimen die ze meenam in haar graf. Ook wilde Victoria in het wit worden bijgezet.

Toen de kist klaar was mocht de familie en de Hofhouding afscheid nemen. Nadat iedereen geweest was werd Abdul naar binnen gelaten.
Hij mocht even afscheid nemen en was de laatste die haar alleen zou zien. Abdul keek zwijgend toe toen de kist werd gedragen naar
de eetzaal, ingericht als rouwkapel in Osborne.

Die nacht huilde Abdul in Arthur Cottage. Victoria was voor hem een vriendin geweest, een moeder en een bron van inspiratie.

Op 1 februari 1901 werd de kist van Victoria naar de Trinity Pier gebracht en aan boord van de Alberta gedragen, het koninklijke schip.
Het was laat in de middag toen de Alberta de haven van Portsmouth binnen voer. Op 2 februari 1901 ging de kist per trein naar Victoria Station.
Van Victoria Station ging de kist van Victoria met een affuit, onderstel van een kanon, op weg naar Paddington Station. Van Paddington Station
ging de rouwstoet per trein naar Windsor. Daarna ging de kist via de Long Walk naar St. George Chapel voor de uitvaartdienst op diezelfde dag.
Daarna lag Victoria nog twee dagen opgebaard in St. George Chapel.

Op 4 februari 1901 werd Koningin Victoria begraven naast Prins Albert in het Frogmore Mausoleum in Windsor Great Park. Naast de
familie, hofhouding en Europese Vorsten was ook Abdul Karim aanwezig bij de bijzetting van Victoria in het Frogmore Mausoleum.

De nieuwe koning, Koning Edward V11 stuurde na Victoria’s begrafenis in het Frogmore Mausoleum, Prinses Beatrice, Koningin Alexandra en enkele bewakers
naar Frogmore Cottage om alle brieven die Koningin Victoria aan Abdul had geschreven op te eisen. In een buiten het huis het huis aangelegd vuur werden
de brieven verbrand. Abdul kreeg het bevel om zijn koffers te pakken en het land te verlaten. Er mocht geen spoor meer overblijven van de relatie tussen
Victoria en Abdul. Ook alle andere Indiërs moesten terug naar India.

De huizen van Abdul, die hij van Koningin Victoria kreeg, werden verdeeld onder de hofhouding of onder de
familie van Koningin Victoria. Alles werd in het werk gesteld om elke herinnering aan Abdul uit te wissen.

Als Koningin leefde Victoria in een mannenwereld en had ze weinig vrouwen als vriendin. Wat haar familie niet begreep was dat Victoria een geboren
romanticus was. De dood van haar geliefde Albert had haar eenzaam en bedroefd achtergelaten. John Brown en Abdul Karim behandelden haar als een vrouw,
niet als een Koningin zoals haar familie en hofhouding haar behandelde.

Het bureau van de onderkoning in India werd overspoeld met brieven. In India begonnen ze te beseffen hoeveel Koningin Victoria voor haar Indiase
onderdanen betekend had. De dood van Victoria had geleid tot de roep om een gedenkteken. In maart 1902 was het standbeeld van Koningin Victoria
in Calcutta gearriveerd. In april 1902 bezocht de onderkoning Agra en volgens hem waren de monumenten die daar werden opgericht de mooiste.

Abdul had een nieuw huis, Karim Lodge, laten bouwen op het land dat hij dankzij Victoria had gekregen in Agra. Hij leefde comfortabel.
De muren in zijn woning waren vol gehangen met foto’s van de tijd aan het hof van Victoria. In vitrines lagen trots zijn geschenken die
hij had gekregen van Vorstelijke personen. In de kelder van het huis had hij zijn correspondentie liggen vanuit de koninklijke paleizen.

In december 1905 maakte George, de Prins van Wales, later Koning George V, een rondreis door India. George bracht ook een bezoek aan Abdul. George vond
Abdul uiterst netjes en aardig. George onthulde een standbeeld van Koningin Victoria, vervaardigd door Sir Thomas Brock in het Mac Donald Park in Agra.

De laatste jaren van zijn leven was Abdul melancholisch gestemd. In de laatste dagen van zijn leven bezocht hij in zijn rijtuig het standbeeld
van Victoria in het Mac Donald Park. In april 1909 stierf Abdul met zijn vrouw en neefje aan zijn zijde. Abdul Karim werd bijgezet in een
pagode-achtig mausoleum op de Panchkuin Kabaristan-begraafplaats in Agra naast zijn vader.

Wat niemand wist is dat Abdul Karim een dagboek had bijgehouden. Het verslag beschreef zijn tijd aan het hof vanaf het
Gouden Jubileum in 1887 tot het Diamanten Jubileum in 1897. De onaangenaamheden binnen het hof zijn niet beschreven.
Er staat niets over in van na 1897, van zijn vertrek uit Engeland en zijn laatste dagen in Agra.

Op 20 april 1909 kreeg Koning Edward VII het bericht dat Abdul was overleden. In opdracht van Edward VII bezocht de commissaris van Agra, W. H. Cobb,
Karim Lodge om de resterende correspondentie tussen de Munshi en de koningin of haar hofhouding op te halen, die in beslag werd genomen en naar de Koning
werd gestuurd. De onderkoning, luitenant-gouverneur John Hewitt en de ambtenaren van het Indiase ministerie keurden de inbeslagname af en adviseerden de
brieven terug te sturen. Uiteindelijk keerde de koning er vier terug, op voorwaarde dat ze hem zouden worden teruggestuurd bij de dood van de vrouw van
de Munshi. De vrouw van Abdul huilde, ze was vernederd en slecht behandeld door de familie van Victoria. De vrouw van Abdul zou de tijd in Engeland nooit
vergeten. Het is niet bekend of de brieven van de weduwe van Abdul na haar dood ooit naar Windsor zijn teruggekeerd.

Omdat Abdul en Rashidan geen kinderen hadden, erfden zijn neefjes en achterneefjes zijn rijkdom en eigendommen. De familie van Abdul bleef in Agra
wonen tot de Indiase onafhankelijkheid en de opsplitsing van India in augustus 1947, waarna ze emigreerden naar Karachi, Pakistan. De vrouw van Abdul,
Rashidan Karim overleed op een boot naar Karachi, als vluchteling. Het landgoed, inclusief Karim Lodge, werd in beslag genomen door de Indiase regering
en verdeeld onder Hindoestaanse vluchtelingen uit Pakistan. De helft van Karim Lodge werd vervolgens verdeeld in twee individuele woningen, de andere
helft werd een verpleeghuis en een dokterspraktijk. De familie van Abdul, die tijdens de opsplitsing naar Pakistan was geëmigreerd, hield zijn dagboek
en een deel van zijn correspondentie uit de tijd verborgen tot 2010, toen het openbaar werd gemaakt.

De speelfilm Victoria & Abdul uit 2017, geregisseerd door Stephen Frears en met Ali Fazal als Abdul Karim en
Judi Dench als Queen Victoria, biedt een gefictionaliseerde versie van de relatie tussen Karim en de koningin.


Foto: George Piner Cartland / Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II
Handgeschilderde foto van een volledig portret van de Munshi Abdul Karim (1863-1909) zittend op een stoel.
Hij laat zijn rechterhand op een parasol rusten en zit voor een met klimop beklede muur.


Foto: Elliott & Fry Ltd: London / Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II

Foto van de Munshi, Hafiz Abdul Karim, portret van volledige lengte, staande naast een ladekast, gekleed in een fijne zijden jas. Ondertekend en
gedateerd november 1892. Hij was een Indiase moslimdienaar van Koningin Victoria gedurende 15 jaar en werd Commander of the Royal Victorian Order.

Florence Nightingale


Op 12 mei 1820 wordt Florence Nightingale geboren als dochter van William Edward Nightingale, geboren William Edward Shore (1794-1874)
en Frances ("Fanny") Nightingale-Smith (1788-1880) in het Italiaanse Florence. Florence had nog een oudere zus: Frances Parthenope (1819-1890).
Florence groeit op in Engeland en krijgt als dochter van zeer welgestelde ouders een degelijke opvoeding. Dat is gebruikelijk in deze kringen.
Al heel jong maakt Florence er gewoonte van haar gedachten op papier te zetten en al die notities te bewaren. Zo schrijft ze op 7 februari 1837:
“I heard the voice of God, He called me to His service”. Hierna voelt ze zich geroepen tot Zijn dienst, hoewel het haar niet precies duidelijk
is wat die dienst nu eigenlijk in houdt. In 1850 bezocht Florence Nightingale de protestantse diaconessengemeenschap Kaiserswerth (Duitsland).
Ze ontmoette daar ds. Fliedner en zijn vrouw Frederieke die vonden dat ‘door God geroepen zijn’ een voorwaarde voor een goede ziekenverpleging.
Ineens begreep Florence haar roeping: verpleegster worden. Een jaar later verbleef zij opnieuw bij de Fliedners en ook bij de katholieke
liefdezusters nabij Parijs. Zo werd zij ingewijd in de beginselen van ziekenverpleging. Haar keuze voor dit beroep was niet vanzelfsprekend.
Van een dame in die tijd wordt immers verwacht dat ze huwt en een trouwe echtgenoot en moeder wordt. Daar heeft Florence helemaal geen zin in.
Ze krijgt veel verzet van haar ouders, maar zet door. Ze wil en ze zal iets doen aan de erbarmelijke ziekenverpleging.

Florence Nightingale was een intelligente vrouw met een grote belangstelling voor statistiek. Florence begon zich te oriënteren op de toestand in de
grote ziekenhuizen in Engeland en later ook in andere landen. Ze verzamelde grote hoeveelheden gegevens over sterfte, ziekte en de leefbaarheid in
de ziekenhuizen. Die gegevens zette ze om in grafieken en statistieken. Daarmee probeerde ze aan te tonen hoe de verzorging van zieken verbeterd kon worden.
Zo was Florence Nightingale één van de eerste Statistici. Ze werd de uitvindster van het pooldiagram, introduceerde het gebruik van statistieken in de
gezondheidszorg en werd het eerste vrouwelijke lid van de Royal Statistical Society.


Foto: William Edward Kilburn / Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II

Toen brak de Krimoorlog uit en de Engelse soldaten sterven bij bosjes. Het Engelse vaderland is diep geschokt en schreeuwt om iemand die al die
problemen daar eens even goed aanpakt. Maar wie moet dat nu doen? Wie heeft ervaring, gezag en overwicht genoeg om die ellende te veranderen? Dan valt
de naam van Florence Nightingale, die eigenlijk precies voldoet aan al die eisen. Ze wordt gevraagd door de minister van oorlog en ze gaat. Maar niet
nadat ze een groep van 38 vrouwen met verpleegervaring om zich heen verzamelt die met haar mee gaan. Ze vertrekken per schip naar Scutari aan de Bosporus,
tegenover Istanbul. De situatie die zij daar aantreft bij aankomst is onbeschrijflijk. Een kazerne doet dienst als hospitaal, maar er is geen water, het
sanitair is slecht en vervuild, keukens ontbreken, artsen en verpleegkundigen zijn er nauwelijks. En vanwege een ongelofelijk slecht georganiseerd Engels
leger, stromen de gewonden binnen. Dag in dag uit. Uit deze chaos weet Florence een hospitaal te scheppen, waar de gewonden een menswaardige verzorging ontvangen.
Zelf is Florence dag en nacht in touw en haar bijnaam, door de gewonden bedacht, ‘The Lady with the Lamp’, illustreert hoe zij wordt gewaardeerd. ‘Wij konden haar
schaduw wel kussen, als die over ons heen viel’, schreef een oud-patiënt uit Scutari. Het werk van Florence en de 38 vrouwen die ze uit Engeland had meegenomen,
had succes. Onder het ziekenhuis liep een defect riool. Toen dat eenmaal gerepareerd was, daalde het aantal doden sterk. Het viel Florence niet mee om te
erkennen dat het lag aan het riool in het ziekenhuis. De mensen hadden hierdoor een groter risico om te sterven. Uiteindelijk kon ze er niet omheen:
statistische gegevens overtuigden haar dat hygiëne een sleutelrol had gespeeld. Vanaf toen was ze een onvermoeibaar pleitbezorgster voor hygiënisch handelen.


Foto: © Florence Nightingale Museum Londen

Het duurde echter even voordat ze de ontdekking van tijdgenoot Louis Pasteur, dat infecties door bacteriën worden veroorzaakt, accepteerde.

De introductie van vrouwelijke verpleegsters in de militaire ziekenhuizen werd als een buitengewoon succes beschouwd, Florence keerde
als heldin terug naar Groot-Brittannië en de donaties stroomden binnen in het Nightingale Fund. Het ingezamelde geld stelde Florence
in staat haar verpleegkundige hervorming in de burgerziekenhuizen van Groot-Brittannië na de oorlog voort te zetten. Vastbesloten dat
de medische fouten van de twee jaar durende oorlog nooit werden herhaald, communiceerde ze levendig de behoefte aan medische hervorming
met behulp van statistische grafieken waaruit bleek dat meer mannen aan ziekte waren gestorven dan aan hun wonden. Vervolgens stichtte ze
de Royal Commission voor de gezondheid van het leger, wat leidde tot een groot aantal verbeteringen en het leven van velen redde.

Haar aandacht richtte zich later op de gezondheid van het Britse leger in India en ze toonde aan dat slechte riolering, vervuild water,
overbevolking en de slechte ventilatie de oorzaken waren voor het hoge sterftecijfer. Ze concludeerde dat de gezondheid van het leger
en de bevolking van India hand in hand moesten gaan en voerde daarom campagne om de gezondheid van het land als geheel te verbeteren.

Florence werd in 1883 bekroond met het Koninklijk Rode Kruis. Ze was de eerste vrouw die werd gekozen in de Royal Statistical Society.

De Nightingale Training School werd in 1860 opgericht met donaties van het Nightingale Fund. De reputatie verspreidde zich al snel en
Nightingale-verpleegsters werden gevraagd om overal ter wereld nieuwe scholen te beginnen, waaronder Australië, Amerika en Afrika.

Florence geloofde ook in de behoefte aan gespecialiseerde verloskundigen en verpleegkundigen en richtte
een School of Midwifery Nursing op in het King’s College Hospital, dat een model voor het land werd.

Florence onttrekt zich wegens gezondheidsproblemen al snel na haar terugkeer aan het openbare leven. Het is niet precies bekend wat ze mankeert, maar
recent historisch onderzoek wijst uit dat ze een post-traumatisch-oorlogssyndroom moet hebben gehad. Wat ze gezien en meegemaakt heeft op de Krim,
heeft ze nooit kunnen verwerken. Ook wordt soms gesproken over dat Florence een bacteriële infectie had, die bekend staat als brucellose.
Florence bleef een drijvende kracht achter de schermen en schreef ongeveer 13.000 brieven als onderdeel van haar campagnes.


Foto: © Florence Nightingale Museum Londen

In 1859 schrijft ze al haar kennis op in de bestseller ‘Notes on Nursing’. Binnen een paar jaar is dit hét internationale handboek voor ziekenverpleging.
Dit boekje bevat de principes van een goede ziekenverpleging en wie het nu leest, merkt hoe knap het is geweest om al in de 19de eeuw zo vooruitstrevend
over ziekenverpleging en de opleiding voor verpleegster te denken. Op basis van dit kleine werkje wordt Florence Nightingale de ‘grondlegster’ van de
moderne ziekenverpleging genoemd. Haar opvatting dat gezondheid niet slechts de afwezigheid van ziekte is, maar de situatie waarin een mens al zijn of
haar talenten kan ontplooien, heeft de definitie van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) bepaald.

Florence inspireerde de oprichting van het Internationale Rode Kruis, dat nog steeds de Florence Nightingale-medaille
toekent aan verpleegsters die uitzonderlijke zorg hebben verleend aan zieken en gewonden in oorlog of vrede.

In 1907 kreeg Nightingale als eerste vrouw de Order of Merit, een hoge koninklijke onderscheiding.
Koning Eduard VII weigerde aanvankelijk de onderscheiding toe te kennen omdat ze een vrouw was.
Ze was ook de tweede vrouw die de Freedom of the City of London ontving, die ze in 1908 ontving.


Foto: © Florence Nightingale Museum Londen

Florence Nightingale stierf vredig in haar slaap in haar kamer op 10 South Street, Mayfair, Londen, op 13 augustus 1910
op 90-jarige leeftijd en werd begraven naast de graven van andere familieleden in East Wellow, Hampshire.

Florence Nightingale en Koningin Victoria


Tijdens de Krimoorlog verzocht Koningin Victoria om de rapporten van Florence over de gewonden te zien en raadpleegde haar over welke koninklijke geschenken
naar de zieken en gewonden moesten worden gestuurd. Koningin Victoria bewonderde het werk van Florence Nightingale om de verpleging tijdens de Krimoorlog te
verbeteren en merkte in haar dagboek op: 'Ik benijd dat ze zoveel goeds kan doen en voor de nobele helden zorgt wiens gedrag bewonderenswaardig is'.
Ze ondersteunde Nightingale ook op praktische manieren en stuurde haar koffers met medische benodigdheden en schreef naar hoge militaire figuren op de Krim,
waarin ze haar bezorgdheid uitte over het welzijn van de troepen.

Bij haar terugkeer naar huis in 1856 bezocht ze Balmoral om uit de eerste hand verslag uit te brengen van haar prestaties aan
Koningin Victoria en Prins Albert, die zeer geïnteresseerd waren in dergelijke zaken. Ze presenteerde dit werk in 1863 aan
Koningin Victoria. Daarna ontmoette ze Koningin Victoria vele malen en wisselde meer dan dertig jaar correspondentie uit.


Foto: Florence Nightingale / Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II

Koningin Victoria reikte Florence Nightingale een speciaal ontworpen broche uit als beloning voor haar werk.
Het ontwerp is gemaakt door Prins Albert. De broche bevindt zich nu in het National Army Museum.


Foto: Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II

Florence Nightingale en het Coronavirus: Covid-19


Het nieuwe coronavirus is ontdekt in het Chinese Wuhan en kreeg de naam Covid-19. Dit virus verspreidde zich vanaf begin februari 2020
in snel tempo over de hele wereld. De klachten lijken in het begin vaak op een verkoudheid. De ziekte kan een ernstige longontsteking
veroorzaken, waar soms ook mensen aan overlijden. Het virus behoort tot de familie van de coronavirussen waartoe ook SARS en MERS behoren.

In Groot-Brittannië worden door het Coronavirus: zeven Nightingale-noodziekenhuizen gebouwd en vermoemd naar Florence Nightingale.
Digitaal worden de ziekenhuizen door de Britse Koninklijke familie geopend en wordt er ook aandacht aan Florence
besteed op de Instagram Story van de Britse Koninklijke Familie.


Foto: © Florence Nightingale Museum Londen


Foto: The British Royal Family


Foto: The British Royal Family


Foto: The British Royal Family


Foto: The British Royal Family


Foto: The British Royal Family


Foto: The British Royal Family


Foto: The British Royal Family


Foto: The British Royal Family


Foto: The British Royal Family


Foto: The British Royal Family

Op 17 april 2020 stuurde de Hertogin van Cornwall een ondersteuningsboodschap om te worden gespeeld
tijdens de officiële opening van NHS Nightingale North West Hospital in Manchester.
Het nieuwe tijdelijke ziekenhuis zal maximaal 750 mensen op volle capaciteit kunnen opvangen.

NHS Nightingale North West Hospital is een van de zeven Nightingale-ziekenhuizen die in het hele land worden opgezet
als reactie op de COVID-19-crisis. De Prince of Wales opende de eerste hiervan, NHS Nightingale London, twee weken
geleden via een live videoverbinding vanuit Birkhall, het huis van hun koninklijke hoogheid in Schotland.

Met verwijzing naar de verzamelnaam van de nieuwe ziekenhuizen, herinnerde de Hertogin zich toen Florence Nightingale in 1856 in Birkhall verbleef.

"Ze was te gast bij James Clark, de arts van Koningin Victoria, die hier destijds woonde. De Koningin was enorm onder de indruk van
Miss Nightingale en schreef daarna: 'Haar geest is uitsluitend en volledig in beslag genomen door één object: het onderwerp geneeskunde."

Op dezelfde manier voelen we allemaal de diepste bewondering voor de doelbewuste toewijding die het NHS Nightingale North West Hospital
heeft gecreëerd, en de manier waarop alle inspanningen op één doel zijn gericht: de zorg voor degenen die COVID-19 oplopen. Dit geeft
ons de hoop en het vertrouwen dat het virus zal worden verslagen.


Foto: Clarence House

De erfenis van Koningin Victoria:


Victoria geloofde nooit dat zij de beste persoon was voor de taak van koningin, zoals veel van haar tijdgenoten vond ze
dat mannen de beste monarchen maakten, maar ze bracht vasthoudendheid en een zekere excentriciteit aan de taak.

Tegen de tijd van haar diamanten jubileum, in 1897, kon niemand eraan twijfelen dat een vrouw kon regeren.

Haar voortdurende aanwezigheid tijdens zo'n periode van intense periode van technologische, economische en sociale
verandering had ertoe bijgedragen dat de monarchie centraal stond in de identiteit van de natie.

Het is dankzij Koningin Victoria dat we kunnen genieten van een bezoek aan haar geboorteplaats van Kensington Palace, dat ze in 1899 voor het publiek opende.

De kamers waarin ze opgroeide, bieden een fascinerende blik in haar vroegere leven. Het beeld van haar, gemaakt door haar dochter
Prinses Louise en onthuld in 1893, staat nog steeds buiten het paleis.

Victoria had Hampton Court, een paleis waarin ze nooit woonde, al in 1839 geopend voor bezoekers.

Veel Victorianen bewonderden het bewind van hun Koningin vanwege haar stabiele regering thuis, en een enorme expansie in het buitenland. Sindsdien hebben haar
afstammelingen, en de afstammelingen van haar onderdanen, het gevoel gehad dat de regering van Victoria een tijd was waarin Groot-Brittannië echt geweldig was.
Maar onder het bewind van Koningin Victoria heerste veel armoede, vooral onder de niet-Britse onderdanen van het rijk.


Van juli 1832 tot vlak voor haar dood hield ze een gedetailleerd dagboek bij, dat uiteindelijk 122 delen omvatte. Na de dood van Victoria werd haar
jongste dochter, Prinses Beatrice, aangesteld als haar literaire executeur. Prinses Beatrice herschreef en bewerkte de dagboeken van Koningin Victoria
en verbrandde de originelen. Ondanks deze vernietiging bestaan veel van de dagboeken nog steeds. Naast het bewerkte exemplaar van Beatrice, herschreef
Lord Esher de delen van 1832 tot 1861 voordat Beatrice ze vernietigde. Een deel van Victoria's uitgebreide correspondentie is gepubliceerd in delen onder
redactie van onder andere A.C.Benson, Hector Bolitho, George Earle Buckle, Lord Esher, Roger Fulford en Richard Hough. Pas na de publicatie van haar
dagboek en brieven werd de omvang van haar politieke invloed bekend bij het bredere publiek.

In 2012 werd de website http://www.queen-victorias-scrapbook.org/index.html geopend over de dagboeken van Koningin Victoria.

Grootmoeder van Europa:


Victoria kreeg samen met haar man, Albert, negen kinderen en arrangeerde hun huwelijken. Uit die huwelijken werden tweeënveertig kleinkinderen geboren.
Enkel dochter Louise bleef kinderloos. Haar kinderen en kleinkinderen gingen huwelijken aan die bijna alle Europese vorstenhuizen aan elkaar verbonden,
ze kreeg daardoor de bijnaam The Grandmother of Europe (de grootmoeder van Europa).

Victoria had ook gehoopt, via de huwelijken van haar kinderen naar de andere koninklijke families
van Europa, om een netwerk van allianties te creëren die Europa vreedzaam zouden houden.

Dit was een strategie die tot mislukken gedoemd was, en het was Victoria's eigen kleinzoon,
Keizer Wilhelm II, die Duitsland leidde in 1914 in de Eerste Wereldoorlog tegen Groot-Brittannië.

De informatie over Koningin Victoria is afkomstig van:


- https://www.royal.uk/queen-victoria
- https://www.royal.uk/prince-albert
- https://www.hrp.org.uk/kensington-palace/history-and-stories/queen-victoria/
- https://albert.rct.uk/
- Florence Nightingale Museum Londen / https://www.florence-nightingale.co.uk/
- Florence Nightingale Instituut - Nannie Wiegman / https://www.fni.nl/

Victoria, koningin, Een intieme biografie van de vrouw die een wereldrijk regeerde
Schrijver: Julia Baird, http://juliabaird.me/, isbn: 9789046821794

Koningin Victoria als huwelijksmakelaar. Haar kinderen en kleinkinderen op Europese tronen.
Schrijver: Deborah Cadbury, isbn: 978 90 468 23330

Hét boek bij de tv-serie
Victoria, de jonge koningin
Schrijver: Helen Rappaport
isbn: 978 9492 168 290

Victoria en Abdul. Het ware verhaal van de innige relatie tussen een koningin en haar vertrouweling.
Schrijver: Shrabani Basu
isbn: 978 9046 822 302

De website beheerster heeft deze vier boeken gelezen. In 2018 heeft de website beheerster het boek van Julia Baird gelezen.
In juli 2019 de boeken van Deborah Cadbury en Helen Rappaport. In maart 2020 het boek van Victoria en Abdul van Shrabani Basu.





Postzegels ter ere van 200ste geboorte dag van Koningin Victoria


Royal Mail, de officiële Britse Post heeft op 24 mei 2019 speciale postzegels uitgebracht ter ere van de 200ste geboorte dag.

Van prinses tot keizerin ... deze prachtige speciale postzegels van geven het leven van Koningin Victoria weer op de 200e verjaardag van haar geboorte.


Foto: https://www.instagram.com/royalmailofficial/


Foto: https://www.instagram.com/royalmailofficial/


Foto: https://www.instagram.com/royalmailofficial/


Foto: https://www.instagram.com/royalmailofficial/


Foto: https://www.instagram.com/royalmailofficial/


Foto: https://www.instagram.com/royalmailofficial/

Prinses Eugenie brengt ode aan Koningin Victoria


24 mei 2019 markeert het 200-jarig jubileum van de geboorte van koningin Victoria (1819-1901).
Ze regeerde bijna 64 jaar en ik ben er erg trots dat ik naar haar vernoemd ben.

De eerste afbeelding is een portret van Koningin Victoria van Franz Xaver Winterhalter (1805-1873) van de Royal Collection Trust.
De tweede is van Emily Blunt en Rupert Friend, die Victoria en Albert speelden in The Young Victoria (2009) - een film geproduceerd door Sarah, Duchess of York.


Foto: https://www.instagram.com/princesseugenie/


Foto: https://www.instagram.com/princesseugenie/

Jenna Coleman brengt ode aan Koningin Victoria


Hartelijk gefeliciteerd mevrouw Queen Victoria 200 years.

Victoria is een Britse tv-dramaserie vanaf 2016 tot heden, gemaakt en hoofdzakelijk geschreven door Daisy Goodwin,
met Jenna Coleman in de hoofdrol als Koningin Victoria.


Foto: https://www.instagram.com/jenna_coleman_/


Foto: https://www.facebook.com/VictoriaSeries/


Foto: https://www.facebook.com/VictoriaSeries/


Foto: https://www.facebook.com/VictoriaSeries/


Foto: https://www.facebook.com/pg/masterpiecepbs/


Foto: https://www.facebook.com/pg/masterpiecepbs/


Foto: https://www.facebook.com/pg/masterpiecepbs/


Foto: https://www.facebook.com/pg/masterpiecepbs/


Foto: https://www.facebook.com/pg/masterpiecepbs/


Foto: https://www.facebook.com/pg/masterpiecepbs/

Jenna Coleman bereidt zich voor op een scène op de set van Victoria, Seizoen 2.


Foto: https://www.facebook.com/pg/masterpiecepbs/

Tom Hughes bereidt zich voor op een scène met kaarslicht op de set van Victoria, seizoen 2.


Foto: https://www.facebook.com/pg/masterpiecepbs/

Jenna Coleman deelt een scène met een van de kleinste castleden op de set van Victoria, seizoen 2!


Foto: https://www.facebook.com/pg/masterpiecepbs/


Foto: https://www.facebook.com/pg/masterpiecepbs/


Foto: https://www.facebook.com/pg/masterpiecepbs/


Foto: https://www.facebook.com/pg/masterpiecepbs/


Foto: https://www.facebook.com/pg/masterpiecepbs/


Foto: https://www.instagram.com/jenna_coleman_/

Op 26 juni 2019 plaatste Jenna Coleman de volgende foto's en tekst op officiële instagram:
Van het begin van haar leven tot het einde. De rouwschoenen van koningin Victoria.
Een prachtige nieuwe tentoonstelling in Kensington Palace ter ere van koningin Victoria.


Foto: https://www.instagram.com/jenna_coleman_/


Foto: https://www.instagram.com/jenna_coleman_/

De schoenen van koningin Victoria! Bedankt Historic Royal Palaces!


Foto: https://www.instagram.com/jenna_coleman_/


Foto: https://www.instagram.com/jenna_coleman_/


Foto: https://www.instagram.com/jenna_coleman_/

Gelukkig 200ste verjaardag Koningin Victoria. Bedankt Bedankt Historic Royal Palaces voor de meest
verhelderende tour die zo'n levendig gevoel van haar leven heeft gecreëerd.


Foto: https://www.instagram.com/jenna_coleman_/


Foto: https://www.instagram.com/jenna_coleman_/


Foto: https://www.instagram.com/jenna_coleman_/


Foto: https://www.instagram.com/jenna_coleman_/


Foto: https://www.instagram.com/jenna_coleman_/

Tessy Antony, de Nassau brengt ode aan Koningin Victoria


Op 27 mei 2019 deelde Tessy Antony, de Nassau deze prachtige foto op haar Instagram ter ere van Koningin Victoria.


Foto: https://www.instagram.com/tessy_from_luxembourg/

Prins Albert: zijn leven en erfenis gaat online


Releasedatum: vrijdag 23 augustus 2019:

Meer dan 17.500 foto's, prenten en privé- en officiële papieren met betrekking tot Prins Albert,
partner van Koningin Victoria, zijn online gegaan als onderdeel van een nieuwe website.

'Prince Albert: His Life and Legacy': https://albert.rct.uk/ werpt nieuw licht op de bijdrage van Albert als onofficiële privé-secretaris van
Koningin Victoria, een gids en mentor voor enkele van de grootste nationale projecten van zijn tijd, universiteitskanselier, kunsthistoricus,
verzamelaar en patroon van kunst, architectuur en design. Het geeft nieuw inzicht in de prestaties van Albert vóór zijn vroegtijdige dood op
42-jarige leeftijd, zijn impact op de Victoriaanse samenleving en zijn invloed op onze wereld vandaag.

Tegen het einde van 2020 zullen ongeveer 23.500 items uit de Royal Archives, de Royal Collection en de Royal Commission for the Exhibition van 1851 online
worden gepubliceerd als onderdeel van het Prince Albert Digitization Project. Deze items omvatten privé- en officiële kranten, catalogi van de privébibliotheek
van Prins Albert, zijn studiecollectie van meer dan 5000 prenten en foto's naar het werk van Raphael en 10.000 foto's verzameld en in opdracht van Albert.

Het Prince Albert Digitalization Project wordt ondersteund door Sir Hugh en Lady Stevenson ter ere van Sir Hugh's zus, overleden Dame Anne Griffiths DCVO,
voormalig bibliothecaris en archivaris van zijn Koninklijke Hoogheid The Duke of Edinburgh, en door de Royal Commission for the Exhibition van 1851.

5000 Papieren die het leven en de erfenis van Prins Albert weerspiegelen, voor de eerste keer digitaal beschikbaar


Releasedatum: woensdag 22 september 2021

Meer dan 5.000 documenten en foto's met betrekking tot het leven en de nalatenschap van
Prins Albert (1819-1861), gemaal van Koningin Victoria, zijn digitaal gepubliceerd,
waarmee de voltooiing van het Prins Albert Digitaliseringsproject wordt gemarkeerd.

Een totaal van 22.000 archiefdocumenten, prenten en foto's van het Koninklijk Archief, de Koninklijke
Collectie en de Koninklijke Commissie voor de Tentoonstelling van 1851 zijn nu voor het publiek beschikbaar,
de meeste voor het eerst, via de website Prince Albert: His Life and Legacy (https://albert.rct.uk),
gelanceerd in augustus 2019 ter gelegenheid van de 200ste verjaardag van de geboorte van Albert.

De laatste tranche van archiefmateriaal bestaat voornamelijk uit de privé- en officiële papieren en correspondentie
van Albert uit de periode 1841-1861. Deze documenten verrijken ons begrip van de officiële taken van Albert, en
beschrijven zijn werk op het gebied van cultuur, onderwijs en filantropie, evenals verhelderende aspecten van
zijn persoonlijke leven, van familierelaties tot zijn passie voor kunst en fotografie. De omvang van dit
materiaal weerspiegelt de talloze verantwoordelijkheden die Albert op zich nam tijdens zijn relatief korte
leven toen hij ernaar streefde een betekenisvolle rol voor zichzelf als prins-gemaal te vervullen.

Fragmenten uit de inmiddels verloren gewaande dagboeken van Albert, daterend uit 1841-1852, zijn
ook digitaal gepubliceerd. Deze werden kort na de dood van de prins geselecteerd door zijn officiële
biograaf Theodore Martin en registreren een verscheidenheid aan officiële bezoeken en opdrachten,
buitenlandse en maritieme aangelegenheden en de renovaties van de koninklijke residenties.

Het Prince Albert Digitalization Project werd ondersteund door Sir Hugh en Lady Stevenson ter ere van Sir Hughs
zus, wijlen Dame Anne Griffiths DCVO, voormalig bibliothecaris en archivaris van Zijne Koninklijke Hoogheid
de Hertog van Edinburgh, en door de Koninklijke Commissie voor de Tentoonstelling van 1851.

Hoogtepunten van nieuw gepubliceerd materiaal over 'Prince Albert: His Life and Legacy'

Albert als echtgenoot:
De persoonlijke papieren van Albert werpen licht op zijn relatie met koningin Victoria, zowel als liefhebbende
echtgenoot als als onofficiële privésecretaris. Het romantische karakter van de prins wordt onthuld door
partituren van de muziek die hij voor Victoria componeerde tijdens hun verloving, waaronder een stuk
genaamd Dem Fernen ('Van ver'), terwijl handgeschreven notities tussen het paar de hoogte- en
dieptepunten van het huwelijksleven belichten. Een bemoedigend briefje van Albert aan Victoria
in oktober 1858 luidt eenvoudig: 'Ik verklaar dat ik alle vertrouwen in je heb. A.' In de nasleep
van echtelijke ruzies deelde Albert zijn pijn en frustratie vaak mee via krabbelde aantekeningen
in het Duits aan zijn vrouw. Deze werden later vernietigd door hun jongste dochter, Prinses Beatrice,
maar niet voordat een onbekende persoon fotografische kopieën maakte voor het Koninklijk Archief.

Albert als vader:
Alberts familiepapieren tonen het belang aan dat hij aan het huiselijk leven hechtte. Zijn aankoop en ontwikkeling
van Osborne House op het Isle of Wight als een vakantiehuis voor negen kinderen wordt in kaart gebracht door middel
van zijn correspondentie, terwijl verjaardagskaarten en gedichten geschreven door de koninklijke kinderen een
ontroerend kijkje in het gezinsleven bieden. In mei 1858 schreef de tienjarige prinses Louise aan haar vader
vanuit Swiss Cottage, het levensgrote speelhuis dat hij voor zijn kinderen in Osborne had geïnstalleerd, om
te melden: 'we kookten in onze keuken en maakten wat wafels en schneemilch' (een soort Oostenrijkse pudding).

Het grote aantal brieven dat Albert ontving van zijn oudste dochter Victoria, Princess Royal
(in haar familie bekend als 'Vicky'), nadat ze was getrouwd en naar Duitsland was verhuisd,
toont hun bijzonder hechte relatie. Kort na de geboorte van haar zoon en Alberts eerste kleinkind,
Wilhelm (later Kaiser Wilhelm II) in 1859, schreef ze aan haar vader dat ze zich zorgen maakte over de
lichamelijke handicap van de pasgeborene, een aandoening waarvan nu bekend is dat het de verlamming van
Erb was. 'Ik vraag me ook af welke naam onze kleine William in de geschiedenis zal dragen', speculeerde ze.

Albert als hervormer:
Albert bezat een aangeboren drang naar efficiëntie en verbetering. In het begin van zijn huwelijksleven
gebruikte hij deze energie om het koninklijk huis en de koninklijke financiën te hervormen. Een lijst met
voorgestelde kandidaten voor de vacante rol van Meester van het Huishouden is door Albert geannoteerd met
korte redenen waarom elke man ongeschikt was - variërend van 'te oud' en 'te nuttig bij de marine' tot
'slecht humeur' en ' Franse meesteres'. Deze drang om te verbeteren strekte zich vaak uit tot buiten het
huishouden, en brieven bevatten de suggesties van de prins voor de verbetering van alles, van het
gebruik van afvalwater tot het ontwerp van militaire uniformen.

Nadat hij zelf een grondige opleiding in Duitsland had genoten, was hij diep geïnvesteerd in
de scholing van zijn kinderen. Zijn dossiers bevatten correspondentie met betrekking tot de
benoeming van gouvernantes en onderwijzers, lesroosters en voortgangsrapporten van de koninklijke
kinderen, waaronder een memo van Frederick Gibbs, privéleraar van Albert Edward, Prins van Wales
en Prins Alfred, waarin wordt gesuggereerd dat de broers zouden moeten worden gescheiden voor lessen
nadat ze betrapt waren op samen roken. Alberts meest prominente educatieve erfenis was zijn hervorming
van het leerplan aan de Universiteit van Cambridge, waar hij de rol van kanselier bekleedde van 1847 tot
aan zijn dood. Onlangs gepubliceerde artikelen met betrekking tot zijn kanselierschap omvatten regelingen
voor de ingebruikname van een ode door William Wordsworth ter gelegenheid van de inauguratie van Albert.

Albert als beschermheer van de fotografie:
Bijna 1.000 glasplaatnegatieven, waaronder zeldzame vroege voorbeelden van vooraanstaande
19e-eeuwse fotografen zoals Roger Fenton, JJE Mayall en Leonida Caldesi, zijn toegevoegd aan
Prince Albert: His Life and Legacy. Glasplaatnegatieven tonen de volledige compositie van een
foto, vaak met verschillende rekwisieten en achtergronddetails die gewoonlijk werden bijgesneden
of uitgesneden uit de daaropvolgende afdrukken. Ze zijn vooral interessant voor fotohistorici, die
glasplaatnegatieven gebruiken om de werkmethoden van fotografen en hun individuele experimenten met
het natte collodionproces te traceren. Deze glasplaten maken deel uit van in totaal 10.000 foto's
en prenten die door Albert zijn verzameld of in opdracht zijn nu online gepubliceerd.

Prins Albert omarmde enthousiast het nieuwe medium fotografie, dat zijn interesse in kunst, wetenschap en
technologie combineerde. Hij geloofde in fotografie als een kunstvorm en pleitte voor het belang ervan als
documentair apparaat en als een middel om kennis te delen, en werd kort na de oprichting in 1853 beschermheer
van de Photographic Society. Albert installeerde donkere kamers in Windsor Castle en zijn regelmatige
aanwezigheid op fotografische studio's en tentoonstellingen werd breed uitgemeten in de pers.

Albert als visionair:
Oefenboeken uit de jeugd van Albert in Coburg, met nauwgezette lijsten van vertalingen afgewisseld met
fantastische doodles, suggereren een nieuwsgierige geest die gepaard gaat met een actieve verbeeldingskracht
en esthetische gevoeligheid. De passie van de prins voor kunst en geschiedenis werd goed benut in 1841, toen
hij voorzitter werd van de Fine Arts Commission, zijn eerste officiële rol in Engeland, om toezicht te houden
op de herinrichting van de Houses of Parliament. Fragmenten uit Alberts dagboekaantekeningen die over dit
project vertellen, tonen zijn kennis van de Britse geschiedenis en verlichte artistieke smaak.

Alberts enthousiasme voor design en technologie culmineerde in zijn visie voor The Great Exhibition
van 1851, een evenement dat hij mede organiseerde. De website brengt de papieren van de Koninklijke
Commissie voor de Tentoonstelling van 1851 en Alberts eigen correspondentie, meer dan 30 volumes en
in totaal 3.400 documenten samen, die het ontstaan, de uitvoering en de erfenis van deze historische
tentoonstelling in kaart brengen. Nieuw gepubliceerde brieven bevatten Alberts eerste bekende vermelding
van de Grote Tentoonstelling: 'Ik zou graag een gesprek met u hebben over het onderwerp van een grote
nationale of zelfs internationale tentoonstelling', schreef hij in juli 1849 aan Henry Labouchere. Tussen
mei en oktober 1851 , bezochten meer dan zes miljoen bezoekers de tentoonstelling in Hyde Park, een derde
van de toenmalige bevolking van Groot-Brittannië. Kort na de sluiting van de tentoonstelling zette Albert
zijn visie op de erfenis van de Grote Tentoonstelling uiteen in een typisch gedetailleerd memorandum. Hij
stelde voor om de aanzienlijke overwinst van de tentoonstelling te gebruiken voor de aankoop van het
Kensington Gore Estate, waarop verschillende culturele instellingen permanent zouden kunnen worden
gevestigd. Dit deel van South Kensington, dat later de bijnaam 'Albertropolis' kreeg, is tegenwoordig
de thuisbasis van musea van wereldklasse op het gebied van geschiedenis, kunst en wetenschap. Ze
blijven een passend eerbetoon aan de brede interesses van Albert en de kracht van zijn nalatenschap.


Foto: Royal Archives / © Her Majesty Queen Elizabeth II 2021


Foto: Royal Archives / © Her Majesty Queen Elizabeth II 2021


Foto: Royal Archives / © Her Majesty Queen Elizabeth II 2021


Foto: Royal Archives / © Her Majesty Queen Elizabeth II 2021

Standbeeld Koningin Victoria voor Buckingham Palace


Op 30 augustus 2018 bracht ik een bezoek aan Buckingham Palace, de plek waar Koningin Victoria vanuit regeerde.
Meer over het bezoek kunt u zien op de pagina: https://koningsfan.nl/buitenlandse-uitstapjes.html

















Bezoek aan Kensington Palace


Op 1 september 2018 bracht ik een bezoek aan Kensington Palace, de plek waar Koningin Victoria is geboren en waar ze opgroeide.
Meer over het bezoek kunt u zien op de pagina: https://koningsfan.nl/buitenlandse-uitstapjes.html













































































































































Prins Albert Memorial en standbeeld Koningin Victoria


Op 2 september 2018 bracht ik een bezoek aan Kensington Gardens en daar kwam ik langs het Prins Albert Memorial.
En ook kwam ik langs het Imperial College in Londen en zag ik daar een standbeeld staan van Koningin Victoria.

















Koningin Victoria souvenirs


In januari 2019 heb ik de volgende beker in mijn collectie toegevoegd, het is 1 beker met alle vier de kanten bedrukt:











In augustus 2019 heb ik de volgende beker in mijn collectie toegevoegd. Deze beker is uitgegeven ter ter gelegenheid van het 200 jarige
geboorte jaar van Koningin Victoria en Prins Albert en ter ere van de tentoonstellingen in Londen.





Buckingham Palace, Queen Victoria's Palace van 20 juli – 29 september 2019


Ter gelegenheid van de 200ste verjaardag van de geboorte van Koningin Victoria, zal een speciale tentoonstelling Koningin Victoria's Palace
tijdens de zomerse opening van Buckingham Palace (20 juli - 29 september 2019) vertellen hoe de jonge monarch een onbemind koninklijk verblijf
veranderde in de centrum van het sociale, culturele en officiële leven van het land.

Door middel van objecten uit de Royal Collection en een meeslepende ervaring in de Ballroom van het paleis, zullen bezoekers leren hoe Victoria
Buckingham Palace maakte tot wat het vandaag is: het hoofdkwartier van de Monarchie, een verzamelpunt voor nationale vieringen en een gezinswoning.

Koningin Victoria tuimelde op 20 juni 1837, 18 jaar oud, naar de troon. Slechts drie weken na haar regering vestigde zij zich in Buckingham Palace,
ondanks dat het gebouw onvolledig was en veel van de kamers onversierd en ongemeubileerd waren. Het paleis was zeven jaar leeg geweest na de dood
van de oom van Victoria, George IV, die met grote kosten de ombouw van Buckingham House tot een paleis had opgedragen aan de ontwerpen van John Nash.
De koning bezette nooit het paleis, en zijn opvolger, Willem IV, gaf er de voorkeur aan in Clarence House te wonen tijdens zijn korte regeerperiode.
De ministers van de koningin adviseerden haar om in Kensington Palace te blijven, haar jeugdhuis, totdat Buckingham Palace tot een geschikte standaard
kon worden gebracht, maar Victoria wilde onmiddellijk verhuizen en haar nieuwe leven beginnen.

Victoria huwde haar eerste neef, Prins Albert van Saxe-Coburg en Gotha, op 10 februari 1840. In de loop van de volgende 17 jaar, hadden zij negen kinderen,
van wie acht werden geboren op Buckingham Palace. Al in 1845 was het duidelijk dat Buckingham Palace niet groot genoeg was om het snelgroeiende gezin van
het koninklijk paar te huisvesten. Op 10 februari van dat jaar schreef Victoria een brief aan de premier, Sir Robert Peel, over 'de dringende noodzaak om
iets te doen voor Buckingham Palace' en 'het totale gebrek aan accommodatie voor ons groeiende kleine gezin'. Op 13 augustus 1846 verleende het Parlement
£ 20.000 aan Victoria voor de voltooiing en uitbreiding van Buckingham Palace. Extra geld werd opgehaald uit de verkoop van George IV's retraite aan zee,
het Royal Pavilion, aan Brighton Corporation voor £ 50.000.

In 1847 kreeg de architect Edward Blore de opdracht om plannen voor de verbouwing van Buckingham Palace op te stellen. Tussen 1847 en 1849 werd aan de
voorzijde de oostvleugel toegevoegd, die de voorheen open, hoefijzervormige binnenplaats omsloot en het beroemde centrale balkon introduceerde. Kort
daarna werd een nieuwe Ballroom toegevoegd aan de State Rooms aan de ontwerpen van de architect James Pennethorne, die voldoen aan Victoria's wens voor
een ruimte 'geschikt voor het bevatten van een groter aantal van die personen die de Koningin in de loop van het seizoen moet uitnodigen tot ballen,
concerten enz. dan welk van de huidige appartementen dan ook. 'De schrijver John Ruskin was getuige geweest van de tekortkomingen van de andere kamers
van het paleis voor vermaak, en beschreef een gelegenheid aan het hof als' de meest ongemakkelijke crush ... met de ruïnes van damesjurken, gescheurd kant
en gevallen bloemen'.

Tijdens hun verblijf samen in Buckingham Palace, hielden Koningin Victoria en Prins Albert drie prachtige themakostuumballen. De Stuart Ball van
13 juli 1851 had als thema de restauratieperiode, met gasten gekleed in de stijl van Charles II's hof. Koningin Victoria's kostuum voor de Stuart Ball,
ontworpen door de kunstenaar Eugène Lami, heeft een lijfje en een volledige rok van grijs moiré afgezet met gouden kant en een onderrok van goud en
zilver brokaat. De koningin schreef een gedetailleerd verslag van de gelegenheid in haar dagboek en merkte op: 'Ik was zo trots en blij dat mijn geliefde
Albert er zo knap uitzag, echt koninklijk en voornaam en zo bewonderd. Ik moet zeggen dat onze kostuums mooi gemaakt zijn. "Ze illustreerde haar
dagboekinvoer met een schets van zichzelf en prins Albert met prins Charles Leiningen (halfbroer van Victoria) in hun restauratie-outfits.

De balzaal werd ingehuldigd in mei 1856, kort daarna gevolgd door een bal in juni om het einde van de Krimoorlog te markeren en de terugkerende
soldaten te eren. Een aquarel van Louis Haghe, een van de vele opvattingen van Buckingham Palace in opdracht van Koningin Victoria en Prins Albert
om hun leven te documenteren, is het enige bewaard gebleven verslag van de originele, op de Italiaanse Renaissance geïnspireerde inrichting van de Balzaal,
bedacht door de artistieke mentor van Prins Albert, Ludwig Gruner. Van de avond merkte koningin Victoria in haar dagboek op: 'Albert, zelfs, die over het
algemeen niet van staatsballen houdt, ervan genoten, en ik zou tot 4 kunnen blijven, dat weet ik zeker.'

Een wals danste op de Crimean Ball en de originele decoratieve opstelling van de Ballroom wordt opnieuw gemaakt als onderdeel van de tentoonstelling.
Een Victoriaanse illusietechniek, bekend als Pepper's Ghost, en projecties in de kamer zullen bezoekers in staat stellen zich de Ballroom voor te
stellen zoals Victoria en Albert het zouden hebben geweten.


Foto: Thomas Sully / Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II


Foto: Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II


Foto: Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II


Foto: Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II

Meer informatie en online tickets kopen via:
https://www.rct.uk/about/news-and-features/a-special-exhibition-at-buckingham-palace-this-summer-will-explore-queen#/

Kensington Palace, Londen, Victoria: A Royal Childhood and Victoria: Woman and Crown


Ontdek het verhaal van Prinses Victoria, het jonge meisje dat koningin was, in de kamers waar ze werd geboren en opgegroeid in Kensington Palace.

De nieuwe permanente tentoonstelling opent op 24 mei 2019, de 200e geboortedag van Victoria, en onderzoekt hoe een toegeeflijke jonge prinses tot
bloei kwam in de onafhankelijke en iconische koningin die we ons herinneren. Het nieuwe display bevat opmerkelijke objecten die betrekking hebben
op de vroege jaren van Victoria - waaronder een aangrijpend plakboek met aandenkens gemaakt door haar Duitse gouverneur, barones Lehzen, die voor
het eerst in het openbaar wordt getoond, en het poppenhuis van Victoria.

Ontdek het privé-leven van Koningin Victoria's achter haar zorgvuldig beheerde publieke imago in Victoria: Woman en Crown, een belangrijke nieuwe
tentoonstelling in Kensington Palace. Het nieuwe beeld, gecreëerd om de 200ste verjaardag van de geboorte Victoria te markeren, zal opnieuw
onderzoeken hoe ze haar rol als echtgenote en moeder met die van de Koningin van een groeiende imperium vervult.
Victoria leerde dat ze koningin moest worden toen ze 18 jaar oud was, terwijl ze nog steeds woonde in haar ouderlijk huis in Kensington Palace.
Ze hield haar eerste raadsvergadering enkele uren later in de Rode Saloon van het paleis.
Victoria: Woman and Crown stelt Victoria opnieuw voor als een jonge vrouw en onderzoekt haar rol als koningin, vrouw, moeder en keizerin.
Zeldzame overlevenden uit de privégarderobe van de koningin - inclusief een eenvoudige katoenen petticoat en een paar modieuze zilveren
laarzen - bieden een schril contrast met de zwarte jassen waar ze later zo beroemd om was. Met de dood van haar geliefde echtgenoot Albert in 1861,
nam Victoria een garderobe van zwarte jassen aan als een krachtig en publiek symbool van haar verdriet. In antwoord op dit centrale thema van verlies,
zal een speciaal in opdracht gemaakte installatie gemaakt door kunstenaar Jane Wildgoose getiteld In Sorrow Shut de blijvende symboliek van het weduwschap
van Victoria beschouwen.

Victoria: A Royal Childhood: altijd aanwezig in Kensington Palace.
Victoria: Woman and Crown: van 24 mei 2019 t/m 5 januari 2020.

Meer informatie en online tickets kopen via: https://www.hrp.org.uk/kensington-palace/

Gelukkig Nieuwjaar van Kensington Palace


Op 1 januari 2020 schreef Kensington Palace Facebookpagina https://www.facebook.com/kensingtonpalace/: Gelukkig Nieuwjaar van Kensington Palace!
En de volgende foto van het Paleis en het standbeeld van Koningin Victoria ervoor werd erbij gedeeld.



180 jaar geleden: Huwelijk Prins Albert en Koningin Victoria


Koningin Victoria en Prins Albert trouwden 180 jaar geleden op deze dag 10 februari 2020 in 1840 in de Chapel Royal, St James's Palace.
Victoria's trouwjurk is waarschijnlijk gemaakt door Mary Bettans, haar langst werkende kleermaker. Hoewel de mode in die tijd voor
Brusselse kant was, gaf koningin Victoria Honiton-kant in opdracht voor haar bruiloftsensemble, waardoor de markante kantindustrie
in Honiton, Devon nieuw leven werd ingeblazen. Gedeeltelijk ontworpen door de Schotse schilder William Dyce, was de stijl van de kant
zeer modern. Dit is slechts een voorbeeld van een vroege samenwerking tussen de kunsten en de industrie, aangemoedigd door Koningin Victoria,
die uiteindelijk resulteerde in de Grote Tentoonstelling van 1851. De kanten strook werd een van Victoria's meest gekoesterde bezittingen;
die ze opnieuw droeg tijdens de huwelijken van haar oudste kind, Vicky, in 1858, en van haar kleinzoon, de toekomstige George V, in 1893.


Foto: Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II


Foto: Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II

165ste verjaardag Victoria Cross, 29 januari 2021


Vandaag is het 165 jaar geleden dat het Victoria Cross werd opgericht.
De eer erkent daden van extreme moed in aanwezigheid van de vijand.

De inscriptie op de medailles, "For Valor", werd gekozen door Koningin Victoria, naar wie de onderscheiding is vernoemd.

Sinds de oprichting in 1856 is het Victoria Cross toegekend aan meer dan 1.300 ontvangers.
De Koningin is beschermvrouwe van The Victoria Cross en George Cross Association, die alle
levende houders van de twee onderscheidingen vertegenwoordigt.

De meest recente ontvanger van het Victoria Cross is Sergeant Joshua Leakey van The Parachute Reg.
Sergeant Leakey toonde uitzonderlijke moed in het aangezicht van vijandelijk vuur terwijl hij
in Afghanistan diende, en ontving zijn eer van Koningin Elizabeth in Windsor Castle in 2015.


Foto: Royal Collection Trust / © Her Majesty Queen Elizabeth II

In 1856 stelde Koningin Victoria het Victoria Cross in om opvallende moed in alle gelederen van de
strijdkrachten te erkennen. De eerste ceremonie om de kruisen uit te delen werd gehouden in Hyde Park
in juni 1857. Koningin Victoria is hier te paard te zien en bevestigde de versiering op de jas van
kapitein van de mast George Henry Ingouville, die het Victoria Cross won voor operaties in de Oostzee.


150 jaar Royal Albert Hall, 29 maart 2021


Gelukkige 150e verjaardag aan Royal Albert Hall. Hare Majesteit
Koningin Elizabeth II is beschermvrouwe van Royal Albert Hall.

Het is onze verjaardag!
Op deze dag in 1871 opende Koningin Victoria officieel de Royal Albert Hall,
gebouwd ter ere van haar geliefde overleden echtgenoot, Prins Albert.
We zouden zo graag willen dat we deze speciale dag met jullie doorbrachten.


Foto: Royal Albert Hall


Copyright © 2006-2023 https://koningsfan.nl/


Homepage